Om de netelige vraagstukken in onze samenleving succesvol aan te kunnen aanpakken, is samenwerking nodig tussen alle kennisgebieden en talenten. Daartoe moet ons onderwijs heel anders georganiseerd worden, bepleit Régine van Lieshout, directeur van het Summa College in Eindhoven.
Om iedereen wendbaar te maken op de arbeidsmarkt, is permanente scholing nodig, stellen Aart Jan de Geus en Bas ter Weel (Opinie, 17 maart). Zij benadrukken de verantwoordelijkheid van de overheid hierin en pleiten voor een systeem van leerrechten. Een goede stap, maar er is meer nodig: een fundamenteel andere infrastructuur van ons onderwijs.
We leven in een tijd van grote maatschappelijke vraagstukken zoals klimaatcrisis, energietransitie en personeelstekorten. Tegelijkertijd is er sprake van een groeiende kloof in de samenleving; de sociale cohesie staat flink onder druk. Veel talent wordt niet of nauwelijks benut, terwijl we iedereen nodig hebben om deze maatschappelijke vraagstukken succesvol aan te pakken.
Blijven investeren in de ontwikkeling van mensen is daarom inderdaad van groot belang. Omdat we meer goedgeschoolde arbeidskrachten nodig hebben, maar ook omdat mensen die zich ontwikkelen persoonlijke groei ervaren en vaker meedoen in de samenleving. Dat kan helpen om de kloof te verkleinen. Die investering zou niet moeten stoppen bij de pensioenleeftijd; ook daarna kunnen en willen mensen vaak nog veel betekenen voor de arbeidsmarkt en samenleving.
Alles is afgebakend
Hiervoor is meer nodig dan een overheid die wil investeren in leerrechten. Ook de infrastructuur van ons onderwijs verdient een grondige herijking. Die is nog steeds gebaseerd op afgebakende hokjes, van mbo tot universiteit, gerangschikt van laag naar hoog op de opleidingsladder. Ook de kennisgebieden binnen de onderwijsinstellingen zijn afgebakend. Maar om de maatschappelijke vraagstukken succesvol aan te kunnen aanpakken, is intensieve samenwerking nodig tussen kennisgebieden en álle elkaar aanvullende talenten en vaardigheden.
Denken in laag- en hoogopgeleid is dus niet zinvol. Leren beperken tot een maximum van een universitaire studie, zoals De Geus en Ter Weel bepleiten, is daarom geen goed idee. Het kan voor de samenleving heel waardevol zijn als iemand zich meermaals praktisch schoolt.
In Nederland bestaan al enkele veelbelovende initiatieven om met meerdere onderwijsvormen tezamen naar oplossingen te zoeken voor een vraagstuk als de energietransitie. Dat zou verder geïntensiveerd moeten worden: plaats niet de instituten centraal, maar de vraagstukken en talenten van mensen.
Nodeloos ingewikkeld
Het onderwijs wordt dan ook toegankelijker voor volwassenen. Daarmee is het droevig gesteld. Vanwege de complexiteit en beperkte beschikbaarheid van de huidige subsidieregelingen, maar ook omdat het aanbod op basis van instituten drempels opwerpt. Het sluit niet aan bij de ontwikkelbehoefte van mensen en maakt het nodeloos ingewikkeld om je weg te vinden. Het laat zich raden dat dit met name praktisch- en niet-geschoolden raakt.
Wat we nodig hebben, is een simpele, laagdrempelige onderwijsinfrastructuur die het voor iedere burger mogelijk maakt om zich gedurende het hele leven te blijven ontwikkelen en scholen. Die infrastructuur maakt deel uit van onze publieke basisvoorzieningen, bijvoorbeeld in de vorm van leerrechten.
Leerroutes (lang of kort) worden gepersonaliseerd en kunnen elementen bevatten van verschillende onderwijsvormen, afgestemd op de talenten en behoeftes van de deelnemer. Leren vindt plaats op diverse plekken: binnen en buiten de instituten, waar met anderen gewerkt wordt aan een vraagstuk. Voor volwassenen kent die infrastructuur bovendien een overzichtelijk, instituut-overstijgend aanbod op één digitaal platform, dat bestaat uit (online)scholing, advies en begeleiding.
Ook op overheidsniveau is ontschotting nodig. De huidige subsidieregelingen voor volwassenen komen van drie ministeries die los van elkaar opereren. Wat die regelingen tezamen opleveren, wordt niet gemeten. De regie van het onderwijsbeleid zou in handen moeten komen van één ministerie zodat een samenhangende visie en effectmeting mogelijk wordt. En we ook op dat niveau kunnen blijven leren.
Lees ook:
Leerrecht kan ongelijkheid op de arbeidsmarkt verkleinen
Mensen moeten zich blijvend kunnen ontwikkelen. Dat levert miljoenen aan sociale en economische winst op, betogen Aart Jan de Geus (Goldschmeding Foundation) en Bas ter Weel (SEO Economisch Onderzoek).
Het aantal 55-plussers dat een cursus of opleiding volgt daalt. Al jaren. Hoe komt dat?
De arbeidsmarkt is erg krap en we werken langer door. Dan blijven we ook langer leren, kun je denken. Toch daalt de scholing onder oudere werknemers al sinds 2016.