OpinieDe hemel
Het recht regeert in het eeuwige leven
Onder Trouw-lezers ontstond een discussie over de hemel, na een uitspraak hierover van minister Grapperhaus in de Tien Geboden. Oud-predikant Arie van Houwelingen verkent de grens van niet-weten en geloven.
De uitspraak van minister Grapperhaus dat hij niet gelooft in een eeuwig leven, (Tien Geboden, 18 juli) heeft tot debat geleid in de rubriek lezersreacties van Trouw. Het gaat daarbij ook om de hemel. De hemel als de plaats waar God en de engelen en onze lieve gestorvenen zijn, bevindt zich niet ergens in de oneindige kosmos, maar aan gene zijde van alle waarneembaarheid. Misschien mag je zeggen: in een andere dimensie dan de ons bekende. De hemel is de ruimte die onze ruimte overstijgt zoals de eeuwigheid onze tijd. Want ruimte en tijd zijn minder absoluut dan wij denken.
Ze zouden beide, volgens de huidige natuurwetenschap, met de oerknal zijn ontstaan en horen dus bij deze kosmos en bij dit leven. Ons omgeeft een andere, grotere werkelijkheid, waarheen onze dierbaren ons zijn voorgegaan, toen zij, zoals Twentenaren zeggen, oet de tied raakten. En niet alleen uit de tijd, maar ook uit deze ons bekende ruimte. Waar ze dan zijn? Wij weten het niet. Die werkelijkheid is ons nu nog geheel onbekend.
We hebben het hier over dingen die groot en onvoorstelbaar zijn. Zou het werkelijk zo zijn dat niet de waarneembare kosmos alles is? Het is zeker in onze tijd ook een wankel geloof dat bevestiging behoeft.
Je kunt zeggen dat altijd en overal in een hiernamaals is geloofd. Maar voor mij is toch de Bijbel de hoofdgetuige. Immers, op vele plaatsen lezen we dat er vanuit die hemel-dimensie ‘stemmen’ hebben geklonken. Mozes bij het brandende braambos, Samuel in de nacht, Elia op de Horeb hebben God ‘gehoord’ en konden daarom wegwijzers worden voor hun volk.
Intieme kennis
Op het laatst is vanuit die hemelse sferen de mens Jezus gekomen. Hij wist van de open hemel rondom ons, leerde daarom een heilige onbezorgdheid, kon hoop en geloof geven aan de meest hopelozen, door zijn intieme kennis aan die liefdevolle goddelijke dimensie, die hij Abba, Vader noemde.
Eens vertelde Jezus een van zijn beroemde gelijkenissen over een gehandicapte, zieke bedelaar. Elke dag werd die bedelaar neergelegd aan de poort van een rijk man, om met bedelen nog wat inkomen te genereren.
Lazarus
De man heet Lazarus, ‘God helpt’ betekent dat, maar daar blijkt niet veel van. Integendeel, het lijkt er meer op dat God hem aan zijn lot overlaat. Het verhaal zegt over hem niet veel meer dan dat hij graag zijn honger had gestild met wat van de tafel van de rijke afviel.
Het opvallende is dat, als de bedelaar en de rijke man, beide hoofdpersonen, gestorven zijn, het verhaal verdergaat. De dood is hier niet einde verhaal.
Engelen komen en voeren Lazarus tot in de schoot van Abraham. Daar zal hij ervaren hoezeer God een God van armen en verlatenen is, hoezeer er recht gedaan zal worden aan elke mens – Lazarus, God helpt.
Ook al zijn het tijdgebonden voorstellingen die Jezus hier gebruikt, zijn boodschap is helder. Er is goddelijk verzet tegen mensen als die rijke man en zijn zes broers. Hun zevende broer, die elke dag aan hun poort lag, zagen ze niet. Dat is zonde en als ze zich niet omkeren, zullen ze na dit leven gaan inzien wat ze eigenlijk gedaan hebben en vooral wat ze niet gedaan hebben. Dan is er de pijn van de wroeging. Dat is die vlam waar het verhaal het over heeft.
Horrorbeelden
Nee, we hoeven niet terug naar de Middeleeuwen met hun horrorbeelden van de plaats van eeuwige pijnigingen, maar dat neemt niet weg dat de God die de armen recht doet, de schuldige niet zomaar voor onschuldig zal houden. We zijn niet verplicht te geloven in tijdgebonden voorstellingen van hemel en hel. Maar daarmee is nog niet het hele idee van het eeuwige leven van de baan.
Lees ook:
Ferd Grapperhaus: ‘Ik kan erg heftig reageren op dingen’
“Ik weet niet waar Florentine is. Zij was er zelf van overtuigd dat ze op reis ging, maar ik geloof niet in een leven na dit leven. Dit is het. Hier. Nu. Weet je trouwens wat wel heel bijzonder is? Na die ene droom was die fase van verschrikkelijke rouw ineens voorbij.”