De openbare ruimte van ‘iedereen‘ en van ‘niemand‘. Laten we niet vergeten dat niet alleen automobilisten en fietsers er gebruik van maken, bepleiten Janneke Zomervrucht, Algemeen Secretaris MENSenSTRAAT, en Walther Ploos van Amstel, Lector Citylogistiek Hogeschool van Amsterdam.
Co Verdaas stelde de vraag welke kant we op willen met de inrichting van Nederland (Opinie, 10 augustus). De grote maatschappelijke opgaven vragen allemaal om meer ruimte. Echter, de hoeveelheid ruimte in Nederland is een gegeven. Dit zorgt voor druk op de beperkte openbare ruimte waar scooters, fietsers, voetgangers en motorvoertuigen vechten om voorrang.
Onze straten hebben uiteenlopende functies. Mensen gebruiken de straat om zich te verplaatsen, maar ook om elkaar te ontmoeten, te genieten van de zon, om te spelen en een ommetje te maken. Die diversiteit aan functies in de straat staat onder druk door de groei van de bevolking in steden. Er is namelijk meer ruimte nodig voor verkeer van bewoners, forensen en bezoekers.
In de steden is nu de helft van de openbare ruimte voor autoverkeer, zowel rijdend als geparkeerd. De mensen in de straat komen figuurlijk, maar ook letterlijk, in de knel. Het dominante ruimtebeslag van de auto in woonwijken is gelukkig niet meer vanzelfsprekend. Het nieuwe motto is ‘autoluw’.
De mens ontbreekt op de ontwerptafel
Bij de inrichting van de openbare ruimte zijn veel beleidsterreinen en vakgebieden betrokken. Die werken vaak langs elkaar heen. De schaarse openbare ruimte is van ‘iedereen’ en ‘niemand’ tegelijk. Er zijn verschillende belangenorganisaties die strijden voor hun fiets, hun openbaar vervoer, hun parkeerplek of hun auto. Allemaal vragen ze om ‘meer’. Meer ruimte, meer voorrang en meer doorstroming. Zij willen een autostraat of, steeds vaker, een fietsstraat. Mobiliteit, en soms zelfs overmobiliteit, lijkt de norm te zijn bij de inrichting van straten.
Wij pleiten voor een mensenstraat. Zo’n straat waar slenteren, ontspannen en ontmoeten centraal staan. Een straat die aantrekkelijk, veilig en inclusief tegelijk is. Het lijkt er in de dagelijkse praktijk op dat niemand opkomt voor de belangen van straatgebruikers als voetgangers, wandelaars, kinderen en ouderen, slenteraars en zongenieters. De aantrekkelijke mensenstraat komt er vaak niet, gek genoeg omdat de mens als belanghebbende aan de ontwerptafel ontbreekt. Dat moet veranderen. Wat zou het mooi zijn als een spreekbuis, of de stem, van al die mensen op straat ook de steun krijgt om professioneel mee te denken en mee te werken aan het bouwen van de mensenstraten van de toekomst waar de menselijke maat centraal staat.
Lees ook
Door klimaatverandering ontkomt Nederland niet aan harde ingrepen
Ruimtelijk leek Nederland af. Maar door klimaatverandering en woningtekort ontkomt ons paradijs niet aan harde ingrepen. We moeten durven terugkomen van eerdere keuzes, betoogt Co Verdaas, hoogleraar gebiedsontwikkeling TU Delft en dijkgraaf Rivierenland.