null Beeld Trouw
Beeld Trouw

ColumnStevo Akkerman

Jan Koopmans voorzag de volgende stap: Ze gaan eruit en ze gaan eraan

Stevo Akkerman

Tot de verdrietigste dingen die een begraafplaats te bieden heeft, behoren de sterfdata van mensen die net te vroeg uit de tijd vielen. Ik let er altijd op, bij het wandelen langs de graven. In Nederland zijn het dan de laatste weken voor mei 1945 die in het oog springen, in Oost-Europa – toch zoiets als mijn tweede thuis – komen daar de laatste momenten voor de val van het communisme bij. Dat mensen overleden zonder te weten wat er zo vlak om de hoek lag, is bijna onverdraagbaar.

Maar onverdraagbaar is geen reden; het gebeurt toch. En steeds weer. Zoals nu in Oekraïne, waar mensen hun leven in de waagschaal stellen zonder de afloop te kennen, in het geloof ‘dat er dingen bestaan die de moeite waard zijn om voor te lijden’, zoals de Tsjechische filosoof Jan Patocka het uitdrukte. Ik citeer het met enige voorzichtigheid, omdat ik niet weet hoe moedig of laf ik zelf zou zijn in omstandigheden van oorlog of onderdrukking. Wat ik wel weet, is dat er een grote kracht kan uitgaan van mensen die zich weloverwogen tegen het kwaad keren.

Afgelopen vrijdag was ik bij een studiedag die in het teken stond van Jan Koopmans, een predikant die zich van meet af aan verzette tegen de nazi’s. Hij publiceerde in november 1940 een vlammend pamflet, waarin hij zich keerde tegen de anti-Joodse maatregelen van de bezetter. Dit moet een van de eerste illegale publicaties in oorlogstijd zijn geweest, ik kende het tot voor kort niet, maar het is een tekst met grote retorische kracht. Huiveringwekkend ook. Bijna te laat, is de titel.

Tot ontsteltenis van Koopmans hebben vele Nederlanders in overheidsdienst – ook bij scholen en omroepen – de Ariërverklaring getekend, en daarmee de Joden vogelvrij gemaakt. Koopmans voorziet wat de volgende stap zal zijn: de verwijdering van de Joden uit alle geledingen. “Ze gaan eruit”, schrijft hij. En een paar keer laat hij dat terugkomen: “Ze gaan eruit en ze gaan eraan.”

De studiedag vond plaats in een kerk, het was een theologending. Maar ik was niet de enige niet-theoloog in hun midden, ze hadden ook Freek de Jonge uitgenodigd, domineeszoon weliswaar, maar verder niet echt kerkelijk bevoegd. Hij schreef een lied over Jan Koopmans, aangesproken door diens beroep op het geweten, en bracht dat nu aan de vleugel ten gehore. “In een nacht door de/ heilige geest gedreven/ heeft Jan zijn noodkreet op papier gezet”, zong hij. En dan als refrein, uit een hoorbaar gepijnigde ziel:

bijna te laat

ze gaan eruit

bijna

bijna te laat

ze gaan er aan

Daarna was het even doodstil.

Jan Koopmans moest in de loop van de oorlog onderduiken, zijn laatste adres was aan de Stadhouderskade in Amsterdam. Op 12 maart 1945 hoorde hij lawaai buiten, en zag hoe de Duitsers aan de overkant, in het Weteringsplantsoen, dertig mannen executeerden, als vergelding voor een verzetsactie. Een verdwaalde kogel raakte Koopmans in het linkeroog, waarna hij zwaar gewond naar het ziekenhuis werd overbracht. Daar overleed hij op 24 maart, 39 jaar oud.

Drie keer per week schrijft Stevo Akkerman een column waarin hij de ‘keiharde nuance’ en het ‘onverbiddelijke enerzijds-anderzijds’ preekt. Lees ze hier terug.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden