Opinie
Leuk hoor, dat onderzoek naar antidepressiva, maar niets nieuws
De nieuwsberichten over een onderzoek naar antidepressiva bevatten in werkelijkheid weinig nieuws, stelt Dick Bijl. Hij is arts-epidemioloog en oud-hoofdredacteur van het Geneesmiddelenbulletin.
Op de website van het internationale medische tijdschrift The Lancet verscheen vorige maand een belangrijk artikel over antidepressiva. Het artikel is een samenvattend overzicht ofwel meta-analyse naar de werkzaamheid en acceptatie van 21 antidepressiva. Omdat er in de afgelopen jaren maar één nieuw antidepressivum in de handel is gekomen, was er geen dringende reden voor een nieuw uitgebreid onderzoek. Vrij nieuw was wel de manier waarop de gegevens werden geanalyseerd, namelijk met een netwerkmeta-analyse.
Deze onderzoeksvorm is nog in ontwikkeling. Doel is een zorgvuldiger beeld te krijgen van de werkzaamheid en/of bijwerkingen van medicijnen op basis van het totale aantal onderzoeken, gepubliceerde en ongepubliceerde. De onderzoekers komen tot de conclusie dat alle onderzochte antidepressiva werkzamer zijn dan placebo bij volwassenen met een depressieve stoornis.
Dit was groot nieuws in de media. Zowel in Nederland als België verschenen berichten dat antidepressiva wel degelijk werken. De voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Psychiatrie (NVvP) mengde zich op Twitter in de discussie.
Maar was er eigenlijk wel wat nieuws?
Statistiek
Antidepressiva mogen in de handel worden gebracht als een fabrikant onder meer heeft laten zien dat zijn middel beter werkt dan placebo. Eén van de daarvoor gebruikte meetinstrumenten is een vragenlijst, de Hamilton Rating Scale for Depression (HRSD), waarmee men beoogt de ernst van de depressie te meten. De schaal loopt van 0 tot 52 en een verschil van één punt tussen patiënten die een antidepressivum en een placebo gebruiken is, als de onderzoeksgroep groot genoeg is, statistisch significant. Hiermee is voor de goedkeurende instantie aangetoond dat het antidepressivum werkt.
Een verschil van één punt zal echter door geen enkele arts of patiënt opgemerkt of gevoeld worden. Bovendien is een patiënt niet gebaat bij een medicijn dat alleen een statistisch significant effect heeft. Een patiënt wil zich beter voelen, wil merken dat het medicijn helpt. Om dat vast te stellen is een op de patiënt gerichte maat beschikbaar en dat is de klinische relevantie. Het minimale klinisch relevante verschil op de HRSD is door het onderzoeksinstituut dat in Groot-Brittannië medische behandelrichtlijnen maakt, het National Institute for Health and Care Excellence (NICE), bepaald op drie punten. Dit betekent dat patiënten dan aangeven dat ze zich iets beter voelen. Iets beter is echter nog niet echt iets substantieels en daarom moet die grens veel hoger liggen, bijvoorbeeld bij acht. Klinische relevantie is bij antidepressiva evenwel geen criterium voor toelating tot de markt. Als dat wel een criterium zou zijn geweest dan zou waarschijnlijk geen enkel antidepressivum toegelaten worden. Voorts moet het statistisch significante verschil worden afgezet tegen de bijwerkingen van antidepressiva en die zijn talrijk.
Sponsors
En dan is er nog een aantal opvallende zaken. Bijna 80 procent van de onderzoeken in de meta-analyse was gesponsord door de farmaceutische industrie, meer dan 80 procent van de onderzoeken had een meer of minder grote kans op vertekende resultaten, en de onderzoeken duurden gemiddeld acht weken en dat is te weinig voor middelen die maanden en soms jaren worden geslikt.
Al met al geeft deze meta-analyse geen nieuws maar is het vooral een leuke oefening in onderzoeksmethodologie. Inmiddels is op de website van The Lancet meer inhoudelijke kritiek verschenen. Het is goed om de wetenschappelijke discussie hierover gaande te houden en ik moedig de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie aan zich hierin te mengen en in te gaan op de methodologische kritiek van anderen.
Ook Trouw schreef over het onderzoek. Lees hier het artikel: ‘Antidepressiva zijn een goede optie voor volwassenen’