null Beeld

ColumnHans Goslinga

Misschien was Nederland wel gaver onder Den Uyl

Hans Goslinga

Het is een uitspraak van VVD-aanvoerder Rutte die enige nagalm zal hebben: ‘We willen niet terug naar de dagen van Joop den Uyl’. Hij zei het vorige week in De Telegraaf bij wijze van opening van de campagne voor de provinciale verkiezingen half maart.

Rutte maakte daarmee de inzet van zijn partij duidelijk: het keren van het linkse gevaar, nu verbeeld door de combinatie van PvdA en GroenLinks. Als we de jongste geschiedenis even vergeten ligt het in lijn met de drijfveren van de oprichters van de VVD, Heineken-directeur Stikker en beroepspoliticus Oud. Zij zagen hun nieuwe partij als een dam tegen de ‘hoger wordende rode golven’.

Voor zover de naam Den Uyl nog op provinciaal niveau resoneert, is het in Limburg en Zeeland. Als minister van economische zaken kondigde hij in 1965 de sluiting van de kolenmijnen aan. Dat betekende het verlies van tienduizenden arbeidsplaatsen en een trauma voor de Limburgse ziel.

In Zeeland is de naam Den Uyl verbonden met de Oosterscheldedam, het laatste grote project in de Deltawerken, waartoe het derde kabinet van de linkse Drees besloot na de Watersnoodramp in 1953. De dam was niet alleen een waterbouwkundig hoogstandje, maar ook een politiek kunststuk, omdat het tegenstrijdige belangen verenigde. Met de keuze voor een doorlaatbare kering, die dicht kon bij hoge golven, beschermde het kabinet-Den Uyl de Zeeuwen tegen natte voeten zonder het zeldzame getijdenmilieu, goed voor natuur en milieu, aan te tasten.

Volgens Shakespeare leeft het kwaad dat mensen aanrichten na hen voort en wordt het goede vaak met hun beenderen begraven. Daarom kan het geen kwaad nog even aan de gewiekstheid van Den Uyl te herinneren, waarmee hij het verzet van zijn partijgenoot Wim Duisenberg tegen de dam brak.

De minister van financiën lag dwars vanwege de hoge kosten. Vlak voor de besluitvorming liet Den Uyl zich quasi-achteloos tegenover hem ontvallen: ‘Als ik morgen onder de tram kom, moet jij aan de bak, Wim’. Duisenberg voelde zich hierdoor zo gecoiffeerd, dat hij zijn verzet opgaf. De dam kwam daarna nog maar net door de Kamer, dankzij de verrassende steun van de communisten.

De harten van gewone mensen

Met het opfrissen van deze geschiedenis help ik Rutte een beetje, want de meeste kiezers zullen aan de dagen van Den Uyl geen actieve herinnering hebben. Het kabinet dat hij van 1973 tot 1977 leidde, is de historie ingegaan als ‘het meest progressieve kabinet van de eeuw’. Deze naam dekt niet helemaal de lading.

VVD-leider Wiegel had dan wel campagne gevoerd onder het motto ‘Hou Den Uyl uit het Catshuis’, eenmaal binnen lukte het de PvdA-voorman niet zijn ambitie om kennis, macht, bezit en inkomen te spreiden waar te maken. In dit rijtje wordt ‘bezit’ vaak vergeten, terwijl het kabinet uitgerekend daarover viel, een conflict met het CDA over de waarde van de grond.

Anders dan Rutte had Den Uyl wel een visie. Hij trad aan met een, licht verbasterde, tekst uit het bijbelboek Spreuken: ‘Waar visie, waar uitzicht ontbreekt, komt het volk om’. Rutte vindt visie louter hinderlijk, maar een feit is dat Den Uyl met zijn strijdbare program tot de verbeelding sprak en mensen bij de politiek betrok. ‘De politiek is zo dood als een pier als zij niet leeft in de harten van gewone burgers’, zei hij. De opkomst in 1977 is met 88 procent nog altijd een record.

Voor de val van Muur in 1989 lag de anti-linkse strategie van de VVD in lijn met de internationale toestand. De ideologische vijand zat aan de andere kant van de Muur en de liberalen vertrouwden links niet als verdediger van het vrije Westen. De agressie komt in onze dagen van dezelfde kant, maar nu zitten de uitgesproken meelopers van Poetin, de ‘nuttige idioten’ en de politiek bijzienden die niet verder kijken dan de thermostaat, rechts van de VVD.

Wild stemmen

Het vergt enige strategische acrobatiek om te begrijpen dat Rutte zich met de profilering van de VVD als dé rechtse partij in wezen afzet tegen de concurrentie op de rechterflank. Links mag blij zijn met de rol van uitdager. De ervaring leert dat een tweestrijd voor beide kampen voordelig is. De inzet staat wel ver af van de politieke werkelijkheid, die Rutte dwingt voor steun naar links te kijken.

De ervaring leert ook dat kiezers de provinciale stembusstrijd aangrijpen om een beetje wild te stemmen. De partij van de fabulant en Poetinvriend Baudet werd in 2019 de grootste. Al in de jaren dertig profiteerde ook de NSB van dit effect. Dat laat opnieuw zien hoe onwijs het is de Eerste Kamer aan de Statenverkiezingen te koppelen. Directe verkiezingen en een terugzend- in plaats van een vetorecht zijn beter voor de stabiliteit en scheppen een voorwaarde ‘de boel bij elkaar te houden’, zoals Den Uyl zijn opdracht zag.

Dat lukt Rutte wel in Den Haag, maar niet in het land, dat verdeeld is en bitter lijkt. Misschien was Nederland in de dagen van Den Uyl wel een echt gaaf land.

Hans Goslinga schrijft elk weekend een beschouwing over de staat van onze politiek en onze democratie. Lees ze hier terug.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden