Opinie
Nee, het onderwijs is niet dat rupsje-nooit-genoeg
Docenten hebben bijzonder veel ingeleverd sinds 1985. Hero Boonstra, zelf leraar, somt het op.
Is het onderwijs het bekende rupsje-nooit-genoeg aan het worden? vraagt de verslaggever. In de krantenkop van het bijbehorende artikel (‘Docenten gaan de straat weer op, de vraag is wat ze ermee bereiken') wordt het woord 'weer' gebruikt. Mijns inziens is dat woord totaal niet op zijn plaats, aangezien het voortgezet onderwijs een veel te lange tijd niets van zich heeft laten horen, met altijd weer het argument dat het niet in het belang is van de leerlingen.
Laat ik het zo zeggen: wij als docenten zijn er voor een belangrijk deel de oorzaak van dat we nu zo in de problemen zitten. Juist omdat we nooit of te weinig signalen hebben afgegeven aan 'Den Haag'. Ook nu bij mij op school zijn er weer veel collegae die niet staken, omdat ...... (vul maar in). Ondergetekende staakte dus wel, omwille van het voortbestaan van het onderwijs.
Want hoe zit het ook alweer? Onder het tweede kabinet-Lubbers werd met veel goedkeuring 'de bijl gelegd aan de onderwijsboom' door in drie rondes ongeveer 15 procent van de onderwijssalarissen af te halen. 15 procent maar liefst. En ja, dan komt vanzelf de boemerang terug in de huidige vorm van een totale desinteresse bij jongeren om nog te kiezen voor een baan in datzelfde onderwijs.
Hoogste salarisschaal
Er was nog meer. Voor de HOS-nota uit 1985 (Herziening van de onderwijssalarisstructuur) werd een academicus ( ik ben academicus en geef les op het Praedinius Gymnasium in de stad Groningen) direct geplaatst in de hoogste salarisschaal vanwege het feit dat hij academicus was. Na de HOS niet meer. Toen ik in 1990 begon, heb ik bijna 23 jaar moeten buffelen om in die schaal terecht te komen. Ik heb eens ruwweg berekend dat mij dat na 23 jaar bijna 100.000 euro minder heeft opgeleverd dan voor de HOS.
In 2014 kwam vervolgens het zogeheten 'entreerecht' waardoor scholen min of meer verplicht werden om docenten in de bovenbouw in een hogere schaal te plaatsen na een sollicitatieprocedure. Vervolgens bleek dat de bijbehorende financiering achterwege bleef.
Scholen met veel academici zitten dus nu financieel erg zwaar en dat komt dan weer tot uiting in steeds grotere klassen, waarbij groepen van 32 of meer leerlingen absoluut geen uitzondering meer zijn. Vorig jaar had ik nog een vijfde klas met 35 leerlingen. Dit jaar is het iets beter: in de meeste bovenbouwklassen 30 à 32 leerlingen.
De laatste salarisonderhandelingen hebben voor docenten een verhoging opgeleverd die nauwelijks hoger is dan de inflatie. Maar het leukste komt nog: de bonden hebben ook een lestaakverlichting voor elkaar gekregen van 50 uur, zodat de jaarlijkse lesgeeftaak bij een volledige baan van 750 naar 700 uur kan gaan. Klein detail: de bijbehorende financiering ontbreekt en dus is het weer een sigaar uit eigen doos. En zo gaat het maar door.
Regelingen voor oudere docenten zijn voor een belangrijk deel ontmanteld, omdat die te veel kostten. Ik ben bang dat die ouderen straks het onderwijs 'in de lucht moeten houden', maar de onontbeerlijke taakverlichting voor ouderen is er niet meer.
Tot slot gaat veel geld van de lumpsum eerst naar bestuur en andere overhead. Docenten hebben het idee dat zij verworden zijn tot het sluitstuk van het onderwijs. Maar ja, laten we even heel eerlijk zijn: Iedereen kan toch best wel een beetje lesgeven? Maar dat docenten kunnen worden vereenzelvigd met het bekende rupsje, gaat mij net iets te ver.
Lees ook:
Onderwijsstaking: is vier miljard euro erbij een reële eis, of is het onderwijs een rupsje-nooit-genoeg?
Van basisschool tot universiteit, alle lagen van het onderwijs deden in maart mee aan een landelijke staking. Het personeel wil vier miljard extra voor een hoger salaris en lagere werkdruk. Hoe reëel is die eis?
Pak het onderwijs nu echt eens aan
Dat de problemen in het onderwijs zeer groot zijn – daar is iedereen het wel over eens. De salarissen van basisschoolleerkrachten blijven achter. De werkdruk is ongezond hoog, met name op basisscholen en universiteiten.