Een vrouwelijke spreker hoeft niet beroemd te zijn om een snaar te raken. Soms laat ook een lerares Frans diepe indruk na, schrijven lezers.
Ieder op eigen wijze
Het verhaal van Jan die Jane werd (Tijdgeest, 12 november) doet me denken aan een leeftijdgenote van haar die anders met haar gender omging. In mijn boek De androgyne man interview ik onder meer Sabrina ter Horst, inmiddels overleden. Geboren als jongen voelde ze zich altijd meisje, maar dat kon thuis niet. Ze leidde een dubbelleven: als mannelijke ingenieur had ze een baan bij Defensie en thuis was ze een vrouw. Pas na haar pensionering op haar 58ste ging ze volledig als vrouw leven. In de transgenderwereld verzette zij zich tegen het dogma van lichaamsaanpassing, want zelf had ze nooit hormonen geslikt of een operatie ondergaan.
Er zijn meer transmensen uit die tijd en zij allen vonden een eigen wijze van omgang met hun genderincongruentie. Ihlia, de erfgoedoranganisatie op het gebied van lhbti+ in Nederland, verzamelt verhalen uit deze groep.
Jaap van Manen Amsterdam
Een raceauto bijhouden
Een vriendin werd steeds ongelukkiger. Ze hield van intieme dinertjes, van opgekruld met een boekje in een hoekje zitten en gedichten schrijven. Haar vrienden en collega’s leefden zich naast hun drukke baan uit op borrels, concerten en feestjes. Ze collecteerden voor goede doelen en verlegden ze grenzen op woeste survivaltochten.
Zo iemand wilde mijn vriendin ook zijn en ze werkte hard om mee te doen. Willen is kunnen, was haar rotsvaste overtuiging, net als van psycholoog Roel Verheul (Tijdgeest, 12 november). Ze raakte steeds vermoeider en het werd steeds moeilijker de hoge lat aan te tikken. ‘Ik voel me een fiets die een raceauto moet bijhouden’, huilde ze bij de psychiater. Ze dacht dat pillen en therapie konden helpen een raceauto te worden. ‘Jij moet leren te aanvaarden dat je een fiets bent’, zei de zielendokter. Het waren de ingewikkeldste woorden ooit. En tegelijk de meest bevrijdende en gelukkig makende.
Heleen den Beer Poortugael Soest
Amanda Gorman
Door welke vrouwelijke spreker ik werd geraakt? (Tijdgeest, 12 november) Door Amanda Gorman. Door de heldere stem waarmee zij het gedicht The Hill We Climb voordroeg tijdens de inauguratie van president Joe Biden in 2021.
Nog indrukwekkender was de commotie die ontstond rondom de vertaling van dit gedicht. De titel The Hill We Climb bleef overeind en Zaïre Krieger heeft een prestatie van jewelste geleverd met haar vertaling. De laatste zinnen
‘Het licht blijft altijd schijnen
Als je maar de moed hebt het te zien
Als je maar de moed hebt het te zijn’
zijn me nog lang bijgebleven.
Joke van Overbruggen Nuenen
Malala
Ik geef Nederlands aan anderstaligen. Vorige week kregen we er ineens dertig jonge Afghaanse vluchtelingen bij, allen alleenstaand en minderjarig. Hun lot raakt het hele lerarencorps. Zodra deze nieuwe leerlingen het Nederlands een beetje machtig zijn, zal ik hen vertellen over Malala Yousafzai die werd geboren in Pakistan. Malala is bekend vanwege haar strijd voor degelijk onderwijs, vooral voor meisjes. Ze raakte zwaar gewond toen een Talibanstrijder een kogel door haar hoofd schoot. De aanslag heeft ze overleefd. Over haar strijd en haar woorden wil ik het hebben. Dat zij een lichtend voorbeeld mag zijn.
‘Ik wil niet herinnerd worden als het meisje dat werd neergeschoten,
ik wil herinnerd worden als het meisje dat weer opstond.’
‘Met wapens kan je terroristen doden,
met onderwijs kan je terrorisme doden.’
Ik wens mijn leerlingen evenveel moed en wijsheid toe als Malala Yousafzai.
Bea Ryckaert Terneuzen
Mevrouw Warren
Na lezing van Hoe sterke vrouwen spreken, moest ik denken aan mevrouw Warren op de HBS in Goes. Mevrouw Warren (destijds echtgenote van schrijver/dichter Hans Warren) gaf op de HBS Franse taal en letterkunde. Ik was destijds (1970-1972) diep onder de indruk van deze zachtaardige, zeer kundige en taalvaardige docent.
Geboren in Schotland (Schots was haar moedertaal), gaf zij in Nederland Franse les. Zij beheerste dan ook vlekkeloos drie moderne talen. Ik vond dat zij zeer goed les gaf al had zij soms moeite om de orde te handhaven. Haar betrokkenheid bij de leerlingen heeft er in ieder geval bij mij toe geleid dat ik een 8 had voor mijn eindexamen.
Marien Weststrate, Weesp
Beginnende dementie?
Beste mevrouw Ritsema, graag wil ik reageren op twee van uw antwoorden in de laatste maanden. Ik doe dit vanuit mijn ervaring als arts werkend in de ouderenpsychiatrie en in verpleeghuizen. Er was een vraag hoe om te gaan met een zwager die zich bot en onaangepast gedroeg (Tijdgeest 24 september). Ik weet niet meer wat u antwoordde maar ik weet dat er geen aandacht besteed werd dat deze zwager al 71 jaar was.
Ik vroeg me af: hoe was hij dan eerder? Waarom speelt deze vraag nu? Is het gedrag veranderd van deze zwager, is zijn karakter veranderd?
Deze vragen kwamen ook in me op bij het lezen van de vraag over de oom van 75 jaar: ‘De laatste tijd komt hij steeds onaangekondigd langs…’ (Tijdgeest 6 november) (Ook?) hier lijkt er sprake te zijn van een veranderd gedragspatroon, deze oom deed dit zo dus eerder niet. Het is heel goed mogelijk dat er bij de zwager en de oom sprake is van een beginnende dementie. En dat er een andersoortige hulp nodig is, er andersoortige aandacht nodig is dan u in uw antwoord als advies geeft.
Ik vind het belangrijk dat wij allemaal, wij met elkaar in Nederland, aandacht hebben voor deze mogelijkheid nu iedereen bij het ouder worden langer thuis moet blijven wonen. Er is veel eenzaam getob. Ouderen zijn in hun eenzaamheid en bewust van hun cognitieve achteruitgang vaak heel angstig. We kunnen veel goeds doen als we ons daar bewust van zijn en daar aandacht voor hebben.
Veel dank voor uw interessante rubriek, ik lees die altijd graag.
Margaret Vink Zutphen