Opinie
PVV geeft joodse achterban dreun in gezicht
In de Tweede Kamer is er een meerderheid voor het verbieden van het onverdoofde slachten in Nederland. Rationale achter de besluitvorming is het welzijn van dieren.
Onverdoofd slachten zou het dier meer doen lijden dan het standaard slachten.
Als gevolg hiervan mogen zowel joden als moslims niet meer op eigen wijze slachten in Nederland. Daarmee komt er in het geval van de joden een einde aan een traditie van bijna 200 jaar. In 1813 werden onder overheidstoezicht de 'Reglementen voor de Nederlandse Israëlitische Hoofd-Synagoge te Amsterdam' opgesteld. In artikel 86b werd voorzien in 'het dooden der Beesten naar Joodsche wijze', waarbij er zorg voor gedragen moest worden dat 'het vleesch niet duurder was dan in de overige stads-Hallen'.
De praktijk is veranderd met de komst op grote schaal van moslims naar Nederland, plus de opkomende beweging voor de bescherming van dierenrechten. Nu zou rituele slacht verboden worden op basis van dierenbeschermingsargumenten.
De Partij voor de Vrijheid profileert zich met een scherpe anti-islamparagraaf en een onverbloemd pro-Israëlstandpunt. Maar de PVV stemde voor het voorstel en verkoopt zo haar joodse achterban een dreun in het gezicht. De verleiding om het islamitische slachten te verbieden, was blijkbaar sterker dan het behoud van het joodse slachten.
Als de PVV consequent was geweest, had ze ervoor gepleit dit verworven recht voor de joden te handhaven - we leven in een land met een joods-christelijke traditie. Dat dit rechtsongelijkheid oplevert zou voor de partij geen probleem moeten zijn, omdat zij de islam als een ideologie beschouwt en niet als godsdienst. Zou het Jodendom, als het gaat om ritueel slachten, ook niet beschouwd moeten worden als ideologie?