Commentaar
Het kabinet laat waterschap en provincie in de steek
Hoe ziet Nederland eruit over pakweg dertig, vijftig of honderd jaar? Een ding is zeker: water en bodem zijn daarvoor bepalend. En omdat provincies en de waterschappen daarbij een belangrijke rol spelen is het treurig hoe het kabinet hen aan hun lot overlaat. Wie neemt het op voor de natuur?
Dat Nederland de komende decennia flink op de schop moet, staat buiten kijf. Eeuwenlang waren de boer en de strijd tegen het water beslissend voor hoe het landschap eruit ziet. Woeste gronden werden akkers, bossen maakten plaats voor weiden, beken en rivieren zijn getemd. Nu het klimaat opwarmt, wordt de keerzijde van alle ingrepen in het landschap duidelijk. Stortbuien en periodes van droogte zullen elkaar steeds sneller afwisselen. Probeer dat maar eens in goede banen te leiden.
Het is dus uitstekend dat minister Harbers (infrastructuur en waterstaat) water en bodem leidend maakt voor de toekomst van het landschap. Hij maakt zo werk van de oproep aan het Rijk van het Planbureau voor de Leefomgeving en het College van Rijksadviseurs om voor de ruimtelijke ontwikkeling het heft weer in handen te nemen.
Forse achteruitgang van de soortenrijkdom
Het is duidelijk dat dit de belangen van de agrarische sector gaat raken, gezien de huidige omvang van de sector en de milieuproblemen die daardoor zijn ontstaan. Boeren onttrekken ook veel grondwater aan de bodem. Dat heeft geleid tot een forse achteruitgang van de soortenrijkdom en soms ook complexe situaties. Bijvoorbeeld rond het al ernstig bedreigde hoogveenlandschap van de Limburgse Peel. Daar vindt ook waterintensieve, soms zwaar vervuilende, landbouw plaats zoals de bollenteelt en kweek van graszoden.
In het belang van de leefbaarheid voor toekomstige generaties, moet Nederland afstappen van het oude beleid dat uitsluitend was gericht op economische belangen. Het belang van natuurherstel kan niet meer worden genegeerd. Daarom is het jammer dat minister Harbers niet doet wat hij wel met de mond belijdt. Zo heeft hij plotseling afgezien van een verbod tot oppompen van grondwater bij natuurgebieden, en schrapte hij tevens de voorgenomen vergunningplicht voor het oppompen van grondwater.
In de steek laten
Saillant is vooral dat Harbers in zijn uiteindelijke brief aan de Tweede Kamer afzag van een eerdere conceptpassage waarin hij sprak over de noodzakelijke ‘transformatie’ van de landbouwsector. Alsof de enorme worsteling van het kabinet met het stikstofprobleem los is te zien van het water- en bodembeleid. Harbers ontzegt nu zelfs provincies en waterschappen het recht om de kraan van het grondwater, waar nodig, écht dicht te draaien.
Daarmee laat Harbers de provincies en waterschappen de facto in de steek. Voor hen is het, bij het toestaan van vergunningen, altijd al lastig om een goede belangenafweging te maken tussen die van de boer en de natuur. Met deze plannen dreigen de waterschappen op de oude voet door te gaan. Daarom is het zo belangrijk om te gaan stemmen, morgen, voor het nieuwe waterschaps- en provinciebestuur. Want juist daar moet het belang van de natuur goed vertegenwoordigd zijn.
Het commentaar is de mening van Trouw, verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren.