null Beeld

ColumnAbdelkader Benali

Louis Couperus zag de kracht van de islam

Abdelkader Benali

Of Louis Couperus non-binair was, zoals hij nu, 100 jaar na zijn dood, wordt aangemerkt? Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat de grootste schrijver van de vorige eeuw een bewonderaar van de islamitische cultuur was. Het is ook een eeuw geleden dat Couperus een van de meesterwerken van de islam bezocht om er een sprankelende, diepzinnige roman over te schrijven waarin hij de islamitische beschaving omschreef als een pulserende kracht die Europa vorm heeft gegeven.

De plaats die hij bezocht was het Alhambra in Granada, Spanje, en de roman die hij er nadien over schreef heet De Ongelukkige. Een roman die ten onrechte in de vergetelheid is geraakt. Couperus had helemaal geen zin in een reis naar het in zijn ogen achterlijke Spanje. Liever bezocht hij Italië, daar voelde hij zich compleet vrij.

In Nederland vond men Couperus om zijn fijne manieren verwijfd, in het zuiden werd hij gezien als een heer. Zijn literaire ster was langzaam aan het doven. Om geld te verdienen schreef hij feuilletons voor kranten, waarin hij uitvoerig verslag deed van zijn reisperikelen. Zijn boezemvriend – en gefantaseerde geliefde – Orlando had hem overgehaald naar Spanje te gaan en betaalde ruimhartig voor de reis. Er werd eerste klas gereisd en onderweg menig fles champagne ontkurkt.

Italië wint altijd

Gaandeweg raakte Couperus onder de indruk van het Iberische land. Ook de Marokkaanse havenstad Tanger deed hij aan, maar wat betreft oosterlijkheden deed het onder voor Nederlands-Indië. Het bezoek was kort, snel keerde hij terug naar Spanje.

De nuffige schrijver blijft daar de kathedralen, pleinen en mensen vergelijken met Italië, en Italië wint altijd. Zijn verslagen zouden voor ons een literair niemendalletje zijn gebleven als hij bij aankomst in Granada niet diep onder de indruk was geraakt van het in maanlicht gedoopte Alhambra. Hij wijdt er lange stukken aan. Terug in Nederland begint hij aan een nieuwe roman waar hij het thema, het noodlot – die mysterieuze kracht die ons allen treft net op het moment dat het niet bestaat – in de wereld van de islam situeert.

De vorst van het islamitische Granada belichaamt het noodlot, zijn naam is Boabdil. Hij is de laatste vorst van het laatste islamitische koninkrijk in Europa. Door historische omstandigheden gedwongen wordt hij in 1492 door de katholieke vorsten op de ­knieën gebracht en gedwongen de sleutels van het ­Morenpaleis uit handen te geven. De stad verlatend kijkt hij nog een keer om naar zijn geliefde paleis waarop zijn hardvochtige moeder naar hem sist: “Huil als een vrouw om wat je als man niet verdedigen kon.”

Reflectie op de islamitische cultuur

Boabdil is voor Couperus geen Moorse Rambo maar een fijnzinnige, licht decadente jongen die te beschaafd is om de brute kracht van de machtsbeluste katholieken te weerstaan. Terwijl de kanonnen bulderen in de Belgische loopgraven, laat De Ongelukkige zich lezen als een pleidooi voor de zachte krachten van de beschaving. Hij sluit de roman af met een reflectie op de islamitische cultuur die haar weerga niet kent in de Europese literatuur. Wanneer hij de verdrijving van de Moren beschrijft en optekent dat je mensen wel kan verdrijven maar dat de islamitische cultuur altijd onder ons zal blijven, resoneert dat sterk met onze tijd.

Hij moet die zinnen in zijn werkkamer in Den Haag geschreven hebben toen hij het Alhambra, langzaam opgeslokt door de nacht, voor zich zag verschijnen.

Abdelkader Benali (1975) is schrijver. In 1996 debuteerde hij met ‘Bruiloft aan zee’, in 2003 won hij de Libris Literatuur Prijs voor zijn roman ‘De langverwachte’. Om de week schrijft hij voor Trouw een column. Lees ze hier terug.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden