Column
Karl Marx had weinig met kunst en cultuur. Wat ís dus cultuurmarxisme?
Hoewel Karl Marx op 17-jarige leeftijd nog vastbesloten was om dichter te worden - hij schreef massa's gevoelige liefdespoëzie - heeft hij zich later nooit zo bekommerd om kunst en cultuur.
Dat maakt het lastig te begrijpen wat toch bedoeld wordt met de dit jaar zo populaire term 'cultuurmarxisme', gebezigd door nieuw-rechtse coryfeeën als Andrew Breitbart en door Nederlanders als Paul Cliteur en Thierry Baudet, die zich weer laat inspireren door de Britse conservatief Roger Scruton.
Wat ís dus cultuurmarxisme?
Volgens nieuw-rechts ontstond het in de jaren twintig. Teleurgesteld dat Europese proletariërs na de Eerste Wereldoorlog nog steeds geen revolutie wilden ontketenen, zouden marxisten Antonio Gramsci en Georg Lukács hebben besloten de bourgeoismaatschappij indirect te ondermijnen, namelijk via de cultuur. Zo begonnen zij hun aanval op het traditionele gezin, maar ook op kerken, scholen, media en nog veel meer. Eén van de cultuurmarxistische boegbeelden zou de Duitse essayist Theodor Adorno zijn.
Dubieus
De nieuw-rechtse theorie dat een handjevol intellectuelen verantwoordelijk is voor de afbraak van het Europese vertrouwen in de eigen waarden en instituties is nogal dubieus. Alsof dat vertrouwen niet vooral een dreun had gekregen door de slachtingen in twee wereldoorlogen. Juist de schok over die barbarij maakt de aanvallen van cultuurmarxisten begrijpelijk - marxisten als Adorno, die tussen 1944 en 1947 als Duitse balling in de VS werkte aan zijn 'Minima Moralia', een boek dat ook bij mij nog in de kast staat.
Dat Adorno's cultuurmarxisme tamelijk on-pruimbare kritische beschouwingen oplevert, daar kan ik de nieuw-rechtse critici wel in volgen. Letterlijk álles, inclusief de filmkunst, staat volgens Adorno in dienst van de laat-kapitalistische 'cultuurindustrie' die ons ongemerkt tot slaven van het kapitalistische systeem maakt. Dat klinkt dan zo: "Het verheven gepraat over de film als een vorm van kunst komt weliswaar de scribenten van pas die zichzelf willen aanbevelen, maar het bewuste beroep op de naïviteit en de afgestomptheid van de knechten, die allang door de gedachten van de heren zijn gegaan, werkt niet meer."
Marxistisch proza. Pff.
Maar nu het gekke. Bij herlezing doet Adorno's bittere kritiek op het moderne leven mij nog het meest denken aan de toon waarop anti-marxistische intellectuelen als Roger Scruton en Paul Cliteur tegenwoordig klagen over de Ondergang van het Avondland. Het probleem lijkt me in beide gevallen dat de cultuur die deze heren vertrouwd was - en waarin Bob Dylan nimmer de Nobelprijs voor literatuur had kunnen winnen - nu eenmaal verandert en dat zij daaruit afleiden dat dé cultuur in haar geheel ten onder gaat. Wat de 'consumentistische' filmkunst was voor Adorno, is de 'lawaaiige' popmuziek voor de Brit Roger Scruton, en wat 'consumptiecultuur' was voor linkse cultuurcritici, is 'multiculturalisme' voor nieuw- rechts: een monster dat alles van waarde kapot wil maken - dat wil zeggen alle hiërarchieën waaraan zijzelf gewend en gehecht waren.
Wat is daar nou erg aan? Leonie Breebaart onderzoekt in haar column de actualiteit op filosofische wijze. Lees hier eerdere columns.
Lees ook: Nederland is een gaaf land met gelukkige en gemotiveerde mensen, tot ze opeens opgebrand zijn
De eigen grenzen negeren, dat is precies wat burn-out kan uitlokken. En het kan aan mij liggen, maar ik zie wel heel veel mensen almaar doordraven.