OpinieStudenten
Opinie: Suriname kampt met een braindrain en Nederland kan iets doen
Geef Surinamers een reden om na hun studie terug te keren naar hun thuisland, schrijven Dave Ensberg-Kleijkers en Joan Nunnely.
Joan Nunnely is voorzitter van SuConnect, Dave Ensberg-Kleijkers vicevoorzitter van het Johan Ferrier Fonds.
In Suriname staken en protesteren steeds meer leerkrachten, omdat zij met een leerkrachtsalaris niet meer rond kunnen komen: het gevolg van aanhoudende economische problemen en hyperinflatie. Dit heeft grote gevolgen voor de kwaliteit van het onderwijs aan Surinaamse leerlingen en studenten. Velen zien geen perspectief meer in hun land en nemen de wijk richting Nederland. Ze willen het maximale uit hun leven halen, maar betwijfelen of dat in Suriname wel mogelijk is. Nederland is dan een logisch alternatief. Maar komen deze studenten na hun studie in Nederland wel terug naar hun thuisland?
Het aantal Surinaamse studenten dat in Nederland komt studeren stijgt. Dat is ook voor Nederland een kans. Ze brengen kennis en ervaring mee en kunnen een belangrijke rol spelen in de wereldwijde transities in duurzaamheid, technologische en economische ontwikkeling. Als onderwijsminister Dijkgraaf later dit jaar Suriname bezoekt, kan het dan ook niet alleen gaan over het gezamenlijke slavernijverleden van Nederland en Suriname. Zijn Surinaamse collega-onderwijsminister, Henry Ori zal Dijkgraaf uitdagen zich uit te spreken over de ‘studentenvlucht’. Faciliteert Nederland dit of houdt Nederland de komst van Surinaamse studenten juist tegen?
Hoe het ook zij: de Surinaamse regering wil dat studenten na hun studie in Nederland terugkeren naar het moederland om bij te dragen aan de (weder)opbouw van hun land. Tegelijkertijd kan Nederland goed opgeleide en gemotiveerde jonge mensen (die bovendien Nederlands spreken) goed gebruiken op de eigen krappe arbeidsmarkt. Kiest Dijkgraaf voor lange termijnontwikkeling van Suriname of voor de korte termijnbehoeften van Nederland?
Wellicht is er een derde weg mogelijk: laat de Surinaamse studenten zelf in alle vrijheid een keuze maken. Het is hun leven. Het spreekt niet vanzelf dat ze permanent in Nederland blijven. Suriname is immers hun thuis; met familie, vrienden, cultuur en geschiedenis. Een interessant voorbeeld is onderwijsminister Ori. Hij is geboren en getogen in Suriname en ging als 20-jarige studeren in Twente en Rotterdam. hij werkte jarenlang in Nederland, maar in 2000 keerde hij weer terug naar Suriname. Een route en levensloop die de Surinaamse studenten van nu kan inspireren.
Maar om te voorkomen dat deze studenten alles zelf maar moeten uitzoeken, is het zaak dat Suriname en Nederland afspraken maken. Afspraken die in elk geval Surinaamse studenten ondersteunen en in staat stellen om hun potentieel te benutten. We moeten meer doen om te zorgen dat deze studenten succes hebben in hun studie en daarna in hun loopbaan. We kunnen investeren in kwalitatief hoogwaardig onderwijs en onderzoek, maar ook in stage- en werkervaringsmogelijkheden. Surinaamse en Nederlandse academische instellingen en bedrijven kunnen ook vaker samenwerken. Surinaams-Nederlandse studentenverenigingen en maatschappelijke organisaties werken daar graag aan mee.
Laten we de kansen benutten die de stijging van het aantal Surinaamse studenten biedt en samenwerken om duurzame en innovatieve oplossingen te vinden voor de uitdagingen waar we voor staan. De ministers Dijkgraaf en Ori staan voor keuzes. Geef Surinaamse studenten alle ruimte zich in Nederland te ontwikkelen, maar stimuleer tegelijk dat ze hun opgedane kennis en vaardigheden in en voor Suriname inzetten.
In de Amsterdamse Hermitage vindt vandaag de Johan Ferrier Lezing plaats met het thema ‘Van verbod op leren tot leren als leefstijl’. De lezing is vernoemd naar de laatste gouverneur en eerste president van Suriname.