Waarom gaan we eigenlijk nog naar school, als robots later toch ons werk overnemen
René Kneyber
Eén leerling vroeg zich hardop af, ‘Waarom gaan we eigenlijk nog naar school, als robots later toch ons werk gaan overnemen?’ Zijn vraag was uiteraard zeer terecht. Er zijn dan ook veel zorgen over de arbeidsmarktperspectieven van leerlingen en studenten die via het mbo een vak proberen te leren. Bijvoorbeeld bij de Sociaal-Economische Raad die het vorige week maar weer eens aankaartte.
De studenten van met name de lagere niveaus hebben vaak al niet zo’n affiniteit met leren, en door allerlei technologische ontwikkelingen zijn het juist hun banen die dreigen te verdwijnen. Zij kampen op de arbeidsmarkt in feite met een vierdubbel probleem: ze moeten erop anticiperen dat hun baan wellicht verdwijnt (doen ze niet), en moeten dan flinke bedragen betalen (hebben ze niet) om iets nieuws te gaan leren (willen ze niet), en dan connecties hebben (onderhouden ze niet) om aan nieuw werk te komen.
Opleiden voor een niet bestaande arbeidsmarkt
Kinderen een lerende houding aanleren, daar is uiteraard school en opleiding voor nodig
René Kneyber
Er zijn mensen die geloven, vanuit een welhaast darwinistisch perspectief, dat deze mensen maar moeten zwemmen of verzuipen in onze kolkende arbeidsmarkt. Maar ik vind dat de overheid hierin een beschermende rol moet nemen. Die kan, op regionaal en gemeentelijk niveau, veel eerder inschatten waar de banen gaan verdwijnen, actief de juiste mensen aan moedigen om zich om te scholen, en mensen helpen op een nieuwe arbeidsplek te vinden.
In het advies Vakmanschap voortdurend in beweging van vorig jaar pleitte de Onderwijsraad voor een persoonlijk levenslang leren budget, waarvan deze kansarme groepen hun opleiding kunnen betalen. Maar kinderen en jongvolwassenen een lerende houding, tja, aanleren – en waar ze bovendien hun leven lang mee verder kunnen –, daar is uiteraard de school en de opleiding voor nodig.
Afgelopen augustus verscheen over het opleiden voor niet-bestaande banen een lezenswaardig rapport van de toponderzoeker Paul Kirschner. Hij beschrijft een drietrapsraket die leraren in scholen moeten proberen te lanceren: van een kennisfundament, naar het toepassen van die kennis in verschillende contexten, tot metacognitie en reflectie.
Dat klinkt me uiteraard verstandig in de oren, maar in de praktijk is dit allemaal nog niet zo makkelijk. Vandaag zei een leerling monter tegen mij: ‘Ik heb een negen gehaald, dus nu mag ik een twee halen voor de volgende toets.’
Misschien, dacht ik toen, kan iemand wel een robot maken die mij af en toe eens wil komen helpen.
Lees hier meer columns van Rene Kneyber