OpiniePapua
Nederland moet zich bij de VN inzetten voor een vrij Papua
Papua past niet goed bij Indonesië en heeft genoeg in huis voor autonomie, betoogt Maarten van der Schaft, voormalig medewerker bij de Aziatische Ontwikkelingsbank.
Papua, voorheen Nederlands Nieuw-Guinea (NNG), was voor Nederland altijd een kostenpost. De Nederlandse zending vestigde zich er in 1855, de overheid volgde in 1898. Toch heeft Nederland in de periode tussen 1949, toen Indonesië soeverein werd, en 1962, het jaar van de overdracht van Nederlands Nieuw-Guinea, voorbeeldig opbouwwerk geleverd dat de Papoea’s klaarmaakte voor zelfstandigheid (Trouw, 11 september). Van meet af aan was duidelijk dat Nieuw-Guinea zowel etnisch, demografisch als wat betreft flora en fauna heel anders was. Papoealeiders spraken zich er al vroeg over uit. Frans Kaisiepo in 1946: “Wij willen eigen leiders”, zendingsonderwijzer Johan Ariks (Malino, 1950): “Wij willen niet als vee worden verkocht. Wij zijn Melanesiërs, geen Indonesiërs”.
Bekend is dat de overdracht in 1962 plaatsvond onder Amerikaanse druk. Spraakmakende Nederlandse ondernemers zagen NNG als obstakel voor zakendoen met het nieuwe Indonesië. Zendingsmensen als de gereformeerde hoogleraar Jo Verkuyl lieten de dekolonisatie-emoties van Indonesië prevaleren boven de legitieme identiteitsrechten van de Papoea’s. De geopolitiek versus het gegeven woord verdeelde de Nederlandse politiek.
Reeds vanaf 1945 leefde de gedachte om NNG een status aparte te geven als mandaat van de VN. Stellig was de stichting van een Melanesische staat in een samengaan met het broedervolk van Papua Nieuw-Guinea, dat tot 1975 Australisch was, de ideale oplossing geweest.
Ander Indonesisch geluid
Er was ook een andere werkelijkheid naast koloniale emoties, gemunt in de oorlogskreet van Soekarno, de eerste president van Indonesië: ‘Van Sabang tot Merauke’. Journalist Dirk Vlasblom vermeldt in ‘Papoea, een geschiedenis’ een gesprek tussen Soekarno en de Papoea Frits Kirihio. “Frits”, zei Soekarno, “Ik heb niets tegen de Papoea’s, jullie zijn onze broeders maar de Nederlanders moeten eruit. Als jullie je onafhankelijkheid willen dan krijg je die van mij. Betul (zeker).” De in Nederland gewaardeerde Mohamed Hatta zei op 11 juli 1945: “Ik erken dat ook het Papoeavolk het recht heeft een vrije natie te worden”. Deze gedachten leefden ook na het Soehartoregime bij de presidenten Gus Dur en Habibie (die Oost-Timor een referendum toestond). In die geest vroeg president Yudhoyono in 2010 Papoealeider Nicolaas Jouwe om terug te keren. Jouwe woonde in Delft.
Het is nu bijna zestig jaar later en tijd voor een realistische blik. Indonesië heeft de harten van de Papoea’s in al die jaren niet voor zich kunnen winnen. Repressie, martelingen, zelfs straffeloze moordpartijen (Amnesty International, juli 2018) en de transmigratie van ruim twee miljoen Indonesiërs hebben de kloof tussen het Indonesische bestuur en de Papoeabevolking alleen maar verdiept. Geringe economische ontwikkeling en de exploitatie van de bodemschatten door multinationals met betrokkenheid van het leger gaan aan de autochtone Papoea’s voorbij. Ook milieuschade zoals de vervuiling van rivieren door de Amerikaanse Grasberg-goudmijn eist een tol.
De tragiek van dit trotse natuurvolk is dat het een speelbal werd tussen Indonesië en Nederland, en nog geen meester is geworden van zijn eigen geschiedenis. Toch beschikt het over voldoende bekwame en toegewijde mensen om het eigen land te besturen.
De Nederlandse overheid kan haar rol als contractpartner bij het Verdrag van New York uit 1962 inhoud geven door binnen de Verenigde Naties en met Indonesië de mogelijkheden vooor dekolonisatie van Papua af te tasten. Onder eerdere Indonesische presidenten was deze ontwikkeling reeds gaande. Dat is ingetwijfeld een moeizame weg, maar voor de Papoea’s bestaat, zoveel is duidelijk na de laatste demonstraties, geen ander alternatief.
Lees ook:
Het enige dat in West-Papua ontbreekt is vrijheid
De bevolking van West-Papua blijft sterk streven naar onafhankelijkheid van Indonesië, schrijft Raki Ap, van Free West-Papua Campaign.
Alsof we halve beesten zijn’ - hoe West-Papua steeds verder wegdrijft van Indonesië
Nederland plantte ooit, een beetje per ongeluk, de zaadjes van nationalisme in West-Papua, Indonesische repressie deed de rest. Maar de kansen op onafhankelijkheid lijken klein.