CommentaarLonen
Medewerkers in de (semi-)publieke sector verdienen een goed loon en perspectief
Werkgevers in de zorg, het openbaar vervoer en andere (semi-)publieke sectoren staan voor een enorme opgave: ze moeten weer een aantrekkelijke werkgever zien te worden. Dat gaat tijd kosten, en geld.
Want er is echt iets aan de hand als vuilnisophalers, buschauffeurs of ziekenhuismedewerkers het werk neerleggen. Hun acties treffen immers rechtstreeks de mensen voor wie ze gewoonlijk aan het werk zijn. Juist omdat ze daar niet op uit zijn, zetten ze het stakingsmiddel doorgaans met mate in, en voorzichtig. Jeugdbeschermers voeren al sinds oktober actie maar proberen dat zo te doen dat de gezinnen die ze begeleiden daar zo weinig mogelijk last van hebben. De rechterlijke macht heeft zelfs niet eerder gestaakt, maar dreigt daar nu toch mee.
De ene (semi-)publieke sector is de andere niet, maar een paar rode draden zijn er wel. De onvrede gaat deels over geld, voor een belangrijk deel ook over werkomstandigheden, de hoge werkdruk voorop. En ook al is de hoge inflatie een belangrijke aanjager van de huidige actiebereidheid, de werknemers voelen zich vaak al veel langer overvraagd, ondergewaardeerd en onderbetaald.
Negatieve spiraal
Nog zo’n rode draad is dat de problemen in de verschillende sectoren leiden tot een moeilijk te doorbreken negatieve spiraal. Als jeugdzorgmedewerkers de sector verlaten, verergert dat de werklast voor de achterblijvers. Als officieren van justitie ziek thuis komen zitten, betekent dat nog meer overwerk voor hun collega’s. En als zorgmedewerkers ontdekken dat ze als zzp’er beter verdienen en meer grip op hun arbeidsomstandigheden en -tijden hebben, heeft dat gevolgen voor de mensen die wel in vaste dienst blijven: van hen wordt een nog grotere flexibiliteit gevraagd.
De bonden roepen het al jaren: de publieke en semi-publieke sector lijden onder structurele verwaarlozing. Juist nu de werkloosheid laag is, en mensen die weg willen dat vaak ook kunnen, worden de gevolgen van die verwaarlozing in volle omvang zichtbaar. Het geeft werknemers ook macht, wat in het geval van de gemeenteambtenaren, vuilnisophalers voorop, goed heeft uitgepakt. Daar ligt nu een principeakkoord dat juist in de lagere salarisschalen procentueel de meeste verbetering geeft.
Geld is niet alles, maar een redelijk loon is wel belangrijk, ook om als (semi-)publieke sector personeel te behouden en aan te trekken. Minstens zo belangrijk is het om die medewerkers perspectief te bieden en niet, zoals al veel te lang is gebeurd, maar te zien waar het schip strandt. Dat betekent onder meer het aanpakken van bureaucratie, opleidingsplannen, ICT-systemen die het gewoon doen, en heldere prioriteiten vaststellen als het met de beschikbare menskracht niet gaat.
Het commentaar is de mening van Trouw, verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren.