Commentaar
Hoopgevende ontwikkelingen tijdens Olympisch Spelen
De aanloop bestond uit ophef over de Russische dopingschorsing, de toenadering tussen de gescheiden Korea’s, de spice girls uit Pyongyang en de vrieskou in het afgelegen Peyongchang.
Nu zijn we zo’n 230 uur televisie, 100 uur radio en vele artikelen (online en op papier) verder. De Olympische Winterspelen zijn een succes geworden, organisatorisch voor Zuid-Korea, sportief zeker ook voor Nederland. Van de olympische sporters uit Rusland werd niet veel meer vernomen, al schijnt een enkele curling-deelnemer zijn bezem met behulp van meldonium nog sneller over het ijs te hebben bewogen.
Het ligt in de Nederlandse aard – of is het eigen aan de media? – om tussen alle blinkende medailles ook te wijzen op dat wat minder ging. We blinken tenslotte ook uit in hooggespannen verwachtingen. Waren we wel goed voorbereid op de ploegenachtervolging? Was de druk op Sven Kramer te groot? Waarom werd er geen rekening gehouden met de harde wind tijdens de finale slopestyle? En een enkele lezer had kritiek op de redactie vanwege de prominente plek van de sportartikelen de afgelopen weken.
De Olympische Spelen zijn een instituut waarop veel kritiek valt te leveren. Ze zijn peperduur, de commercie en de tv-giganten dicteren de regels, en de internationale verbroedering waar iedereen op hoopt is even duurzaam als de live-uitzendingen lang zijn.
Nederland schaatsland
Maar dit alles verdween tijdens de Spelen naar de achtergrond. Want wat bracht het ons? De oogstrelende winst van Esmee Visser, de tranen van olympisch gigant Ireen Wüst (van blijdschap, frustratie én ontroering vanwege het afscheid), de grootse wijze waarop Sven Kramer zijn verlies verwerkte en zijn historische goud vierde, de 0.04 seconden waarmee Kjeld Nuis de concurrentie klopte, de sensaties van het shorttrack. Vele memorabele momenten, ook bij de sporters van andere landen.
Voor Nederland als vooral schaatsland zijn de Winterspelen belangrijk. Sporters zien het als het hoogste podium en dat maakt het niet behalen van die toppositie tot een zo dramatisch, invoelbare emotie. Lange tijd kreeg Nederland de kritiek dat onze dominantie van het langebaan-schaatsen op termijn de sport om zeep zou helpen. Ook daar zagen we in Peyongchang hoopgevende ontwikkelingen. Het shorttrack presenteerde zich definitief als volwassen sport, met het onverwachte goud van een extatische Suzanne Schulting als apotheose.
Nederland heeft er zelfs een nieuw exportproduct bij: de schaatscoach. Johan de Wit bij de Japanse ploeg (die goud won) en ‘coach Bab’ (Bob de Jong) van Zuid/Korea, het laat zien hoe een land zijn eigen tegenstanders in de race zet ten gunste van de hele sporttak.
De mening van de krant, verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren.