Den Haag stoeit over het wetsvoorstel verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen, maar dat kan veel beter Europees geregeld worden, stelt Europarlementariër Toine Manders van het CDA.
Verantwoord en duurzaam ondernemen moet de norm zijn, niet alleen in Nederland, maar overal. Daarom is het logisch dat het CDA dit Europees wil regelen en niet staat te springen om het Nederlandse voorstel van ChristenUnie, D66, GroenLinks, PvdA, SP en Volt. Het Europees Parlement werkt juist druk aan de Europese richtlijn voor duurzaam ondernemen.
We moeten de economische kracht van de Europese interne markt, die dit jaar precies dertig jaar oud is, gebruiken om via deze richtlijn voor maatschappelijk en verantwoord ondernemen onze Europese normen en waarden naar internationaal niveau te tillen. Dit moet niet ten koste gaan van de concurrentiepositie van onze bedrijven; die moeten we juist beschermen. Het Europese bedrijfsleven heeft al te maken met hoge standaarden en moet al aan allerlei sociale, milieu- en veiligheidsvoorwaarden voldoen.
De nieuwe Europese richtlijn moet dus enkel voortkomen uit de huidige situatie qua wet- en regelgeving en moet, zonder uitzonderingen, gaan gelden voor niet-Europese bedrijven die zaken willen doen in de Europese Unie: het zogenoemde wederkerigheidsprincipe.
Als iedereen overal aan dezelfde eisen moet voldoen, is er geen reden – bijvoorbeeld voor Boskalis – om te vertrekken uit Nederland of de EU. Zo creëert de Unie een internationaal gelijk en eerlijk speelveld, duurzaam en verantwoord.
Helaas is het huidige voorstel enkel een richtlijn die de lidstaten zelf omzetten naar nationale wetgeving. Voor het bevorderen van een gelijk speelveld, ook binnen de EU, is een verordening die in de hele Unie gaat gelden, echt noodzakelijk. Met de huidige richtlijn is er nu alsnog een risico dat de regels op 27 verschillende manieren worden toegepast.
De discussie over het wetsvoorstel moet over de inhoud gaan. Het gaat bijvoorbeeld veel te ver dat verantwoording voor de gehele waardeketen is voorgesteld. Het moet niet zo zijn dat na de eerste verkoop de verantwoordelijkheid alsnog bij de verkopende partij blijft liggen.
Stel, een golfwinkel verkoopt een golfset aan een golfer. Dan mag de golfwinkel niet medeverantwoordelijk zijn als de koper deze golfset weer doorverkoopt aan iemand die de golfstok gebruikt als een slagwapen.
Wél gepaste verantwoordelijkheid, geen onnodige overbelasting. Dat moet het eindresultaat zijn van deze discussie.
Toine Manders is lid van het Europees Parlement voor het CDA en lid van de commissie interne markt en consumentenbescherming (IMCO)
Lees ook:
Kabinet blokkeert wet maatschappelijk verantwoord ondernemen, directeur MVO ‘verbaasd’ en ‘ontsteld
Hoewel twee regeringspartijen voor strengere mensenrechten- en klimaateisen voor bedrijven zijn, trapt het kabinet op de rem. ‘Tot grote verbazing’ van Maria van der Heijden, directeur van MVO Nederland.
