Keer op keer gebeurt het: een jonge internetster als Famke Louise, en eerder rapper Boef en Lil’ Kleine, vergaloppeert zich publiekelijk en komt daarna tot inkeer – met méér views, méér likes als beloning. Met dank aan de morele armoede van Facebook en Google.
In de lente van de pandemie opende de Nederlandse blogger Anna Nooshin (1986) een instagrammuseum in Amsterdam. Wat dat precies is, weet ik nog steeds niet, maar er was de nodige belangstelling voor vanuit het gilde der social influencers.
Anna Nooshin schotelde haar eregasten een lunch voor, met fotogenieke spijzen en dito decor. In de video’s die zij op Instagram publiceerden, ging het er geanimeerd aan toe. Laten we zeggen dat de door premier Rutte voorgeschreven onderlinge afstand ver te zoeken was. Een cameraploeg van De Telegraaf ging verhaal halen. Allereerst, hoe had Anna Nooshin de opening van haar eigen museum ervaren?
Leuk, magisch, overweldigend en heel bijzonder.
Dan, de lunch. De interviewer was toch wel geschrokken van de circulerende video’s.
“Hier gaan we het niet over hebben.”
Als een boerin met kiespijn staat ze daar in haar suikerspinpaleis, zes, zeven seconden, zwijgend in onschuld. Buiten beeld probeert een assistente te redden wat er te redden valt.
Take twee. Anna Nooshin straalt weer.
Een museum runnen tijdens een pandemie, hoe gaat zoiets eigenlijk in zijn werk?
Nou, de gezondheid van de bezoekers staat natuurlijk voorop. In het instagrammuseum hangen zeepdispensers en er fladderen ook ‘floor angels’ rond, die toezien op het afstandsgebod.
Of de floor angels ook hadden toegezien op de lunch, wil de interviewer weten.
Anna Nooshin verbreekt het oogcontact, zoekt radeloos de blik van haar assistente en kiest dan het hazenpad.
Op het matje bij Eva Jinek
Een maand of drie later is het weer raak, nu in een televisiestudio in Hilversum. Zangeres Famke Louise Meijer (1998) is op het matje geroepen bij Eva Jinek. Met de strijdleus #IkDoeNietMeerMee voert Famke Louise op haar instagrampagina campagne tegen het epidemiebeleid van de overheid, dat ze oneerlijk vindt tegenover hardwerkende ondernemers. Nog niet zo lang daarvoor was ze door diezelfde rijksoverheid royaal betaald om, onder haar miljoen met name jonge volgers, campagne te voeren vóór dit beleid.
En Famke Louise heeft dus ook een instagrampagina. Wie niet op die leeftijd? De detailhandel betaalt jongeren zoals zij – die een aardige schare volgers hebben verzameld – grif om hun kinderwagens te duwen en met hun cosmetica te poseren aan een zwembadrand.
Ook te koop: opvattingen.
Eva Jinek spreekt Famke Louise aan op haar opportunistische ommezwaai.
“Zou je het weer doen?”
En daar gebeurde het weer. Zes, zeven seconden stilte. Famke Louise denkt na, lippen getuit. Ze heeft over die vraag zo te zien niet eerder nagedacht.
Wilden de dames geen verantwoording afleggen voor hun daden? Of konden ze niet ademen, buiten de hermetische stolp van positiviteit die over het virtuele paradijs Instagram staat? Ze afserveren als geestelijk minvermogende meisjes is gemakzuchtig, ze lijken me eerder verstandige zakenvrouwen. Nee, het leek wel of ze niet in staat waren verantwoording af te leggen.
Famke Louise Meijer en Anna Nooshin staan niet alleen. Neem Ismaïl Ilgun (1994) en zijn bende van tuigvloggers, die in Zaandam fietsers omvertrokken en voetgangers uitscholden, sloegen en bedreigden met wapens. Ze filmden hun pietjebellstreken; op YouTube goed voor miljoenen hits. Jeroen Pauw riep ze ter verantwoording in zijn tv-studio.
Wat is hier nou leuk aan, jongens?
Gewoon. Onze fans vragen, wij draaien.
Of neem zanger Sofiane Boussaadia (1993), artiestennaam Boef. Maakte op YouTube agenten uit voor rotte vis en vrouwen voor hoeren. Toog naar de tv-studio van Humberto Tan. Een reprimande van minister Jeanine Hennis-Plasschaert ten spijt, rapper Boef zou gewoon blijven doen waar hij zin in had.
Zanger Jorik Scholten (1994) dan, artiestennaam Lil’ Kleine. Schoffeerde de politie. Ook aan tafel bij Humberto Tan. Burgemeester Pieter Broertjes van Hilversum moest er zelfs aan te pas komen, maar nee hoor, Jorik had niets fout gedaan.
In al deze optredens ontbood het boze schoolhoofd de stoute leerling, waarbij het schoolhoofd ofwel een ambtsdrager was ofwel een journalist die het vak leerde bij een publieke omroep, die van oudsher waarden als eerlijkheid en transparantie predikt. Jeroen Pauw begon bij de EO, Eva Jinek bij de NOS en Humberto Tan bij de Avro.
Is het gespuis überhaupt wel naar school geweest, kan men zich afvragen. En waar zijn de vaders en de moeders eigenlijk, terwijl het kroost de buurt afbreekt?
Bovengenoemden lijken niet allemaal de meest soepele verstandhouding te hebben met hun ouders (ik noteer: scheiding, afwezigheid, sterfte), maar laat ik mij niet op glad ijs wagen. Bovendien, ze zullen heus weleens spartelend achter op een fiets zijn gebonden om een gestolen kilo trekdrop terug te brengen en excuses te maken.
Een generatiekloof ligt voor de hand, maar die zou bijvoorbeeld niet Tim Hofman (1988) verklaren, die voor BNNVara ultra-ethische tv maakt.
Famke Louise beterde haar leven en bedacht een nieuwe campagne
Nou goed, na een standje voor het oog der natie draaiden de deugnieten bij. Sofiane Boussaadia bood zijn excuses aan met een nieuw nummer (miljoen keer bekeken op YouTube, nummer één op Spotify), Jorik Scholten zei sorry tegen burgemeester Pieter Broertjes met een omhelzing (ruim 46.000 likes op Instagram), Ismaïl Ilgun bood zijn excuses aan, trok die weer in, bood ze opnieuw aan en bekeerde zich tot het soefisme (toch weer drie interviews).
Ook Famke Louise kwam tot inkeer, nog voor het einde van de uitzending. Ze beterde haar leven en bedacht een nieuwe instagramcampagne. Mondkapjesverkoop. De opbrengst bestemd voor noodlijdende ondernemers. Op het moment van schrijven liggen die mondkapjes nog niet in de winkel.
Spijt moet lonen, bij voorkeur in de vorm van views en likes.
En dan treft het je. Niet deze exponenten van sociale media zijn nu per se zo onverschillig – het zit ’m in die kanalen zelf.
Morele armoede bij Amerikaanse bedrijven
Over de morele armoede bij de Amerikaanse bedrijven achter deze sociale media verscheen op Netflix onlangs de documentaire ‘The Social Dilemma’. Het gaat om nog maar twee bedrijven, aangezien Facebook en Google de concurrentie lang en breed hebben verzwolgen.
Goed om te weten is dat Facebook, Inc. (kocht WhatsApp en Instagram) en Google LLC (bezit YouTube) hun kapitalen verdienen aan uw schermtijd. Des te meer u klikt en des te langer u scrolt, des te meer Facebook en Google over u te weten komen. Op basis van die gegevens snijden computers met laserprecisie advertenties toe op uw verlangens en wensen, en adverteerders betalen flink om op deze marktplaats hun waar aan te prijzen. Die ruwe data zijn kostbaarder dan ruwe olie en wie wil begrijpen waarom, verwijs ik naar de affaire rondom de Britse firma Cambridge Analytica, die de facebookgegevens van 70 miljoen Amerikanen ontfutselde en Trump daarmee in het zadel hielp.
In ‘The Social Dilemma’ leggen oudgedienden van Facebook, Google, Instagram, YouTube en Twitter uit hoe zij de machinerie achter deze sociale media almaar efficiënter en slimmer maakten. De schermtijd en de clicks liepen dientengevolge op, de data stroomde binnen. En aan de andere kant van het scherm staken verslaving, sociaal isolement, nepnieuws en complottheorieën de kop op.
Onder de geïnterviewden treffen we Tristan Harris (1984), een gewezen ethicus van Google. In de strijd om de aandacht van de telefoongebruiker, roept Harris op om de schermtijd te minimaliseren, opdat de mensheid straks niet verloren het ravijn inloopt als een kudde opgebrande schapen. Bij Google vonden zijn ideeën geen doorgang.
Ethiek is mooi, maar moet niet in de weg gaan liggen.
De slotakte van ‘The Social Dilemma’ is gewijd aan nepnieuws, en dan met name de leugens die Facebook en Google rondpompten in aanloop naar de verkiezing van Donald Trump als president van de Verenigde Staten. Dat onzin hier zo welig kan tieren, stelt Harris, komt door het gebrek aan een definitie van waarheid.
Facebook en Google handelen niet in waarheid, ze handelen in advertenties. Ze geven zich niet uit voor medium, maar voor platform. In de nasleep van de Cambridge Analytica-affaire toonde het beest zijn ware aard. Mark Zuckerberg (1984), de CEO van Facebook, legde een verklaring af tegenover de Amerikaanse Senaat. Hij betuigde spijt.
“Ik ben Facebook begonnen, ik ben de baas en ik ben verantwoordelijk.”
Allemaal leuk en aardig, maar hoe ging Facebook dat venijnige nepnieuws bestrijden, wilden de senatoren weten.
Meer computercode, slimmere computercode, antwoordde Zuckerberg. Kortom, meer van hetzelfde.
De integriteit van de verkiezingen waarborgen
En zowaar, de beloofde beterschap kwam. In aanloop naar de verkiezing van Joe Biden als president van de VS sloten de handhavers van Zuckerberg handmatig honderden facebook- en instagrampagina’s van complotdenkers en knokploegen; ze verwijderden politieke advertenties, blokkeerden hashtags, voorzagen onjuiste informatie van disclaimers. Alles om, en ik citeer hier een persbericht, ‘de integriteit van de verkiezingen’ te waarborgen.
Onder genoeg druk is alles mogelijk.
Om welke druk het hier precies gaat, laat zich raden. Vermoedelijk leerde Zuckerberg zijn lesje in de optrekkende kruitdampen van Trumps verkiezing, ergens rond donderdag 26 juli 2018, de dag dat 119 miljard dollar van de beurswaarde van Facebook in rook opging – volgens Reuters het grootste dagverlies van een privaat bedrijf waar ter wereld ooit.
Vooropgesteld, ik vertrouw Zuckerberg niet. Als een profeet verkondigt hij al twintig jaar heel de wereld te zullen verbinden, terwijl zich almaar diepere lijnen aftekenen.
Mijn vermoedens bevestigde hij in oktober 2019 hoogstpersoonlijk in een televisie-interview op Fox News. Mark Zuckerberg, de eindverantwoordelijke van Facebook, vertelde dat hij zijn dochters van drie en vijf alleen op Facebook laat om met opa en oma te bellen om ze te behoeden voor geestdodend en verslavend gescroll.
Hier sprak dezelfde man die een berichtendienst lanceerde voor kinderen van zes jaar oud, en die deze koters op hun dertiende toestaat een facebook- en instagramaccount aan te maken; dezelfde man die zijn eigen facebookposts laat optikken door tekstschrijvers en zijn profiel laat modereren.
Never get high on your own supply, het mantra van de drugsdealer: blijf van je eigen rommel af.
Een shotje dopamine voor elke like
De voormalige directeur van Facebook, Sean Parker, biechtte enkele jaren geleden op een conferentie op dat hij en zijn oude strijdmakker Mark hun klanten willens en wetens verslaafd maakten door het beloningssysteem in de hersenen te prikkelen.
Vrij vertaald: “We lieten in het brein van de gebruiker een shotje dopamine vrijkomen, zodra iemand op een facebookbericht of een foto reageerde, of een like uitdeelde, waardoor de gebruiker zich beloond voelde en nog meer foto’s en berichten plaatste, en nog meer likes en reacties ontving”.
“Het is een cirkelbeweging van sociale bevestiging. Je exploiteert zo een zwakte in de menselijke psychologie… De uitvinders, de bedenkers – ik, Mark, Kevin Systrom van Instagram, iedereen was zich hier bewust van. Toch deden we het.”
Zie daar, de verantwoordelijkheid van Facebook.
Je kunt je eindeloos opwinden over de amorele bedrijfsfilosofie c.q. de dealersmentaliteit van Facebook en Google, maar ze handelen keurig naar de Amerikaanse wet, die nauwelijks grip heeft op het internet. Dat internet is namelijk geschoeid op libertarische leest; geen regulering, alle verantwoordelijkheid bij de gebruikers zelf.
De piraten die het wereldwijde web van glasvezel en elektromagnetische golven sponnen, legden de basis van een van de grootste privatiseringsoperaties in de geschiedenis van de mensheid. Landelijke informatievoorzieningen decentraliseerden, verkruimelden in de handen van rijksoverheden en verwaaiden, naar de Verenigde Staten, waar jongens als Zuckerberg ze opraapten en torens bouwden die nu tot aan de hemel reiken. Wat de zuckerbergoïden niet overnamen van het publieke domein in Nederland, was de verantwoordelijkheid die de PTT, de bibliotheken, de publieke omroepen, uitgevers en redacties namen voor hun informatievoorziening. Geen briefgeheim, geen auteursrecht, geen waakhonden en ombudsmannen, geen scheiding tussen redactie en commercie.
Facebook, Twitter en Instagram presenteren zichzelf nadrukkelijk als platforms, podia. Ze zijn gevrijwaard van aansprakelijkheid voor de uitingen van hun gebruikers. Toezicht bestaat uit algoritmen, die de ergste drek filteren, en uit moderators, met recht de putjesscheppers van het internet te noemen, aangezien er nogal wat kinderporno, verkrachtings- en onthoofdingsvideo’s op internet schijnen rond te zwerven. Dat toezicht vindt niet vooraf plaats, maar altijd achteraf, en vaak rijkelijk te laat.
In dit wilde westen dragen de gebruikers zelf normen en waarden uit, en wijzen ze elkaar terecht. Een vogelvrij bestaan.
Justine Sacco maakte in 2013 kennis met de afrekencultuur
Anna Nooshin en Famke Louise Meijer leefden nog lang en gelukkig, vermoedelijk omdat hun schare trouwe volgers groot genoeg is, of omdat in de coulissen een manager klaarstond, maar hoe anders liep het af met Justine Sacco. Deze Amerikaanse, hoofd zakelijke communicatie bij een grote Amerikaanse firma, maakte in 2013 kennis met de afrekencultuur op sociale media.
Sacco plaatste een als grap bedoelde tweet voor haar 170 volgers, vlak voordat haar vlucht naar Zuid-Afrika vertrok.
‘Going to Africa. Hope I don’t get AIDS. Just kidding. I’m white!’
Elf uur later zette Justine Sacco haar telefoon aan en was ze wereldnieuws. Een gideonsbende van journalisten, bloggers en pleziertwitteraars had een drijfjacht op deze heks geopend, verenigd onder de hashtag #HasJustineLandedYet. Nog voor ze de luchthaven uitliep, was ze herkend en stond ze met foto en al op Twitter. Haar kerstvakantie moest ze afbreken. Medewerkers van het hotel waar ze een kamer had geboekt, dreigden hun werk te staken zodra ze incheckte. Twee dagen later was ze haar baan kwijt. De lynchpartij van Sacco verliep volgens de junglewetten van de sociale media, waar niet het recht van de sterkste geldt, maar het recht van de luidste.
Ik denk niet dat Famke Louise Meijer en Justine Sacco wisten wat hun berichtjes los zouden maken.
Het moet toch vrij slopend zijn om je continu in zo’n mijnenveld te begeven, laat staan om er op te groeien, om je hier geestelijk, sociaal, seksueel en moreel te ontplooien. Wijsheid opdoen door schade en schande zit er op sociale media niet langer in, want één verkeerd geadresseerd grapje of pikant berichtje en je hangt – en met een beetje pech niet alleen ten overstaan van de klas, maar van het dorp, het hele land en de rest van de wereld.
Niemand die je van tevoren waarschuwt.
Kleine kinderen worden groot en de rolmodellen van morgen dienen zich aan. Het lijkt er niet beter op te worden.
Zes Britse influencers mogen wekenlang apenkooien
We reizen af naar een landhuis ergens buiten Londen (denk: Playboy Mansion), waar zes Britse influencers wekenlang gesponsord mogen apenkooien tussen gipsen zuilen en klatergoud. Ze winkelen bij Prada, halen hun lunch af bij McDonald’s in een bolide en karten verkleed als Mario & Luigi™ het omliggende landgoed aan repen. Een en ander wordt uitgezonden op de Chinese videodienst TikTok, momenteel razend populair onder met name tieners. Honderden miljoenen van hen bekijken die video’s, wat het vermoeden wekt dat de bedrijven achter de hierboven genoemde merken de portemonnee hebben getrokken voor deze invloedrijke jongeren.
De goegemeente spreekt er schande van, al die weelde voor zes snotapen. De oudste is twintig.
Aan de keukentafel brengt een journaliste van de Amerikaanse nieuwswebsite Vice de voorkeur voor incestgrappen van Carmie Sellitto (1998), een van de zes jongeren, ter sprake. Omdat niet iedereen om incest kan lachen, heeft hij zijn grapjes geregeld van Twitter en YouTube moeten verwijderen.
En daar was het weer, zo’n gratuit excuus.
“Dit heeft moeten gebeuren, zo heb ik kunnen leren en groeien als mens. Ik ben sindsdien zo veel veranderd. Ik heb natuurlijk spijt, maar het heeft me gemaakt tot wie ik vandaag ben.”
Mark Zuckerberg had het niet beter kunnen verwoorden.
Ik begin te vermoeden dat deze jongeren een tipje van de sluier lichten tussen de wereld van vandaag en die van morgen, waarin niemand zich nog geroepen voelt om de gevolgen van zijn of haar gedrag te dragen. Sorry is zo een lolly voor de schrik, aansprakelijkheid iets volkomen facultatiefs.
Zolang zulke rolmodellen gesponsorde kinderwagens blijven duwen en met handtassen flaneren, lijkt mij daar niets mis mee. Maar wat als de tieners, gevormd naar de mores van Mark Zuckerberg, als volwassenen in de bedrijfstop belanden, of hun volgers meenemen naar het stemhokje en in de politiek neerstrijken?
Stel je voor, een parlement vol Anna Nooshins en rappers Boef. We kunnen de overheid net zo goed helemaal afschaffen.
“Sorry mevrouw de voorzitter, maar hier gaan we het dus gewoon niet over hebben.”
Wie is in een wereld zonder moreel besef nog verantwoordelijk?
Wat vindt u? Is internet een ethische woestijn, of stemt de digitale wereld u toch ook hoopvol? Reacties (max. 150 woorden) zijn welkom via tijdgeestreacties@trouw.nl. Graag naam en woonplaats vermelden.
Kevin van Vliet (1993) is journalist en eindredacteur bij Trouw. Onlangs verscheen van zijn hand de novelle Wolfsjong. Voor dit debuut ontving hij een nominatie voor de Vlaamse literaire prijs de Bronzen Uil.
Lees ook:
Deze jongeren kiezen voor een leven zonder sociale media
Het leven van jongeren speelt zich af grotendeels af op Instagram, Snapchat en YouTube. Sommigen kiezen ervoor van die norm af te wijken en verwijderen sociale media rigoureus uit hun leven.
Diederik Gommers: van gewoon ic-arts tot Instagramhit
In zijn eerste bericht meldde Gommers dat ‘een Instagrampagina niet bepaald op mijn to-dolist’ stond. ‘Maar ik merk dat het een mooi platform is om bepaalde zaken te delen en bespreken.’