Ook Hindoestanen zitten met pijnlijk verleden (opinie)

Ze zijn een vergeten groep, de Hindoestanen. Wel een spijtbetuiging voor slavernij, maar over contractarbeid in Suriname geen woord. Gedenken mag, na 135 jaar.

Sharmila Badloe en cultureel antropologe gespecialiseerd in de Surinaamse-Hindoestaanse immigratiegeschiedenis en zelf Surinaams-Hindoestaans van afkomst

Op het station vraagt weer eens iemand of ik uit India kom. Voor de zoveelste keer moet ik uitleggen: nee, Suriname. Mijn voorouders komen dan wel uit India, maar ik ben geboren in Suriname en getogen in Nederland. Een Nederlandse Hindoestaan; het product van een dubbele, vergeten migratie. Tijd om daar iets aan te doen.

Moet de spijtbetuiging die oud-minister Roger van Boxtel uitsprak in 2001 over de slavernij en de slavenhandel, worden aangevuld met een excuus door premier Balkenende, de koningin of wie weet is het een mooie eerste daad voor koning Willem-Alexander? Veel nuttiger is het creëren van het bewustzijn voor vergeten pagina’s van de vaderlandse geschiedenis, zoals de migratie van Hindoestanen. Na de Afrikaanse slaven waren het Javanen en Brits-Indiërs, die de Surinaamse plantages bevolkten. Maar die groepen worden niet als Surinamers gezien, laat staan dat men hun achtergrond kent.

Na de afschaffing van de slavernij was er behoefte aan nieuwe arbeidskrachten die het werk op de plantages konden overnemen. In India werden daarom vooral in de deelstaten Uttar Pradesh en Bihar werkers geronseld. In de periode 1873-1916 maakten ongeveer 34.000 mensen de overtocht naar Suriname.

Dat er gewerkt werd onder een contract, wilde niet zeggen dat de omstandigheden beter waren dan die waaronder de voormalige slaven verkeerden. In wezen was het systeem van contractarbeid een verkapte vorm van slavernij. De arbeiders werkten voor een periode van vijf jaar onder erbarmelijke omstandigheden op de plantages. Er waren slechte medische voorzieningen, een karig loontje, lijfstraffen, barakken om in te wonen en een tekort aan vrouwen uit de eigen groep.

Na beëindiging van het contract konden ze kiezen voor verlenging of voor terugkeer naar India. Ongeveer tweederde van deze groep Hindoestanen zijn na afloop van hun contract in Suriname gebleven. Met de komst van de ’Wet op het Nederlands Onderdaanschap van 1910’, werden ze op 10 juni 1927 officieel Nederlandse burgers.

Na de onafhankelijkheid van Suriname verruilden vele Hindoestanen hun geboortegrond voor Nederland, op zoek naar een beter bestaan. Dit werd de tweede migratie voor deze cultuurgroep in relatief korte tijd. Anno 2008 wonen er ongeveer 150.000 Surinamers van Hindoestaanse afkomst in Nederland. Ze worden getypeerd als een succesvolle geïntegreerde groep en zijn verder vrij onzichtbaar, maar er zijn natuurlijk genoeg interne problemen die het Nederlandse daglicht nooit tot zelden zien. Identiteitsbeleving, vooral bij de Hindoestaanse jongeren, is er daar een van.

Het gedenken van de periode sinds de komst naar Suriname leidt tot een historisch besef voor alle partijen. En aan de Hindoestaan biedt het een solide basis; weten wie je bent, waar je vandaan komt en waar je bij hoort geeft je de zekerheid om met beide benen in deze maatschappij te staan. Door het hele land wordt dit jaar vanuit de gemeenschap zelf 135 jaar immigratie herdacht. Maar een nationale herdenking lijkt meer op z’n plaats.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden