Gebrek aan vertrouwen in de politiek brengt beide actiegroepen op 11 maart in beweging, stelt Jos van der Schot, publicist over maatschappelijke veranderingsprocessen.
Met hoop en vrees kijkt politiek Den Haag uit naar de Provinciale Statenverkiezingen van 15 maart. Blijft Nederland regeerbaar als het kabinet politieke steun in de Eerste Kamer ontbeert? De legitimiteitscrisis reikt verder dan landelijke en provinciale politiek. De demonstraties op zaterdag 11 maart worden, met een reële kans dat ze uitlopen op een veldslag, een betere graadmeter voor de regeerbaarheid van het land.
Kort na elkaar kondigden Extinction Rebellion en Farmers Defence Force (FDF) een demonstratie aan, beide op 11 maart in Den Haag. De klimaatactivisten willen wederom de A12 blokkeren; de boeren kondigden ‘de grootste demo ooit’ aan. Extinction Rebellion rechtvaardigt op zijn website de burgerlijke ongehoorzaamheid: “We bevinden ons midden in een ongekende crisis.” De taal op de website van FDF is strijdbaarder en agressief: “We gaan ons Nederland terugpakken.” Hier staan twee partijen die niet over zich heen laten lopen. Dat wordt knokken, was mijn eerste reactie.
Behalve tot een harde confrontatie kan het ook leiden tot een onverwachte coalitie. Taalgebruik en actievormen van beide groepen verschillen weliswaar, maar wie goed leest ziet ook parallellen. Om te beginnen hebben ze dezelfde opponent: de Nederlandse overheid.
In de steek gelaten
“Dit wordt een demonstratie tegen alles wat het kabinet verkloot heeft de laatste jaren,” aldus FDF. Extinction Rebellion: “Wij bestaan omdat onze overheid weigert om het noodzakelijke beleid in te voeren om haar burgers te beschermen.” Het omvangrijke budget dat dit kabinet uittrekt voor klimaat, zo stelt Extinction Rebellion, is water naar de zee dragen, zolang met de andere hand miljarden euro’s worden uitgedeeld aan industrieën die met hun bedrijfsmodellen en emissies de klimaatcrisis versterken. Beide groepen eisen een fundamentele omslag: van loze beloftes naar concrete uitvoering. Misschien wel de belangrijkste overeenkomst is dat beide groepen een totaal gebrek aan toekomstperspectief ervaren.
Dit gebrek aan perspectief is herkenbaar. Mensen in diverse delen van de samenleving voelen zich in de steek gelaten door opeenvolgende kabinetten en eisen erkenning. Stakende rechters, ambtenaren, ov- en zorgpersoneel verstoren het openbare leven. Dat brede spectrum wordt concreet als de farmers op hun website ‘alles’ opsommen wat de afgelopen jaren verpest is: “Huizen-, energie-, Oekraïne-, koopkracht-, voedselprijzen-, stikstof-, zorg-, corona-, asiel-, Groningsgas-, klimaatcrisis en de toeslagenaffaire.”
In dit rijtje passen ook natuur, mobiliteit, onderwijs, jeugdzorg, de ggz-crisis en de financiële problemen van gemeenten. De massale onvrede is (mede) het gevolg van ontkenning en onderschatting van de problemen, vooruitschuifgedrag en verlegging van verantwoordelijkheid door de overheid.
Een maatschappij zonder toekomstperspectief is dodelijk
Dit doet denken aan de vernietigende conclusies van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen. Zij constateert in het eindrapport ‘ongekend systeemfalen, van zowel publieke als private partijen die hun plichten hebben verzaakt’. Het systeem faalt als geld belangrijker wordt dan mensen en als politieke beloften niet worden nagekomen. De juridische geitenpaadjes van de overheid om dit falende systeem overeind te houden, onder andere in de asiel-, stikstof- en de klimaatcrisis, stuiten op heftig maatschappelijk verzet en een vernietigend oordeel van de rechter.
De praktijk staat diametraal op het motto van deze regering: “Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst.” In de inleiding van het coalitieakkoord staat: “De sterke overheid die wij voor ons zien heeft oog voor de menselijke maat, is begrijpelijk, bereikbaar en aanspreekbaar door inwoners, en herstelt op die manier het vertrouwen.” Het ontbreken van vertrouwen en toekomstperspectief brengt demonstranten op de been.
Voor de in zichzelf gekeerde politieke bubbel zijn de Statenverkiezingen en steun voor het kabinet in de Eerste Kamer van levensbelang. De samenleving maakt zich echter vooral zorgen over de richting waarin het land zich beweegt. Gebrek aan politieke steun is lastig, maar een maatschappij zonder toekomstperspectief is dodelijk voor de regeerbaarheid van Nederland.
Lees ook:
Ik schaam me voor mijn overheid, die zoveel fouten heeft gemaakt
Er is veel geschaamd de laatste tijd. Mark Rutte hanteert het inmiddels als een mantra: ‘Ik schaam me – ik vraag excuus – ik schaam me – ik vraag excuus’ enzovoort. Daar kan dus nog wel een onsje schaamte van mij bij.
Geen wonder dat burgers boos zijn op de staat, als ze die als leverancier van diensten zien
Van de staat hebben burgers hooggespannen verwachtingen en tegelijk maken ze de staat grote verwijten. De overheid doet het beter dan de boze burgers denken, schrijft politiek filosoof Gijs van Oenen.