ColumnBart Zuidervaart
Het moment dat de politieke leiders een stap terug moeten doen, komt snel dichterbij
Toeslagenschandaal: Eric Wiebes weg, Lodewijk Asscher weg. Evacuatiedebacle in Kaboel: Sigrid Kaag afgetreden, Ank Bijleveld afgetreden.
Deze twee grote affaires eisten dit jaar meerdere politieke slachtoffers, maar de premier bleef overeind, zoals hij al elf jaar lang alle stormen overleeft.
Zelfs de bestuurscrisis dit voorjaar, met de rel rond Pieter Omtzigt en de ‘functie elders’, wist Mark Rutte te doorstaan. Hij wankelde even, maar hervond uiteindelijk zijn evenwicht, geholpen door bijna 2 miljoen stemmen bij de verkiezingen en onvoorwaardelijke steun van partijgenoten. Rutte heeft nog altijd, ergens in de verte, zicht op zijn vierde kabinet.
Verstoorde verhoudingen zitten in de weg
Maar dat zicht wordt almaar troebeler. Vier verkenners zijn voortijdig naar huis gestuurd en inmiddels is de derde informateur aan het werk. Ook Johan Remkes lijkt geen doorbraak te kunnen forceren. Een weekendje op de hei in Hilversum, dat veel weg had van een therapeutische sessie, heeft niets opgeleverd.
Want dat is het opmerkelijke van deze kabinetsformatie: de inhoud is niet het grote probleem, daar komen de partijen uiteindelijk wel uit. Er liggen dikke notities van de vorige informateurs en een ‘aanzet voor een opzet voor een regeerakkoord’ van VVD en D66. Het halve werk is al gedaan. Het zijn de verstoorde verhoudingen tussen de hoofdrolspelers die hopeloos in de weg zitten.
De onderhandelaars noemen nieuwe verkiezingen, mocht het zover komen, een blamage. Als dat werkelijk zo is, komt er een moment dat ze een moeilijk besluit moeten nemen: een stapje terug doen.
Functie elders voor Mark Rutte
Voor Mark Rutte betekent dit dat hij niet de langstzittende minister-president van Nederland zal worden, maar een functie elders krijgt, zoals het fractievoorzitterschap in de Tweede Kamer. De VVD kan dan een andere premier naar voren schuiven, iemand die dit voorjaar geen breed gesteunde motie van afkeuring aan zijn broek kreeg en ternauwernood een motie van wantrouwen overleefde. Zuiver geredeneerd hebben de 1.977.651 Rutte-kiezers op 17 maart ook niet gestemd op een premierskandidaat, maar op een kandidaat-Kamerlid. Er is geen wet die voorschrijft dat de leider van de grootste regeringspartij de minister-president moet worden.
Als Rutte van kabinet naar Kamer verhuist, zal het politieke speelveld veranderen. Misschien dat de SP weer in beeld komt voor de coalitie, wat gezien de smalle marges van dit moment de formatie vooruit kan helpen.
Niet nieuw, wel verstandig leiderschap
Een kabinet met verse gezichten draagt niet de last van het verleden. Je zou het, met enige fantasie, een vorm van hernieuwde bestuurscultuur kunnen noemen. Sigrid Kaag kan haar verkiezingswinst ook veel beter bewaken vanuit de Kamerbankjes dan vanuit een van de ministeries. Niet zozeer nieuw leiderschap, wel verstandig leiderschap.
Dat Wopke Hoekstra minister wil blijven, is een publiek geheim. Maar de slechtst denkbare plek voor iemand die de komende jaren een partij uit een identiteitscrisis moet helpen, is in het kabinet. Het CDA staat voor de moeilijke opgave om weer relevant te worden, met een herkenbaar verhaal dat ook de flanken binnen de partij verbindt. Hoekstra zou daarom het fractievoorzitterschap moeten ambiëren.
Het alternatief is nog meer relatietherapie, ergens op de hei, in de hoop dat de verhoudingen uiteindelijk verbeteren. Maar voor je het weet is de kiezer versneld aan de beurt.
Bart Zuidervaart is chef van de redactie politiek. Hij schrijft wekelijks een column.