ColumnSylvain Ephimenco
Net als Macron is Rutte een staatsman elders
Ik had gisteren een tsunami aan retrospectieven, terugblikken en analyses verwacht. Maar niets, niente en zelfs rien du tout! Geen woord in de kranten over die historische 25 maart van precies een jaar geleden toen demissionair minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren door corona werd gevloerd. Ollongren vloog die dag in paniek uit het Binnenhof met een pak papieren onder haar vleugel. ‘Omtzigt functie elders’ stond er te lezen. Het was het startsein van een danse macabre die het Koninkrijk aan Zee deed wankelen. Er volgde toen de opportunistische opstand der brutussen: Sigrid Kaag en Gert-Jan Segers, versterkt door de gehele oppositie. De halve waarheid van premier Rutte werd later voor altijd in het parlementaire marmer gebeiteld: “Ik heb het me verkeerd herinnerd.”
Er waren ook Nachtelijke debatten met onparlementaire beschimpingen naar de premier die spartelend bijna zijn laatste politieke adem uitblies. “Hier scheiden onze wegen” verklaarde toen Sigrid Kaag. Ze vergat alleen het mes dat ze in de rug van Caesar had gezet, dieper in te steken. Verlamming alom midden in de pandemie: de gehele politiek leek demissionair en staarde geagiteerd maar nutteloos naar haar navel. Na deze extravagante coronabesmetting duurde het nog tien maanden eer de oude coalitie logischerwijs werd voortgezet in Rutte-IV.
Zeepbel vol zoemende mediavliegen
Ik heb destijds die hele zaak een affaire van niets gevonden. Een enorme zeepbel vol zoemende mediavliegen en schuimbekkende Kamerleden. In de aanloop naar Rutte-IV was de deftige Haagse vox populi unaniem: van die Mark bleef politiek alleen een stuk verkoold dor hout over. Met zijn verstreken houdbaarheidsdatum zou hij er na een paar maanden zeker uitstappen en het Lubbers-record (4309 dagen premier, van 1982 tot 1994) op zijn buik kunnen schrijven.
Maar zie hoe de feniks nu uit zijn as is herrezen. Niets doelmatiger, hyperactiever en slagvaardiger dan een Rutte in crisistijd. Van pandemie naar oorlog spreidt hij nu her en der zijn internationale vleugels. Hij vergadert met de Canadese premier Trudeau in Groot-Brittannië, bezoekt de Turkse president Erdogan in Ankara, ga naar de Poolse premier Mateusz Morawiecki in Warschau of luncht met president Macron in het Elysée-paleis.
Vorig jaar, terwijl hij in Nederland bijna was afgeschreven schreef het weekblad Courrier international dat ‘deze ervaren man wordt gezien als een betrouwbare en effectieve speler op Europees niveau.’ Het blad citeerde een niet bij naam genoemd ‘hoogste Europese diplomaat van een groot land’: ‘Realiseert u zich wat een aanwinst Mark Rutte is voor Nederland? Merkel is nummer één, Macron twee, en daarna is het ofwel Draghi of Rutte. Rutte is een belangrijke speler op het Europese toneel. Niemand kan doen alsof hij er niet is.’
En niemand in eigen huis die deze status haalt. Ik denk zelfs dat Rutte en Macron in bepaalde opzichten bijna Siamese broers zijn. In eigen land is hun beleid soms krakkemikkig en worden ze door sommigen verguisd en gehaat. Maar hun functie is elders waar ze uitgroeien tot bewonderde staatsmannen. Ja, vervelend hè?
Drie keer per week werpt columnist Sylvain Ephimenco zijn blik op de actualiteit. Lees zijn columns hier terug.