null Beeld
Beeld

OpinieMenselijke maat

Juristen bij uitvoeringsorganisaties moeten hun moreel kompas scherper stellen

Gerdo Kuiper en Arnt Mein

Juristen bij overheidsorganisaties moeten kritischer kijken naar de beslissingen die ze nemen. De Toeslagenaffaire laat zien dat zij meer oog kunnen houden op de menselijke maat, betogen Gerdo Kuiper en Arnt Mein.

De kinderopvangtoeslagaffaire en het rapport van de Tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties hebben een verhit debat losgemaakt over de menselijke maat in de rechtspleging. De meeste rechtswetenschappers kijken daarbij vooral naar de wetgever en de rechter. Daar is zeker het nodige werk te verzetten. Wij richten de schijnwerper op de rol van de juridische professional, en dan met name op zijn moreel kompas.

Deze affaire – maar ook de uitvoering van bijvoorbeeld de Participatiewet of de Vreemdelingenwet –roept namelijk indringende vragen op over de beroepshouding van de juridische professionals die werken in grote uitvoeringsorganisaties van de overheid en bij gemeenten. Denk aan juristen als beoordelaar van aanvragen voor een uitkering of een voorziening, of als behandelaar van bezwaarschriften of in de rol van adviseur. Juist deze groep wordt voor het blok gezet, omdat zij een besluit moeten nemen over lastige individuele zaken. Hoe gaan zij daarmee om en waardoor laten zij zich leiden? Bewegen zij mee met beleid en regelgeving of bieden zij ook tegenwicht? Meer in het bijzonder: hoe staat hun moreel kompas afgesteld?

In deze organisaties ligt het accent op uniformiteit, meetbaarheid en voorspelbaarheid. De wet, beleidsregels en interne werkinstructies zijn leidend. Op zichzelf genomen begrijpelijk, gelet op de grote hoeveelheid werk die verzet moet worden. Dit laat juridische professionals doorgaans weinig ruimte voor de menselijke maat. Die lijkt weggeorganiseerd. Gevolg is dat de burger gemakkelijk in de knel raakt.

Scherper afgesteld moreel kompas

De vraag is dan ook of het moreel kompas van deze juridische professionals niet scherper moet worden afgesteld, waarbij de behoefte van de rechtszoekende centraal staat. Hiertoe zou deze groep hun ‘normatieve professionalisering’ ter hand moeten nemen. Dat wil zeggen, het ontwikkelen van het vermogen om kritisch te reflecteren op de eigen beroepspraktijk en met name op de lastige vragen en morele dilemma’s die zich daarin voordoen. Hoe ga je daarmee om en hoe stel je dat aan de orde? Uiteindelijk zal dit hen in staat stellen beter om te gaan met de lastige gevallen waarover zij een besluit moeten nemen en daarover verantwoording af te leggen. Zo kunnen zij meer ruimte creëren voor de menselijke maat. Dat draagt weer bij aan de rechtvaardigheid van beleid en regels in de ogen van de burger.

Dit ontwikkelingsproces vindt plaats aan de hand van reflectie, openlijke discussie, intervisie en moreel beraad. Tijdens die bijeenkomsten wordt complexe casuïstiek besproken en gezamenlijk gezocht naar oplossingen die recht doen aan de burger. Vragen die dan aan de orde komen zijn bijvoorbeeld: Is een sanctie in dit geval niet alleen rechtmatig, maar ook rechtvaardig? Is dit de bedoeling van de wetgever? Waar is betrokkene echt mee geholpen? Wat is een passende oplossing voor dit geval? Hoe rechtvaardig is zo’n besluit?

Moreel beraad zou vanzelfsprekend moeten zijn

Zo bezinnen juridische professionals zich op hun beroepshouding. Dit moreel beraad zou vanzelfsprekend moeten zijn binnen uitvoeringsorganisaties en gemeenten.

Ondersteunend aan dit proces van normatieve professionalisering is het praktijkgericht onderzoek aan hogescholen. Daarin worden de werkwijzen samen met professionals geanalyseerd en als good practices verder ontwikkeld. Zo zijn er recent onderzoeken gedaan naar moreel beraad over lastige gevallen in de uitkeringspraktijk en naar de opbrengst van het verlenen van eerste hulp bij overheidsbeslissingen.

Maar ook naar verbetering van de behandeling van bezwaarschriften en het toegankelijker maken van recht met behulp van legal design. Dit type onderzoek biedt juridische professionals aanknopingspunten om zich kritischer op te stellen waardoor zij tegenwicht kunnen bieden. Zo draagt praktijkgericht onderzoek bij aan het scherper afstellen van het moreel kompas van juridische professionals.

Dit artikel is mede opgesteld door Ineke van den Berg en Janet van de Bunt – lector toegankelijkheid van het recht, hogeschool Inholland, Gerdo Kuiper – lector recht & rechtvaardigheid, hogeschool Leiden, Eric van de Luijtgaarden – lector/bijzonder hoogleraar Preventive Law/Zuyd Hogeschool/Maastricht University, Arnt Mein – lector Legal Management, hogeschool van Amsterdam

Lees ook:

De nieuwe overheid moet menselijker worden, maar hoe dan?

Politieke partijen maken voorzichtig plannen voor het veranderen van de overheid. De een wil een ‘Huis van het recht’, de ander onder iedere brief een naam van een ambtenaar die per telefoon vragen beantwoordt.

Groep gedupeerde ouders wil dat de Belastingdienst toch wordt vervolgd

Een groep ten onrechte van fraude beschuldigde ouders wil via de rechter alsnog vervolging van de Belastingdienst afdwingen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden