Sindsdien is er wel het een ander gebeurd, op het terrein van dierenwelzijn bijvoorbeeld, maar echt duurzaam is de sector niet te noemen.
Sterker: het Planbureau voor de Leefomgeving riep vorig jaar het kabinet nog op om de regie over het platteland te nemen, zo groot zijn de milieuproblemen veroorzaakt door de verhoudingsgewijs te grote agrarische sector.
Milieulasten, schade aan de biodiversiteit en dierenwelzijnseisen, zijn amper in de voedselprijzen verwerkt
Over en uit met verspilling
Dat lijkt nu te gebeuren met de landbouwvisie die minister Schouten (Landbouw) heeft ontvouwd. In 2030 moet het over en uit zijn met verspilling van grondstoffen door de agrarische sector. Afval -mest, plantaardige resten - moet worden verwerkt tot nieuwe grondstoffen voor de sector. Met deze kringloopaanpak breekt Nederland met wat de agrarische sector groot maakte: het zo efficiënt mogelijk produceren van zoveel mogelijk producten tegen een zo laag mogelijke prijs.
Schouten denkt dat de sector ook in de kringlooplandbouw een leidende rol kan spelen in de wereld. Of dat zo is, moet blijken. Maar ingrijpen is onontkoombaar, ook om de klimaatdoelstelling van Parijs te halen.
Voor veel boeren is deze koerswijziging wel ingrijpend. Het breken met chemische bestrijdingsmiddelen, het afzweren van kunstmest, veel meer samenwerken en met oog voor landschap en natuur - tot nu toe werken nog maar weinig boeren zo duurzaam. Maar het feit dàt er al boeren zijn die zo duurzaamheid praktiseren, laat ook zien dat het niet onmogelijk is.
Scepsis
Tegelijk is er onder boeren ook scepsis. Nederland is nu de tweede landbouwexporteur ter wereld, zeventig procent wat hier wordt geteeld, gemolken of gefokt, belandt elders op het bord. Wat betekent deze omschakeling naar duurzaamheid voor hun concurrentiepositie?, vragen individuele boeren zich af.
Die vraag is reëel en het antwoord is niet direct te geven. Volgens Schouten en veel deskundigen hoeft grootschaligheid niet op gespannen voet te staan met de kringlooplandbouw. Feit is wel dat produceren voor de wereldmarkt geen doel op zich mag zijn, zeker als die productie gepaard gaat met enorme milieuschade.
En nu is voeding eigenlijk te goedkoop. Milieulasten, de schade aan de biodiversiteit maar ook de eisen rond dierenwelzijn, zijn nauwelijks in de kostprijs verwerkt. Burgers hebben zo hun wensen, maar het zijn de consumenten die voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten. Om dat te veranderen, en boeren een zeker inkomen te garanderen én omschakeling tot een succes te maken, is er meer nodig dan een oproep van de minister om ‘ons voedsel meer te waarderen’.
Het commentaar is de mening van Trouw, verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren.
Lees ook:
Minister Schouten: Kringlooplandbouw is het onontkoombare antwoord
De wijze waarop Nederland voedsel produceert en consumeert is onhoudbaar. Het put de aarde uit en leidt tot verspilling. Landbouwminister Carola Schouten heeft daar een ‘onontkoombaar en sluitend antwoord’ op: kringlooplandbouw.