Nederland is helemaal niet zelfvoorzienend. Veeteelt maakt onze voedselvoorziening juist heel kwetsbaar, stelt Jaap Korteweg, algemeen directeur van Those Vegan Cowboys.
Nederland moet zoveel mogelijk voedsel en kennis blijven produceren, zo luidt het advies van hoogleraar internationale betrekkingen Rob de Wijk onlangs tijdens een besloten bijeenkomst van landbouworganisatie ZLTO. Want we moeten als land zoveel mogelijk zelfvoorzienend zijn. Een wonderlijke combinatie van uitspraken wanneer je naar de werkelijke situatie in ons land kijkt.
Nederland gaat er al jaren prat op de grootste exporteur van landbouwproducten te zijn na de VS. Bron voor misverstand. ‘Nederland grotere voedselimporteur dan woestijnstaat Qatar’ is ook waar.
De werkelijke situatie: in voedingswaarde importeren we veel meer voedsel dan dat we exporteren. Om de huidige landbouwexport te realiseren, gebruiken we buiten Nederland meer landbouwgronden dan in ons eigen land. De grootste agrarische verslinder van gebieden buiten onze landsgrenzen is de veehouderij. De gebruikte voedingswaarde om kippen, varkens en koeien te voeren gaat voor driekwart verloren door er vlees en/of zuivel van te maken.
Het gros van de boeren, landbouwdeskundigen en beleidsmakers mist dit complete beeld. CBS-woordvoerder Cor Pierik vatte dit plaatje in 2020 als volgt samen: “Nederland voedt niet de wereld, maar de wereld voedt Nederland”. De Wijk lijkt ook in de veronderstelling dat we nu meer dan zelfvoorzienend zijn. Dat is pertinent onjuist. Door op deze voet door te gaan, blijft onze grote afhankelijkheid in stand.
Bijzonder kwetsbaar
En dat willen we niet. Corona en de situatie in Oekraïne hebben de kwetsbaarheid van ons land duidelijk gemaakt. Bij corona ging het aanvankelijk over wc-papier en mondkapjes. Met een run op de supermarkt als resultaat. Met Oekraïne werd het al heftiger – we moeten de winter door met de thermostaat een paar graden lager. Aan voedsel hebben we nog geen gebrek.
Wanneer bijvoorbeeld de vogelgriep zich ergens evolueert tot een voor mensen besmettelijke variant en de grenzen dichtgaan, zijn we in dit land bijzonder kwetsbaar. Zonder grootschalige import kunnen we onze kippen, varkens en koeien niet meer voeren. En dan bijten niet alleen deze productiedieren op een houtje maar ook wijzelf.
Overigens kan het wel, zelfvoorzienend zijn. Wanneer we kiezen voor 100 procent plantaardige landbouw. Wereldwijd wordt 80 procent van het landbouwareaal gebruikt voor veehouderij en dat levert ons slechts 20 procent van de voedingswaarde. De overige 20 procent van de groente, fruit en granen, die direct voor menselijke consumptie worden geteeld, levert ons 80 procent van de voedingswaarde. Laat dat maar eens op je inwerken.
Netto-exporteur
Alleen met 100 procent plantaardige voeding, inclusief vlees en zuivel van plantaardige herkomst, kunnen we echt netto-exporteur worden. De akkers in Nederland leveren dan meer dan voldoende op om de eigen bevolking te voeden. We worden voorloper in de noodzakelijke internationale eiwittransitie en bestendigen ons imago als kennisland voor duurzaam voedsel.
We kunnen er dan zelfs voor kiezen om meer natuur te realiseren of te extensiveren, zodat we minder kunstmest en bestrijdingsmiddelen nodig hebben. En dat met behoud van netto zelfvoorziening in voedsel. Als lucratieve bijvangst behoort dan de huidige miljarden verslindende stikstofproblematiek ook tot het verleden. Ineens zijn we het braafste jongetje van de EU-klas.
Wanneer in dit scenario de grenzen dichtgaan, hoeven we niet op een houtje te bijten. De maaltijden zullen wat minder divers en exotisch zijn, maar we hebben genoeg te eten. Ook zal het plantaardige Nederlandse landbouwsysteem niet verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van een voor mensen levensgevaarlijk varkens- of vogelgriepvirus. We houden hier immers geen pluimvee en varkens meer.
Zo kan Nederland zelfvoorzienend én misschien wel voedselexporteur zijn. Misschien niet de grootste, maar wel een echte. Laten we elkaar niet voor de gek houden.
Lees ook:
Hoe groot is de kans dat het vogelgriepvirus ook voor mensen een gevaar wordt?
Het H5N1-virus tiert welig rond in de vogelwereld en springt regelmatig over naar zoogdieren. Onlangs werd een Spaanse nertsenfokkerij getroffen. Hoe groot is de kans dat het virus voor mensen besmettelijk wordt? ‘Geen idee, maar deze uitbraak zou ons wakker moeten schudden.’
Gekkekoeienziekte (BSE) gevonden bij dood rund blijkt geïsoleerd geval
De dodelijke rundveeziekte BSE – ofwel gekkekoeienziekte – is voor het eerst sinds 2011 aangetroffen in Nederland. Het gaat daarbij om de zogeheten ‘atypische variant’. Daarmee is sprake van een incidenteel geval, waardoor de kans op verdere verspreiding nihil is.