ColumnBabah Tarawally
Polderen heeft zijn glans verloren, het is tijd voor ‘indaba’
Wanneer ik me verdiep in het Afrikaanse besluitvormingsproces ‘indaba’, kom ik tot de conclusie dat het enigszins lijkt op het Nederlandse poldermodel. Indaba wordt gebruikt door de Zulu- en Xhosa-bevolking in Zuid-Afrika om onderhandelingen te vereenvoudigen. Met andere benamingen wordt hetzelfde model door meerdere Afrikaanse volkeren gebruikt. Het is, net zoals polderen, een consensusmodel waarbij mensen, werkgevers, vakbonden en overheid met elkaar aan tafel zitten om bijvoorbeeld afspraken te maken over lonen en arbeidsvoorwaarden.
Ik heb in Nederland voldoende overleggen met bedrijven en instanties gepleegd om te weten dat polderen logisch denken betekent. Het gaat om discussiëren, argumenteren en het versterken van individuele of kleine groepsbelangen. En dit is precies wat indaba probeert te vermijden. In plaats van het herhalen van standpunten, wordt elke partij aangemoedigd om te spreken vanuit het hart. Er mogen duidelijke persoonlijke grenzen worden aangegeven, maar er wordt ook gevraagd om oplossingen te bieden voor een gemeenschappelijke basis. Omdat de partijen tijdens de indaba in een cirkel zitten en niet tegenover elkaar, voorkom je polarisatie. Je vraagt niet wat individuen voor zichzelf willen, maar wat het beste is voor het geheel.
Er is een nooduitgang
Door polarisatie zijn partijen door het poldermodel de afgelopen jaren harde standpunten in gaan nemen. Ze komen niet met oplossingen, maar dreigen met acties en stakingen. Polderen heeft zijn glans verloren. Dit vertaalt zich in de verkiezingsuitslagen en hoe we tegen de politiek aankijken. Neem nu de afgelopen Provinciale Statenverkiezingen, waarin de BBB als grootste uit de bus is gekomen. Bij de vorige provinciale verkiezingen was het FvD-voorman Baudet die uitbundig danste en wie weet is Ongehoord Nederland de volgende.
Maar we zijn nog niet verloren, er is een nooduitgang. Met indaba krijgen we het oorspronkelijke overlegmodel van de middeleeuwen terug. Het model waarin we spraken vanuit ons hart, toen we nog bedreigd werden door de woeste zee. Het model dat ons in staat stelde om nieuw land te ontginnen. Het bouwen van deze dijken werd mogelijk door samenwerking. Door samen op te komen voor het gemeenschapsbelang heeft Nederland verwezenlijkt wat bijna onmogelijk was. Ondanks de grote armoede en ongelijkheid in de wereld, stond Nederland in 2021 op de vierde plek van landen met de rijkste burgers. Het resultaat is dat we achterover leunen en zoeken naar een gezamenlijke vijand in de medemens.
Schouder aan schouder
Laten we weer schouder aan schouder in een cirkel gaan zitten en de Nederlandse zaak goed onder de loep nemen. Waarbij we leren van de fouten en goede daden van zeven generaties voor ons en onszelf de vraag stellen wat we willen neerzetten voor zeven generaties die na ons komen. Welke wereld wensen we voor onze kleinkinderen en achterkleinkinderen?
Volgens schrijfster en theoloog Mpho Tutu, dochter van de in 2021 overleden aartsbisschop Desmond Tutu, kunnen we deze vraag alleen beantwoorden door “a change of heart”. In haar lezing, volgende week donderdag in de openbare bibliotheek in Utrecht, gaat ze ons informeren over hoe het verleden doorwerkt in het heden en de toekomst. En ik heb de eer haar vragen te stellen als: hoe komen we uit de wij-zij impasse. Ik hoop dat deze Afrikaanse grootdenker ons leert polderen naar een menselijker niveau.
Babah Tarawally is schrijver, columnist en programmamaker. Voor Trouw schrijft hij om de week over (verborgen) discriminatie en racisme, maar vooral over manieren om elkaar op dit thema te kunnen verstaan. Lees ze hier terug.