CommentaarLhbti+
Na de spijtbetuiging is het nu tijd voor veilige zorg voor lhbti+’ers
Homo’s, lesbo’s, biseksuelen en trans personen is in het verleden veel leed aangedaan door de psychiatrie. De Nederlandse psychiaters hebben hier nu afstand van genomen en spijt betuigd. Dat is slechts een begin, nu moet de zorg voor de lhbti-gemeenschap goed aansluiten.
De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) heeft bij monde van haar voorzitter Niels Mulder een officiële spijtbetuiging uitgesproken aan het adres van de lhbti+-gemeenschap voor de psychiatrische praktijken uit het verleden. Homo’s, lesbo’s, biseksuelen en trans personen zijn door psychiaters in het verleden tot ziek en afwijkend bestempeld. De behandeling die daarop volgde, was vaak gruwelijk, zoals castratie of elektrotherapie. Dat de NVvP zich rekenschap geeft van de troebele, duistere periodes uit haar bestaan, sluit aan bij internationale ontwikkelingen binnen de psychiatrie. Toch ging aan de verklaring wel de nodige interne discussie vooraf. Begrijpelijk. Uiteindelijk heeft de huidige ggz-praktijk niets meer van doen met de gruwelen van destijds. De psychiaters van toen waren mensen van hún tijd. Zij handelden naar de medische inzichten van destijds en speelden de maatschappelijke rol die van hen werd verwacht. In hoeverre is de moderne psychiatrie daar verantwoordelijk voor?
Je mag zijn wie je bent
Dat er uiteindelijk toch een spijtbetuiging ligt, is niet los te zien van wat psychiaters in hun spreekkamer aantreffen. Daarin zien ze relatief vaak homo’s, lesbo’s en trans mensen die worstelen met mentale problemen, met wie ze zijn en wat hun plek is in de samenleving. Want vroeger, toen heteroseksualiteit de norm was, was toch vooral de boodschap: alles wat afwijkt, is gek en moet behandeld worden. Terwijl nu de boodschap het tegenovergestelde behoort te zijn: je mag zijn wie je bent. De samenleving heeft dus niet stilgestaan – maar oude patronen en opvattingen zijn nog lang niet verdwenen.
In zijn toespraak benadrukte Niels Mulder dat de spijtbetuiging slechts een begin is voor de psychiaters van Nederland. Nu komt het erop aan. De psychiatrische zorg moet beter aansluiten bij de behoeften van de lhbti+-gemeenschap. Veilige zorg dus, die stilstaat bij de specifieke problemen van deze groep. Interessant is ook de discussie over genderdysforie, het lijden aan een gevoel van onbehagen als je biologisch geslacht niet overeenkomt met wat je voelt. Genderdysforie staat nog officieel te boek als psychiatrische stoornis, terwijl transgender al uit de DSM (het handboek met internationale criteria voor stoornissen) is geschrapt. Dat valt lastig te rijmen. Het lijkt daarom een kwestie van tijd voordat de Nederlandse psychiaters hier ook een streep door zetten: genderdysforie is geen stoornis, maar ook voor deze zielenpijn moet je kunnen aankloppen bij de psychiater.
Het commentaar is de mening van Trouw, verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren.