Zorg voor goede en toegankelijke kinderopvang en coronaverlof voor werkende ouders, bepleit Judy Hoffer van het dagelijks bestuur van FNV (Arbeid & Zorg).
Het Centraal Planbureau publiceerde eerder deze maand de eerste arbeidsmarkteffecten van de coronacrisis. Zoals te verwachten is het aantal gewerkte uren van de beroepsbevolking afgenomen. Uit de cijfers wordt ook duidelijk dat de bestaande scheidslijnen op de Nederlandse arbeidsmarkt zich lijken te verdiepen. Bij lageropgeleiden is het aantal gewerkte uren sterker gedaald dan bij hogeropgeleiden en datzelfde geldt voor zelfstandigen ten opzichte van werknemers.
Ook laten de gegevens toenemende verschillen tussen mannen en vrouwen zien. Bij vrouwen is het aantal gewerkte uren met 16 procent gedaald, bij mannen met 11 procent. Door de coronacrisis lijkt de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt weer wat te verslechteren. Het Planbureau geeft als verklaring dat vooral vrouwen opdraaien voor extra zorgtaken thuis door de sluiting van scholen en kinderdagverblijven.
Dit kwam ook in april al naar voren bij het onderzoek van bureau Totta in opdracht van FNV. Dat bracht aan het licht dat vrouwen meer uren aan het begeleiden van thuisonderwijs besteden dan mannen. Maar het liet ook zien dat werkgevers zich minder flexibel opstellen tegenover mannen als het gaat om het combineren van zorg en onderwijs voor kinderen tijdens de corona-thuiswerktijden.
Andere Europese landen hebben de sluiting van scholen en kinderdagverblijven gepaard laten gaan met aanvullende maatregelen. Zo heeft Noorwegen ouders twintig extra dagen zorgverlof gegeven, Oostenrijk drie weken extra betaald ouderschapsverlof en sinds 15 mei kunnen Belgische ouders extra coronaverlof opnemen tot op zijn minst eind juni. De Nederlandse regering heeft op geen enkele wijze overwogen om ouders of mantelzorgers tegemoet te komen. Het gevolg is dus dat met name vrouwen de dupe zijn.
Deeltijdklem
Op 29 april verscheen het langverwachte rapport van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek naar het werken in deeltijd door vrouwen. De harde conclusie is dat de keuze voor deeltijdwerk wordt veroorzaakt door de wijze waarop in Nederland de combinatie van arbeid en zorg is georganiseerd. Het hele stelsel van verlof, niet-publieke kinderopvang en ouderwetse schooltijden zorgt ervoor dat vrouwen weinig andere keus hebben dan parttime te werken.
Wat dat betreft moeten we leren van de geschiedenis. In 2008 werd de Taskforce Deeltijdplus in het leven geroepen om te onderzoeken hoe deze deeltijdklem aan te pakken en ervoor te zorgen dat meer vrouwen economisch zelfstandig worden. Het rapport van de taskforce verscheen in 2010, maar met de voornaamste aanbevelingen, zoals een onderzoek naar betaald ouderschapsverlof en een publieke voorziening kinderopvang, werd niets gedaan. Reden: het uitbreken van de kredietcrisis.
En nu dient de coronacrisis zich aan. De eerste aanpak belooft op dat terrein niet veel beters. In het ruime pakket maatregelen om banen te behouden is onvoldoende rekening gehouden met de effecten op de arbeidsmarktpositie van vrouwen, ondanks dat de FNV vanaf het begin aandacht heeft gevraagd voor de druk op werkende ouders en vooral vrouwen. Vaak klinkt het argument dat emancipatie of diversiteitsbeleid in een crisis maar even moet wachten. Maar juist wanneer het economisch slechter gaat, worden sommige groepen onevenredig hard getroffen.
Nu de scholen en kinderdagverblijven weer open zijn of open gaan, wordt aangenomen dat de druk op werkende ouders afneemt. Dat is nog maar de vraag. Scholen werken vaker met continuroosters. De informele opvang van kinderen door grootouders is weggevallen. Bovendien is de verwachting dat werknemers – als het kan – een groot deel van het jaar zo veel mogelijk nog thuiswerken. Dit wordt onmogelijk voor degenen met zorgtaken, en dat zijn nog steeds vooral vrouwen.
Om te voorkomen dat zij de rekening betalen moet de overheid specifieke maatregelen nemen. Zorg voor goede en toegankelijke opvang van kinderen gedurende de hele werkdag. En voer alsnog betaald coronaverlof in voor werkenden – vrouwen én mannen – voor zorgtaken, zodat niet vooral vrouwen de lasten op het thuis- en werkfront dragen van deze crisis.
Lees ook
Coronacrisis raakt vrouwen het hardst, thuis en op het werk
De ongelijkheid tussen man en vrouw neemt door de coronapandemie verder toe. Zowel thuis als op de werkvloer heeft de vrouw het zwaarder te verduren.
Tijdens crisis keren in de wetenschap oude rolpatronen terug: vrouwen zijn minder zichtbaar
Mannelijke wetenschappers profiteren van de crisis. Ze maken vaker dan hun vrouwelijke collega’s aanspraak op beurzen en ze publiceren meer.