null Beeld

ColumnJames Kennedy

Het Amerikaanse leed valt in het niet vergeleken met dat van de bevolking van Irak

James Kennedy

Ik was klaar met de Verenigde ­Staten. Zo dacht ik in maart 2003, na de inval in Irak. Ik stond toen op het punt om voor mijn werk naar Nederland te verhuizen, en misschien was mijn zelfbedachte ballingschap een manier om mijzelf emotioneel los te koppelen van mijn geboorteland. Ik vond (net als mijn mede-academici) de inval een slecht plan.

Het leek me niet geloofwaardig dat Irak veel massavernietigings­wapens bezat, want het gepresenteerde bewijs was niet overtuigend. Bovendien vond ik de mondiale risico’s voor de VS te groot. Het leek alsof de regering-Bush met zijn ‘kruistocht’ tegen ‘de as van het kwaad’ heel de wereld naar zijn hand wilde zetten, te beginnen met het Midden-Oosten. Toen deze visie in de nasleep van 9/11 door een aanzien­lijke meerderheid van Amerikanen omarmd werd, raakte ik diep teleurgesteld in mijn landgenoten.

Je zou kunnen zeggen dat ik daarin gelijk heb gekregen, en de meeste Amerikanen zijn inmiddels op hun schreden teruggekeerd: een meerderheid vindt nu dat de inval een mislukking was. Toch voelt het niet alsof ik het bij het juiste eind had.

Nauwelijks nagedacht over gevolgen voor Iraakse bevolking

Stel dat er meer bewijs was geleverd dat Saddam Hussein een behoorlijk wapenarsenaal bezat of daadwerkelijk contact had met de 9/11-terroristen. Wellicht had ik dan de inval wel noodzakelijk gevonden. Ik heb sowieso nauwelijks nagedacht over de mogelijke gevolgen voor de Iraakse bevolking. De bevrijding van Koeweit had toen al tienduizenden Iraakse doden veroorzaakt. Dat het dodental in Irak ook zo hoog kon oplopen – de schatting is nu minstens 300.000 doden – was niet in mijn hoofd opgekomen.

Die naïviteit was mede ingegeven door mijn aanname dat de bevolking stond te popelen om door de Amerikanen bevrijd te worden. Dat was misschien niet helemaal onterecht. Saddams regime was een stukje repressiever dan toendertijd dat van Assad in Syrië en Irak is nu vrijer dan het toen was. Maar de kosten zijn enorm geweest voor de bevolking. En de duur van het conflict werd schromelijk onderschat.

Veel critici van de Amerikaanse inval richten zich vooral op economische motieven: Irak zou worden gezien als wingewest voor Amerikaanse bedrijven.

Ik denk dat andere Amerikaanse ondeugden dodelijker zijn geweest: een optimistische argeloosheid om ervan uit te gaan dat in elke Irakees een Amerikaan schuil ging. En de veronderstelling dat wij goed waren in ‘nationbuilding’, dat wij erin zouden slagen om in Irak – net als in Afghanistan – een volwaardige democratie op te bouwen. Ook ik wilde dat geloven. Maar ondanks een investering van bijna twee biljoen dollar in Irak is dat niet gelukt. Amerikanen zijn sterk in militaire zin, maar reikt hun kundigheid ook verder?

Over Amerikaanse militairen gesproken: de mogelijke gevolgen van de oorlog voor Amerikaanse militairen en hun families kregen in eerste instantie nauwelijks aandacht, ook niet van critici van de oorlog zoals ik. De trauma’s waarmee militairen kampten die deel hadden genomen aan de Vietnamoorlog, lagen in 2003 nog vers in het collectieve geheugen.

Minder verguisd dan de Vietnamgangers

Maar het Amerikaanse leger in Irak was in tegenstelling tot dat in Vietnam een vrijwilligersleger, en terugkerende militairen werden bovendien minder verguisd dan de Vietnam­gangers. Dat maakte het in de beeldvorming kennelijk anders. Maar uiteindelijk zijn er ruim achtduizend Amerikanen in Irak omgekomen.

Dat is maar een deel van het plaatje: in totaal waren er 1,5 miljoen Amerikanen gestationeerd en een deel van deze militairen lijdt aan PTSS. Elke dag plegen zeventien Amerikaanse (ex-)militairen zelfmoord vanwege trauma’s en veel van hen zijn voormalig Irak-gediende. Al valt dit leed in het niet vergeleken met het leed van de Iraakse bevolking, de kosten voor de Amerikanen zijn ook hoog geweest.

Misschien heeft de oorlog in Irak Amerikanen, net als mij, ouder en wijzer gemaakt en zijn we nu gespeend van gevaarlijke pretenties. Obama, Trump en Biden hebben allen gepoogd om Amerikaanse militaire interventies – of vooral de inzet van Amerikaanse troepen – te beteugelen. Maar ik zie onder mijn landgenoten vooral vergetelheid, om maar geen echte rekenschap af te hoeven leggen over dit pijnlijke en gewelddadige verleden. Om het weg te stoppen.

Aan het toedekken van dat verleden wil ik niet bijdragen.

James Kennedy is een Amerikaanse historicus verbonden aan de Universiteit Utrecht. In Trouw geeft hij om de week zijn visie op de Nederlandse samenleving. Lees hier meer columns van James Kennedy.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden