ColumnStevo Akkerman
Het is niet dat er geen vrijheid van demonstratie is, maar die vrijheid staat wel onder druk
Sinds de arrestatie van Daniel Rey Piuma, een dag voor de bruiloft van Willem-Alexander en Máxima Zorreguieta, maak ik me geen illusies meer over de vrijheid van demonstratie in Nederland.
Piuma werd die dag te Amsterdam betrapt op het dragen van een bord met foto’s van aangespoelde lijken, opposanten van de Argentijnse junta die vanuit vliegtuigen en helikopters in zee waren gegooid. Hij wilde laten zien wat voor bewind Jorge Zorreguieta als minister had gediend – nergens stond dat dat verboden was. Toch werd hij veertien uur vastgehouden en kreeg hij een boete van 250 euro. Pas in hoger beroep werd dat ongedaan gemaakt.
Sindsdien weet ik dat het uitmaakt tegen wie of wat je demonstreert, en op welk moment. Het optreden van de overheid staat niet los van de dominante sentimenten in de samenleving – die overigens per regio nogal verschillen. Wie wordt als gevaarlijk gezien, welk protest is toelaatbaar, welk niet?
Het is niet dat er géén vrijheid van demonstratie is, maar die vrijheid staat wel onder druk en moet steeds bevochten worden. Wat recente voorbeelden: in Maastricht mochten bij een boerenprotest geen spandoeken worden gevoerd, in Leeuwarden werd het dierenrechtenactivisten verboden beelden van slachthuizen te tonen, in Utrecht waren ‘discriminerende uitlatingen’ niet toegestaan. Dit alles terwijl burgemeesters geen enkele bevoegdheid hebben om zich met de inhoud van een demonstratie te bemoeien.
Ik pluk deze voorbeelden uit De Groene Amsterdammer die, samen met deze krant en onderzoeksplatform Investico, diep in de praktijk dook van het toestaan, controleren, beheersen, onderdrukken en desnoods wegmeppen van protesten. Trouw berichtte al hoe politieagent H238 infiltreerde in een chatgroep van Extinction Rebellion (‘Hallo, ik ben Inge’), waardoor zes activisten van hun bed werden gelicht voordat ze mee konden doen aan de blokkade van de A12 in Den Haag. Ik weet niet of dit binnen de juridische grenzen valt, maar het lijkt op schieten met een kanon op een mug, of vooruit: een wesp. Alsof het ging om een terroristische of zwaar criminele dreiging.
Uit een inventarisatie van het aantal demonstraties en de beperkingen die worden opgelegd, constateert De Groene dat de overheid moeilijk afscheid kan nemen van de extra ruimte die zij kreeg in de coronaperiode. Er is meer politiegeweld dan voorheen en ook maakt de politie zeer gretig gebruik van de ‘landelijke basisregistratie personen’ om informatie op te vragen over demonstranten: hun woonplaats, de gegevens van hun ouders en kinderen. Vast handig. Maar ook griezelig.
Het is waar dat de samenleving grimmiger is geworden, iedereen kan zien dat sommige groepen of individuen dichtbij de grens van geweldpleging komen, of daarmee flirten. Dat maakt het voor overheid, justitie en politie niet eenvoudig te onderscheiden wanneer een ontspannen houding op zijn plaats is en wanneer niet. Maar belangrijk is het wel. Een democratie moet een zekere mate van disruptie kunnen tolereren als burgers van zich laten horen – disruptie, geen geweld.
Ik geef toe: een ‘zekere mate’ is een vaag criterium. Ik geef ook toe: wie vindt dat de A12 geblokkeerd mag worden voor het klimaat, kan boeren niet verwijten dat ze de A1 blokkeren voor iets anders.
Zelf blokkeer ik liever niets.
Drie keer per week schrijft Stevo Akkerman een column waarin hij de ‘keiharde nuance’ en het ‘onverbiddelijke enerzijds-anderzijds’ preekt. Lees ze hier terug.