CommentaarOnderwijs
Internationale studenten zijn óók een verrijking
Het grote aantal internationale studenten trekt een zware wissel op het Nederlandse onderwijs en de huisvesting. Doe iets aan die instroom, stelt een meerderheid in de Tweede Kamer. Minister Robbert Dijkgraaf (onderwijs) is gevoelig voor de toenemende druk en belooft concrete maatregelen. Eerder vroeg hij universiteiten al om niet meer actief buitenlandse studenten te werven.
Het sentiment is niet nieuw en begrijpelijk in tijden van woningnood. De voormalig minister van onderwijs, Ingrid van Engelshoven, kwam in de vorige kabinetsperiode al met maatregelen om de internationalisering van het hoger onderwijs tegen te gaan. Ze gaf universiteiten en hogescholen de mogelijkheid om het collegegeld voor studenten van buiten Europa te verhogen, ze beloofde in bepaalde gevallen een numerus fixus en ze zou strenger toetsen op het aanbieden van Engelstalige opleidingen.
Wat het effect van die maatregelen is, is onbekend. Feit is dat het aantal internationale studenten toeneemt. Eén op de vier eerstejaars studenten komt uit het buitenland, blijkt uit cijfers van het CBS.
Randstedelijke problematiek
En die toenemende instroom zorgt voor huisvestingsproblemen. Bestuursvoorzitters zijn terecht bezorgd. Maar de Randstedelijke problematiek mag niet de boventoon voeren in het debat. Internationale studenten zijn ook een verrijking voor het Nederlandse onderwijs. Het merendeel van de buitenlandse studenten komt uit Europa via het Erasmusprogramma, een succesvol uitwisselingsprogramma waar Nederlandse studenten ook veelvuldig gebruik van maken.
De voordelen van dit soort uitwisselingen worden onvoldoende benoemd. Zo kunnen Nederlandse studenten veel leren van studenten uit Bangladesh op het gebied van watermanagement, gaf de bestuurder van HZ (voorheen Hogeschool Zeeland) aan in deze krant.
In Maastricht, een universiteit die sterk afhankelijk is van buitenlandse studenten, heerst een zelfde soort sentiment. Collegevoorzitter Rianne Letschert waarschuwde bij de opening van het academisch jaar voor een naar binnen gekeerde blik. Zuid-Limburg is afhankelijk van buitenlands talent. De regio werkt nauw samen met Duitsland en België.
Met andere woorden: de grensregio’s, waar het huisvestingsprobleem minder nijpend is, hebben andere belangen dan de Randstad. Letschert heeft gelijk als ze zegt dat Nederland zich niet moet terugtrekken achter de dijken. Hogeronderwijsinstellingen die problemen ervaren met de instroom van buitenlandse studenten moeten de mogelijkheid krijgen in te grijpen. Maar het omgekeerde geldt ook: universiteiten die sterk afhankelijk zijn van buitenlandse studenten, moeten het talent kunnen behouden. Het is een kwestie van maatwerk. Die nuance moet ook terugkeren in het politieke debat.
Het commentaar is de mening van Trouw, verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren.