null Beeld
Beeld

ColumnRob de Wijk

Het aftreden van de premier van Irak zou weleens grote gevolgen kunnen hebben

Rob de Wijk

Na maanden van protesten en bijna vierhonderd doden stapte de Iraakse premier Adel Abdul Mahdi op. Dat gebeurde onder druk van de hoogste sjiitische leider van het land, ayatollah Ali al-Sistani. Ook al staat hij qua geloofsopvatting dicht bij Iran, hij heeft gezag en staat bekend als gematigd. Hij is voorstander van machtsdeling en is tegen een theocratisch regime naar Iraans voorbeeld. Dat maakt Al-Sistani, althans op papier, de ideale machtsfactor om Mahdi tot aftreden te bewegen.

Opmerkelijk is dat Mahdi al langer leek te willen aftreden, maar dat dit door Iran werd geblokkeerd. Toen demonstranten afgelopen oktober zijn aftreden, het einde van de corruptie en economische hervormingen eisten, eisten zij ook het einde van de Iraanse invloed in hun land. Op dat moment reisde generaal-majoor Qassem Suleimani af naar Bagdad. Daar trachtte de machtige bevelhebber van de Quds Force, een onderdeel van de Iraanse Revolutionaire Garde, zijn bondgenoten in het Iraakse parlement te dwingen Mahdi niet te laten vallen. Want de premier was de door Iran goedgekeurde compromiskandidaat van de Sairoun-coalitie geleid door Moqtada al-Sadr en de Fatahcoalitie van de pro-Iraanse Hadi al-Amiri.

Irak kolonie van Iran

Het bezoek paste in het beeld dat onlangs door het uitlekken van geheime documenten via website The Intercept naar The New York Times werd bevestigd: Irak is net als Libanon een kolonie van Iran. Uit de documenten blijkt dat Iran wil voorkomen dat Irak uit elkaar valt, waardoor het land de regio kan ontregelen en de pro-Iraanse sjiieten het doelwit zouden worden.

Het aftreden van Mahdi is daarom een overwinning van de demonstranten en een nederlaag van Iran. Die nederlaag zou weleens grote gevolgen kunnen hebben.

De ayatollahs in Teheran trachten delen van het Midden-Oosten onder controle te krijgen door steun en wapens te leveren aan terreurbewegingen en bondgenoten in Irak, Libanon, Jemen en Syrië. De opstand in Irak, maar ook die in Libanon, tonen aan dat dit onvoldoende is. Er moet een plan zijn voor economische ontwikkeling en wederopbouw. Zo niet, dan ontstaan onlusten. Irans probleem is dat daarvoor het geld ontbreekt. Nadat president Trump de Iran-deal heeft teruggedraaid, is het land weer in een diepe recessie geraakt en gaan de mensen ook daar de straat op. Het lijkt een typisch geval van ‘overstretch’: door andere landen te koloniseren neemt Teheran te veel hooi op zijn vork.

Wederopbouw door de EU

Datzelfde dreigt nu ook voor Rusland. Laatst vroeg ik een Russische adviseur van het ministerie van buitenlandse zaken of zijn land de wederopbouw van bijvoorbeeld Syrië ging betalen. Na een korte stilte kwam het antwoord: “Nee, zeker niet”. Natuurlijk niet, want Ruslands aspiraties lijken, net als die van Iran, de financiële draagkracht te boven te gaan van een land met een economie kleiner dan die van Italië.

Wie dat wel kan, laat zich raden: wij. De Europese Unie dus, hopelijk samen met de VS. Voor ons is de wederopbouw van landen als Syrië en Irak financieel geen punt.

Zo bezien is het een kwestie van tijd dat Europeanen en Amerikanen met hun diepe zakken weer de machtigste factor in het Midden-Oosten gaan worden.

Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden