ColumnStevo Akkerman
Poetin kiest voor het verleden, Oekraïne voor de toekomst
Een jaar nadat Vladimir Poetin begon aan wat een driedaagse veldtocht had moeten worden, zwaait hij nog maar eens met het zwaarste wapen dat hij heeft, wetende dat hij er niets mee kan. “Ik ben genoodzaakt te verklaren dat Rusland zijn participatie in het Start-verdrag opschort”, zei hij, wijzend naar zijn voorraad strategische kernwapens.
Het was een gebaar van onmacht, een impliciete erkenning dat zijn invasie is vastgelopen. Bij gebrek aan reële overwinningen schermt hij met vernietiging, die tevens zelfvernietiging zou zijn. Hij dreigt - niet voor het eerst - met de nucleaire optie, en hij doet dat bijna sjiek. Het applaus van zijn brave gehoor was nauwelijks weggestorven, of hij benadrukte dat het ging om opschorting, niet om ontbinding van het verdrag.
Misschien ervoer het Russische tv-publiek dit toneel als bewijs van de strijdvaardigheid van de grote leider, en was het ook vooral bedoeld om het eigen volk te begeesteren. In de westerse hoofdsteden zal het anders zijn bekeken, denk ik. Daar weet men wat een verdrag voor Poetin betekent: niets. Het is niet het Start-verdrag dat hem ervan weerhoudt kernwapens in te zetten, hetzij strategisch, hetzij tactisch, het is de te hoge prijs die hij zou moeten betalen, militair en geopolitiek.
Na de val van de Sovjet-Unie zijn er meerdere verdragen en overeenkomsten gesloten tussen Rusland en Oekraïne. Het is leerzaam - ook voor wie vindt dat Kiev moet stoppen zich te verdedigen en moet kiezen voor onderhandelen - na te gaan hoe Poetin daarmee is omgesprongen. Het belangrijkste is het Boedapest Memorandum uit 1994, waarin Oekraïne afstand deed van alle nucleaire wapens op zijn grondgebied, en dat waren er veel: het land was ’s werelds derde atoommacht. In ruil voor het opgeven van dit schild garandeerden de VS, Groot-Brittannië én Rusland de ‘onafhankelijkheid en soevereiniteit’ van Oekraïne.
Het vormde voor Poetin geen belemmering om het buurland binnen te vallen - Willst Du nicht mein Bruder sein, so schlag ich Dir den Schädel ein. Als nieuwe tsaar ontkent hij het bestaansrecht van Oekraïne, een internationaal erkende staat, ook door Rusland. Let wel, in 1991 stemde 92,3 procent van de Oekraïners vóór onafhankelijkheid. In alle districten, ook in het oosten, waren de voorstanders in de meerderheid.
Poetin had een historische kans
Poetin, aan de macht sinds 1999, had mede vorm kunnen geven aan een nieuw tijdperk voor Rusland en zijn buurlanden, inclusief die van Oost-Europa. Een historische kans, na zeventig jaar communistische dictatuur. Maar hij koos voor het verleden, voor de revanche, met verschrikkelijke gevolgen en zonder enig uitzicht. In deze bloedige tragedie vertegenwoordigt Oekraïne de toekomst. Niet omdat het een land zou zijn zonder mankementen, maar omdat het niet terug wil naar de onvrijheid, omdat het een nieuw perspectief heeft gezien.
Op een door raketten verwoest café in Charkiv staat een tekst: ‘Chas tsjoeje nas’, ofwel ‘De tijd hoort ons’. De Oekraïense auteur Volodymyr Yermolenko schreef erover in het tijdschrift Nexus. Hij gelooft dat dit wil zeggen ‘dat de geschiedenis eindelijk naar ons luistert’. En ook ‘dat de tijd fluistert dat we bezig zijn onze levens te beginnen, opnieuw’.
Drie keer per week schrijft Stevo Akkerman een column waarin hij de ‘keiharde nuance’ en het ‘onverbiddelijke enerzijds-anderzijds’ preekt. Lees ze hier terug.