null Beeld

ColumnHans Goslinga

OM en Kamer in de ban van schrikachtigheid

Hans Goslinga

‘Midden in zee lag uw gebied, uw bouwmeesters maakten u van een volkomen schoonheid.’ Zo begint de klaagzang van de bijbelse profeet Ezechiël over Tyrus. Het vervolg verheldert snel waarom.

Volgens de profeet zou God de welvarende Fenicische havenstad aan de Middellandse Zee, met koning en al, verwoesten wegens corruptie en ander verderf. Inspireerde deze geschiedenis het Openbaar Ministerie in het corruptie-onderzoek naar Richard de Mos, de aanvoerder van de partij Hart voor Den Haag, en zijn politieke vrienden de zaak ‘Tyrus’ te noemen?

Aanvankelijk leek de titel trefzeker gekozen, want het kon niet anders of het OM voelde zich met de verdenking van ernstige misdrijven onder de vlag van de partij sterk staan. Dat moest ook wel, want het stond vast dat de gevolgen ernstig zouden zijn, niet alleen voor de verdachten, maar ook voor het stadsbestuur en de toch al kwijnende lokale democratie.

Motie van wantrouwen

In onze rechtsstaat geldt dat niemand schuldig is zolang dat niet is bewezen. In de politiek houdt die vrome regel geen stand. Nog geen 48 uur na de inval van de rijksrecherche in hun woningen hadden De Mos en zijn partijgenoot Guernaoui al een motie van wantrouwen aan hun broek, die hen dwong hun wethouderschap neer te leggen.

Dat was onvermijdelijk, omdat een bestuurder boven elke verdenking hoort te staan en, net als elke andere publieke ambtsdrager, zelfs de schijn van het kwaad moet vermijden. Die eis is terecht, maar legt tegelijk een zware verantwoordelijk op de partij die het bewijs van het kwaad moet leveren. Een beetje integer bestaat niet, een beetje verdenking ook niet.

Afgaande op het vonnis van de Rotterdamse rechtbank moet de conclusie zijn dat het OM lichtzinnig en, getuige ook de codenaam van het onderzoek, overmoedig tot actie is overgegaan. Anders is het verschil tussen inzet en uitkomst, volledige vrijspraak, domweg niet te begrijpen. Bij de twijfel over het optreden van het OM telt ook de lange duur van het onderzoek mee, omdat daardoor het vrije democratische proces in Den Haag ruim drie jaar in gijzeling is gehouden. De staat van verlegenheid duurt nog altijd voort.

De tijd van het vertrouwde driestromenland is voorbij

In breder perspectief is de vraag of de zaak-Tyrus een incident was of een symptoom van onderlinge vervreemding in de driehoek van staat, politiek en burgers. De tijd van het vertrouwde driestromenland met zijn sfeer van ons-kent-ons is voorbij. Die sfeer doortrok het bestel, het ‘Huis van Thorbecke’, van onder tot boven. Nu is het, zeker voor de politiek als tussenschakel, zoeken naar nieuwe vormen, verbanden en lijntjes.

In dat snel veranderende landschap is ‘ombudspolitiek’ ineens een dubieuze categorie voor iets dat voorheen vanzelf sprak. Dat de oude volkspartijen die rol zijn vergeten en zich te veel hebben vereenzelvigd met het bestuur, mag nieuwkomers als De Mos die in het gapende gat springen, niet worden aangerekend. In zijn vonnis noemde rechter Jacco Janssen niet voor niets financiële donaties aan een politieke partij ‘een toonbeeld van worteling in de maatschappij’.

Als je daar zicht op wilt houden, moet je regels stellen. Dat is een taak van de politiek, niet van de strafrechter. Je moet burgers en ondernemers niet afschrikken. Klare taal van de rechter aan het adres van onze nationale politici. Die zijn op dit vlak altijd terughoudend geweest, omdat ze de onafhankelijke positie van hun partijen wilden beschermen. Maar nu er schrikachtigheid heerst over nieuwkomers en dat wat voor wildgroei wordt aangezien, is er beweging en maakt een Wet op de politieke partijen voor het eerst kans.

Prettig tegenwicht

Voor zover die omslag voortkomt uit schrik biedt het vonnis van de Rotterdamse rechters daaraan een prettig tegenwicht. Het laat zien dat je ook welwillend en zelfs positief naar de nieuwe werkelijkheid kunt kijken. Deel van die werkelijkheid is dat lokale partijen niet kunnen profiteren van de rijkssubsidie die landelijke partijen wel krijgen. Zij zijn dus, zoals rechter Janssen constateerde, afhankelijk van donaties om met de zittende machten te kunnen rivaliseren.

Voor zover nieuwe regels strekken tot openheid en een gelijk speelveld, is daar niets op tegen. Om te beginnen zou de Tweede Kamer daar in eigen huis voor moeten zorgen door zo snel mogelijk de b-status voor afgesplitste leden, zoals het Kamerlid Omtzigt, ongedaan te maken. Het is een constitutionele schanddaad dat dit Kamerlid is gekortwiekt in spreektijd, ondersteuning en bevoegdheden. De Grondwet maakt geen onderscheid tussen Kamerleden.

Het zag er deze week naar uit dat het parlement geneigd is van zijn misstap terug te komen. Of het OM de zaak-Tyrus in hoger beroep zal doorzetten, is nog een kwestie van intern beraad. Dat mag na de langdurige verstoring van de Haagse democratie niet te lang duren. De profetie tegen Tyrus kwam overigens niet uit.

Hans Goslinga schrijft elk weekend een beschouwing over de staat van onze politiek en onze democratie. Lees ze hier terug.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden