opinie

Minvermogenden moeten óók recht kunnen halen

Advocaten in actie tegen de bezuinigingen op het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand. Beeld ANP
Advocaten in actie tegen de bezuinigingen op het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand.Beeld ANP

De plannen van minister Dekker met de rechtsbijstand creëren ongelijkheid, aldus Wouter Veraart, hoogleraar rechtsfilosofie aan de Vrije Universiteit.

Wouter Veraart

Door de toegang tot de rechter voor minvermogenden afhankelijk te maken van een beslissing van een poortwachter, creëert minister Dekker een tweedeling in de rechtsstaat. Burgers met voldoende eigen geld worden immers niet aan zo’n triage onderworpen.

In zijn brief aan de Tweede Kamer van 9 november 2018 schetst Dekker de contouren van een toekomstig stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. Hij wil problemen van rechtsbijstandsgerechtigden voortaan het liefst buiten de rechter om oplossen. De gang naar de rechter wordt in veel gevallen afhankelijk van een beslissing van een onafhankelijke instantie, waartegen bezwaar en beroep mogelijk is. Het is de bedoeling dat deze poortwachter slechts toegang tot het recht verschaft als daarvoor echt een goede reden is.

Dekker suggereert dat die reden er vaak niet zal zijn, omdat problemen van minvermogenden vaak veel beter ‘integraal’, door een netwerk van ‘oplossingsgerichte’ instanties, kunnen worden aangepakt. Daartegenover wordt door de minister het probleemoplossend vermogen van rechters en andere juridische professionals zoals advocaten ernstig betwijfeld.

Kafka

Dekkers poortwachter doet denken aan het korte verhaal ‘Voor de wet’ van Franz Kafka. Dat begint zo: “Vóór de Wet staat een wachter. Bij deze wachter komt een man van buiten en verzoekt toegang tot de Wet. De wachter zegt, dat hij hem nu geen toegang kan verlenen. De man denkt na en vraagt of hij dan naderhand naar binnen zou mogen. ‘Het is mogelijk’, zegt de wachter, ‘maar nu niet’.”

Deze passage kan helpen begrijpen wat er fundamenteel verkeerd gaat in het plan van Dekker. Ook de minvermogende Nederlandse burger moet straks een heel hoge drempel over voor hij eventueel zijn recht kan halen bij een onafhankelijke rechter. De poortwachter kan hem de weg naar de wet immers in veel gevallen versperren. Dan resteren slechts procedures van bezwaar en beroep tegen die afwijzende beschikking.

Daarmee creëert de minister een bureaucratisch labyrint dat schijnbaar de bedoeling heeft om afschrikwekkend te werken, omdat het de rechtszoekende ophoudt en afhoudt van het vinden van oplossingen voor zijn concrete problemen. Een vergelijkbare hervorming van de rechtsbijstand in het Verenigd Koninkrijk heeft volgens een evaluatie van Amnesty International in 2016 een desastreus effect gehad op de rechtstoegang van kwetsbare groepen.

Niemand zal ontkennen dat het de voorkeur heeft om problemen zelf op te lossen, en liefst ook buiten het recht om. Dat neemt niet weg dat burgers met elkaar of met instanties kunnen botsen, óók met instanties die zijn opgericht om bepaalde problemen voor hen op te lossen. Zij kunnen hun macht misbruiken of de rechten van hun cliënten al dan niet opzettelijk met voeten treden. Juist minvermogende burgers hebben in zo’n geval behoefte aan een laagdrempelige toegang tot een onafhankelijke geschillenbeslechter, die in staat is om hun rechten te beschermen tegenover machtige instanties. In Nederland vervult de rechter die belangrijke rol.

Eerlijke behandeling

Dekker probeert die toegang tot de rechter drastisch te beperken en verwijst minvermogenden terug naar de instanties waarmee zij wellicht in de clinch liggen. Zij komen daarmee in een vicieuze cirkel terecht.

Dekker meent dat mensen vooral behoefte hebben aan oplossingen voor hun problemen. Daarmee miskent hij de behoefte die mensen hebben aan een eerlijke behandeling van hun zaak, aan een onafhankelijke en rechtvaardige procedure waarbinnen hun rechten worden gewaarborgd. Dat recht op een rechtvaardige procedure is iets heel fundamenteels. Onze grondwet garandeert dat iedereen in gelijke gevallen gelijk wordt behandeld. Aan die gedachte maakt Dekker een einde door de gang naar de rechter voor min- en onvermogende burgers veel moeilijker te maken dan voor beter bedeelden.

Echte oplossingen bieden voor problemen is uiteraard belangrijk, maar de manier waarop problemen worden opgelost evenzeer. Een eerlijke procedure betekent dat je gehoord wordt door een onafhankelijk persoon en dat je in die procedure als gelijke, verantwoordelijke burger wordt gerespecteerd, ook al ben je misschien armlastig.

Het gevoel dat je serieus wordt genomen als volwaardig rechtssubject, is op zich al een belangrijk antwoord op ervaringen van onrecht die soms met grote emoties gepaard gaan. Dekker negeert dit immateriële kernaspect van rechtspleging en heeft slechts oog voor wat er soms misgaat.

Zo stelt hij dat twintig procent van de mensen die de juridische weg kiezen, aangeeft ‘dat hun problemen daarmee niet zijn opgelost’. Volgens Dekker komt dat ‘omdat een juridische benadering lang niet altijd een oplossing biedt voor de achterliggende problematiek’. Merkwaardig is niet alleen dat hij geen oog heeft voor de tachtig procent van de gevallen die blijkbaar wel tot mooie resultaten leiden.

Door de rechterlijke macht slechts als een oplossingenmachine neer te zetten, miskent hij haar wellicht grootste waarde: het bieden van rechtserkenning door een eerlijke behandeling van ieders zaak.

Kapstok

Dat gerechtelijke procedures geen wondermiddel zijn, weten rechters ook. Al in 2016 schreef de Raad voor de Rechtspraak in het rapport ‘Rechtspraak die ertoe doet’ dat vaker gezocht zou moeten worden naar een integrale oplossing van de onderliggende problematiek. Maar wél vanuit de kapstok van het recht.

Inmiddels zijn veelbelovende initiatieven ontplooid, waarvan de spreekuurrechter, schuldenrechter en de buurtrechter enkele voorbeelden zijn. Wie echter meent dat minvermogende burgers verstoken mogen blijven van rechtvaardige procedures zolang hun ellende maar wordt ‘opgelost’, miskent het feit dat ook zij volwaardige rechtssubjecten zijn die dezelfde aanspraak op respect en rechtsbescherming verdienen als elke andere ingezetene van Nederland, inclusief de minister zelf.

Lees ook:

Als de minister niet luistert, trekken ook de advocaten gele hesjes aan

De eerste advocatenprotesten tegen bezuinigingen op de rechtsbijstand zijn begonnen. ‘Nu zijn onze hesjes nog groen.’

Wordt een goede advocaat zeldzaamheid voor wie geen geld heeft?

Een wantrouwend iemand zou haast denken dat de minister de sociale advocatuur wil uitroken. Dat kan toch niet waar zijn, stelt Mies Westerveld, hoogleraar Toegang tot Recht aan de Universiteit van Amsterdam.

Minister Dekker oogst kritiek en onbegrip met zijn herziening van de rechtsbijstand

Minister Dekker wil een ‘poortwachter’ voor de rechtsbijstand. De oppositie is kritisch, net als de advocatuur.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden