Door vervuiling, droogte, verzilting en een toenemende vraag is het niet zeker dat er voldoende gezond drinkwater zal zijn voor de 900.000 nieuwe huizen die moeten worden gebouwd, waarschuwt Peter van der Velden, voorzitter van Vewin.
Noodkreet van Vitens: in Overijssel dreigt een tekort aan drinkwater.’ Zo luidde de kop begin dit jaar (Trouw, 6 januari). Een kop die opvalt, want wie in ons land staat wel eens stil bij de volstrekte vanzelfsprekendheid van altijd en overal kwalitatief uitstekend drinkwater uit de kraan?
Het dreigende tekort in Overijssel is een voorbeeld van wat op meer plekken zal gebeuren. De vanzelfsprekendheid van voldoende drinkwater dreigt te eroderen. En dat terwijl de bevolking en de economie verder groeien en het kabinet met het Programma Woningbouw een ambitieus plan heeft neergelegd om 900.000 nieuwe woningen te bouwen. De Nederlandse drinkwaterbedrijven, verenigd in Vewin, hebben minister De Jonge duidelijk gemaakt dat zij zonder extra maatregelen de tijdige beschikbaarheid van goed drinkwater voor al deze nieuwe woningen niet kunnen garanderen.
Wat is er aan de hand? De tien drinkwaterbedrijven in ons land moeten steeds meer inspanningen verrichten om dagelijks ruim 8 miljoen huishoudens en bedrijven van gezond, lekker en betaalbaar kraanwater te voorzien. Dat komt doordat de beschikbaarheid en kwaliteit van de bronnen van ons drinkwater (grond- en oppervlaktewater) en de mogelijkheden om die te gebruiken onder toenemende druk staan.
Vervuiling vanuit landbouw, industrie en huishoudens
De kwaliteit van de waterbronnen verslechtert door vervuiling vanuit landbouw, industrie en huishoudens. Het watersysteem loopt tegen zijn grenzen aan door droogte, te snelle waterafvoer, verzilting en een toenemende watervraag door groei van de bevolking en economie. Andere maatschappelijke belangen vragen ook om ruimte. Dit alles onderstreept de noodzaak van meer inzet op bewust en zuinig watergebruik. Drinkwaterbedrijven zijn zich daar ten volle van bewust, zetten zich daarvoor in, maar kunnen dat niet alleen. Tegelijkertijd kunnen én mogen zij geen enkel risico nemen met het verzekeren van de toekomstige drinkwatervoorziening.
Op dit moment is niet gegarandeerd dat zij daarin zullen slagen. Dat lukt alleen als er meer werk wordt gemaakt van het beschermen van de kwaliteit van bestaande drinkwaterbronnen en van het aanwijzen en beschermen van nieuwe bronnen. En als drinkwaterbedrijven de ruimte wordt geboden om die bronnen ook daadwerkelijk te benutten. Ruimte als het gaat om snellere vergunningverlening om water te winnen. Ruimte om die vergunningen ook daadwerkelijk en volledig te kunnen gebruiken. Ruimte voor de financiering van investeringen in nieuwe productie-, zuiverings- en distributiecapaciteit. Alle overheden zijn daarvoor aan zet: de Drinkwaterwet draagt iedere overheid op zorg te dragen voor de duurzame veiligstelling van de openbare drinkwatervoorziening.
Het nieuwe regeerakkoord toont ambitie op dit punt. Het kondigt aan dat water en bodem sturend worden bij de ruimtelijke planvorming en stelt een ‘dwingender watertoets’ in het vooruitzicht. Beschikbaarheid van voldoende, kwalitatief goede drinkwaterbronnen én de mogelijkheid om die daadwerkelijk en tijdig te benutten moeten onderdeel zijn van zo’n toets en van de uitwerking van het principe dat water de ruimtelijke inrichting stuurt.
Bouwen met waterbesparende technieken
De drinkwaterbedrijven willen daarom in hun regio’s vanaf het begin aan tafel zitten bij het plannen en realiseren van de grote woningbouwopgave. Ook pleiten zij voor meer aandacht binnen de bouwopgave voor duurzame waterbesparende technieken en innovaties, bijvoorbeeld gericht op het gebruik van regenwater of hergebruik van water en op het verlagen van het gemiddelde- en piekgebruik. Op dit punt is een financiële stimuleringsregeling van het Rijk op zijn plaats.
Altijd en overal gezond, lekker, betaalbaar en duurzaam drinkwater uit de kraan moet vanzelfsprekend blijven in ons land, ook voor de 900.000 nieuwe woningen.
Lees ook:
Advies: De natuur moet overal worden versterkt, ook in steden en landelijk gebied
Overal moet natuur zijn, voor iedereen. Alleen dan is de achteruitgang van natuur en biodiversiteit te stoppen en te herstellen, adviseert de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur.
We krijgen te veel chemicaliën binnen en daar kunnen we weinig aan doen
Via voedsel en drinkwater krijgen mensen in Nederland te veel Pfas binnen. Maatregelen hebben pas op de lange termijn effect omdat deze chemicaliën bijna overal in zitten, hardnekkig zijn en zich makkelijk verspreiden.