Lezers herinneren zich een autotijd van voor de maxicosi. En de keuze tussen nostalgisch of elektrisch rijden is eenvoudig voor sommigen, een dilemma voor anderen.
Op schoot bij moeder
Op welke achterbank ik zat? (Tijdgeest 21 januari) In 1961 zat ik helemaal niet op de achterbank. Ik zat op de voorstoel op schoot bij mijn moeder! Mijn vier jaar oudere broertje speelde voorin bij de voeten van mijn moeder. Achterin zaten de drie oudsten. Vaak gingen ook nog een of twee vrienden mee. En iedere zomer knapte de voorruit minimaal twee keer als we op weg waren naar het strand.
Beatrix van Hijum Sneek
Hoedenplank
In 1963 kochten mijn ouders een Daf 600. Wij waren met zijn zessen. Ik was vier jaar oud en samen met mijn twee broers en zus zaten we op de achterbank van de nieuwe Variomatic. Dat wil zeggen, zij zaten en ik lag of op de hoedenplank of zat voorin bij mijn moeder op schoot.
We reden zelfs in drie dagen naar Zwitserland over de Sint Gotthard en als we dan een berg afreden, juichten we als de km teller de 100 nipt passeerde. Twee kleine koffers achterin en een klein koffertje met blikken vlees en groente onder de voorstoel. Soms als we op een lange rechte weg reden en één van ons voorin zat, mocht je met je voet het gaspedaal indrukken, uiteraard op advies van onze vader. Toen een ware gezinsauto!
Marianne Bruning Voorhout
Heerlijk
Ik rijd zowel nostalgisch als elektrisch (Tijdgeest 21 januari), aangezien onze auto een Volkswagen Golf betreft. In dit vertrouwde model heeft Volkswagen enkele jaren geleden een elektrische aandrijving gelepeld, voordat het met de nieuwe ID-modellen kwam.
Ik zou niet meer terug willen. De souplesse en stilte vind ik heerlijk. Als fervent fietser vind ik het een fijne gedachte dat ik rijdend voor medeweggebruikers geen uitstoot veroorzaak. En bij vorst kan ik de auto vóór vertrek vanuit huis opwarmen en de voorruit ijsvrij maken, zonder dat de motor draait en er tal van schadelijke stoffen de lucht ingaan. Toegegeven: op de vraag wat straks te doen met afgedankte accupakketten en hoe schoon de opgewekte benodigde elektriciteit feitelijk is, heb ik geen antwoord.
Erik Groeneveld Gorinchem
Niet voor aap
Wie wil het niet? Heerlijk zoeven langs ’s heren wegen in zo’n open, fraai ogende, klassieke Saab 93 uit 2000! Nog een échte Saab. Met alle opties, comfortabel, solide, geen roest, met een beschaafde en nog altijd wat chique uitstraling, en onverslijtbaar (ze hebben doorgaans meer dan 300.000 km op de teller). Daar kan zo’n elektrische automobiel in zo’n vreugdeloos eenheidsworst-model met die schreeuwerige verlichting toch niet tegen op! Nee, met een Saab rijd je niet voor aap. En voor een prikkie: minstens 1 op 12, verzekerd bij de Saab-club, en inmiddels volledig afgeschreven: nul op de balans. En dan ook nog een heel aardige Saab-garage achter de hand. Wie wil dat nou niet!
Bert Bomer Doesburg
45 km per uur
De auto is een comfortabele vergissing. Voor wie dit nog niet duidelijk is: neem het ding maar eens mee voor een boodschapje zonder hem te starten. De elektrische auto is een excuus voor de bovenklasse om rustig door te gaan met deze vergissing. Laten we de boeren niet alleen op laten draaien voor het klimaatprobleem en onszelf een snelheidsbeperking opleggen tot ca. 45 km per uur. Er is al heel veel ultralicht vervoer ontwikkeld. Verplaatsing door eigen beweging, al of niet elektrisch ondersteund. Velomobiel, Drymer, Elf en nog veel meer staan nog in de kinderschoenen en kunnen met de ontwikkelkracht van de auto-industrie uitgroeien tot milieuverantwoord vervoer. Zo’n snelheidsbeperking zal het consuminderen van onze vervoersbehoefte ondersteunen. In een volgende Tijdgeest graag een ode van tien pagina’s aan de pioniers van het ultralichte vervoer!
Hans Schipper Hilversum
Gave bak
Voor mij is elektrisch rijden nog geen optie. Want waarom zou ik mijn Alfa Romeo Spider van de hand doen nu de cabrio zeven jaar na aankoop (24.000 euro) nota bene is getaxeerd op 26.000 euro? Bovendien blijft die waarde die jaar lang geldig voor de verzekering!
Met enige nostalgie denk ik terug aan mijn Alfa’s met boxermotoren en zescilinders met hun kenmerkende geronk dat als muziek in de oren klonk. Het gemis wordt af en toe wat goedgemaakt als jongelui roepen: Wow, wat een gave bak!
Gerrit Keuper Hasselt
Welvaartsdilemma
Zo nu en dan bekruipt mij het gevoel dat ik met de tijd mee moet gaan. Voor een links-denkend en groen georiënteerd mens als ik zou een elektrisch voertuig een logische stap zijn. Maar is die stap wel een juiste keuze? In gedachten rijd ik al in mijn stille, glanzende duurzame auto op weg naar mijn laadpaal, en plotseling vraag ik me af waar mijn nostalgische diesel zich bevindt.
Eigenlijk kon die nog minstens vijf jaar mee, en ergens in het Oostblok nog wel vijftien jaar. Zou de uitstoot daar minder zijn dan hier? Toch voelt het vast heel schoon om in zo’n elektrische auto te rijden.
Maar of dat ook voor mijn geweten geldt is de vraag. Misschien als ik bij het kopen van mijn schone voertuig alvast de kosten van het demonteren betaal en de ontmanteling van mijn toekomstig accu? Ik zal het dilemma van mijn welvaart nog eens overwegen.
Pieter van Leeuwen Oosterwolde
Verdienmodel
Maar liefst vijf bladzijden lang mag Charlotte Labree (Tijdgeest 21 januari) haar Brain Balance-filosofie ventileren. Haar boek Overprikkeld brein (22,99 euro) is een bestseller. Kennelijk zijn mensen bereid veel geld uit te geven voor allerlei common-senseadviezen als: eet gezond, wandel door de natuur en slik vitaminen en mineralen.
Dat zij van breinwetenschap geen kaas heeft gegeten, blijkt wel uit het feit dat zij brein en hart als twee gescheiden bronnen ziet (‘maak verbinding tussen je hart en je brein’, ‘Alles draait om leven vanuit je hart, niet vanuit je brein’ en, over haar nachtelijke ingevingen: ‘Dat had ik nooit met mijn hoofd kunnen bedenken’). In werkelijkheid bestaat er helemaal geen scheiding tussen het brein en het hart. Gevoelens krijgen vorm in je brein, net als overigens je herinneringen, je angsten, je gedachten en ja, ook die intuïtie waar zij zo graag naar luistert. Je brein maakt je wie je bent.
Je kan een varkenshart geïmplanteerd krijgen en je zal nog steeds dezelfde persoon zijn. Met andermans brein zal je ophouden jezelf te zijn. Dat ons brein overprikkeld raakt door al die herinneringen, angsten, gedachten en gevoelens die alle met elkaar zijn verbonden en door elkaar heen lopen, is een waarheid als een koe, maar Labree heeft zich kennelijk nooit echt verdiept in hersenwetenschap.
Wat erger is, en wat het artikel niet vermeldt, is dat Charlotte Labree van haar bestaan als richtinggever (haar woorden) een succesvol verdienmodel heeft gemaakt. De lavendelspray waarvoor zij in het interview reclame maakt is op haar website te koop voor 29,95 euro (100 ml). Het aangeboden ‘breinadvies’ op haar website leidt naar een vitamine-vragenlijstje en levert mij een boodschappenlijstje op van 150 euro aan maandelijkse supplementen. De aangeboden DNA-testen en de Energetisch Morfologische Bloedtest (349 euro) die vitaminen- en mineralentekorten zouden aantonen, zijn pure kwakzalverij. Het zonder enige kanttekening reclame maken voor dit verdienmodel is een serieuze krant als Trouw onwaardig.
H.G. Egter van Wissekerke Voorburg
Verlies en liefde
Wat een prachtig stukje in de rubriek Nieuwe liefde (Tijdgeest 21 januari). Alsof ik mijn eigen geschiedenis met mijn man, die eveneens Alzheimer had en overleed in 2018, las. Zo herkenbaar. Het verlies, toch ook de nog steeds bestaande liefde. En wellicht nog een tip: praat met anderen over alles wat je meemaakt als partner van een dementerende, het helpt echt om het eigen verdriet te verwerken.
Arda Mulder Ermelo
Status
Philip Dröge stelt in zijn essay (Tijdsgeest, 21 januari) dat vrouwen naar de stad komen en er blijven hangen om een man ‘met status’ en ‘een lekker salaris’ te vinden. Dat is een ouderwets denkbeeld. Hoogopgeleide vrouwen willen vaak een partner (niet noodzakelijkerwijs een man) die ook hoogopgeleid is, de huishoudelijke taken en zorg voor eventuele kinderen eerlijk wil verdelen, en de ambities van de vrouw steunt. Iemand die (over cruciale zaken) hetzelfde denkt en een gelijkwaardige gesprekspartner is. Het beeld bestaat dat dergelijke progressievere personen gemakkelijker te vinden zijn in de stad dan op het platteland. Dat heeft dus niets met status of geld te maken. Daarnaast hebben vrouwen, mocht het om status gaan, geen man nodig om een hoge status te genieten. Daar kunnen zij met hun prestaties prima zelf voor zorgen.
Robin Rauws Utrecht