Is driftkikker minister Wiersma niet vleugellam geworden?

Onderwijsminister Dennis Wiersma krijgt van de VVD een laatste kans om zijn onfatsoenlijke gedrag tegenover medewerkers te wijzigen. De vraag die de minister zichzelf het beste kan stellen is of hij niet vleugellam is geworden.

Al een maand lang verschijnen er publicaties over de onbeschofte wijze waarop minister Dennis Wiersma (onderwijs) jarenlang met zijn medewerkers is omgegaan. Tot voor kort stond de minister vooral bekend vanwege zijn daadkracht en behoefte in de aandacht te staan. Er was bewondering voor deze selfmade man, die heeft geknokt om vanuit een achterstandspositie maatschappelijk omhoog te klimmen.

Maar de keerzijde is nu bekend. Deze minister blijkt ook stelselmatig in woede uit te barsten, medewerkers te bruuskeren en onder druk te zetten. Dit soort gedrag is nooit acceptabel, maar werd tot voor kort toch vooral gezien als een helaas ‘bijkomstig’ gedrag van leiders. Van premier Mark Rutte is al jaren bekend dat hij snel in woede ontsteekt en van oud-premier Wim Kok was ook bekend dat hij chagrijnig was en veel snauwde naar zijn medewerkers.

Het is goed dat grensoverschrijdend gedrag tegenwoordig niet meer wordt geaccepteerd. Partijen als Volt, D66, PVV, GroenLinks, PvdA en Denk hebben dat al aan den lijve ondervonden.

VVD-minister Wiersma toonde vorige maand berouw. Hij vond zelf dat hij ‘te scherp en veeleisend is geweest’ en beloofde beterschap. Dat werd hem gegund. Inmiddels blijkt echter uit publicaties dat hij al jarenlang een driftkikker is. Ook als staatssecretaris van sociale zaken en als VVD-Kamerlid vertoonde hij dit gedrag.

Laatste kans voor Wiersma

Voor de VVD kan dit dus geen verrassing zijn. Toch moest de minister deze week plots bij de VVD-fractie komen. Wiersma zei daar twee keer sorry, zo werd na afloop duidelijk. Volgens fractievoorzitter Sophie Hermans krijgt Wiersma een laatste kans zijn gedrag te verbeteren.

Dat is wel een vreemde conclusie van deze fractievoorzitter. Want zij oordeelde vorig jaar november in de Tweede Kamer nog bikkelhard over het vermeende ongewenste gedrag van oud-Kamervoorzitter Arib. Zij stelde toen dat ‘iedereen zijn werk moet kunnen doen in een veilige omgeving’. Maar de medewerkers van het ministerie van onderwijs moeten Wiersma blijkbaar een tweede kans gunnen, en eerst afwachten of hij niet opnieuw in de fout gaat. Hier lijkt met twee maten te worden gemeten.

En wat zegt dit over de voorbeeldfunctie die een minister toch heeft? Scholieren weten nu ook dat de VVD een pathologische driftkikker op nota bene Onderwijs acceptabel vindt. Kamerleden van andere fracties noemden het al uiterst ongemakkelijk met Wiersma in debat te gaan. Deze minister moet zich ernstig afvragen of hijzelf die tweede kans moet aannemen of niet.