ColumnStevo Akkerman
Herdenken zegt veel over onszelf, maar doet het recht aan de doden?
Het was het Rode Leger dat op 27 januari 1945 Auschwitz bevrijdde, maar als dat vandaag wordt herdacht, zal Rusland er niet bij zijn. De directeur van het Auschwitz Museum kon het vanwege de oorlog tegen Oekraïne niet opbrengen de Russen uit te nodigen.
Verwonderlijk is dat niet, te meer omdat de soldaten die Auschwitz binnentrokken behoorden tot het Eerste Oekraïense Front en werden aangevoerd door Anatoly Shapiro, een Oekraïense Jood. In het Rode Leger waren alle Sovjet-nationaliteiten vertegenwoordigd, al werd het gedomineerd door de Russen en bleven zij zich na de val van de Sovjet-Unie ook beschouwen als de erfgenamen van dat leger.
Ik vermoed dat Moskou het niet erg vindt er vandaag niet bij te zijn. Maar het is wel de Internationale Holocaust Herdenkingsdag (in Nederland aanstaande zondag) en het moet voor de Russen toch pijnlijk zijn juist hier, waar ze zich bevrijders konden noemen, te gelden als paria's.
Voor 1989 was de herdenking heel anders
Tot dusver waren ze altijd van de partij, vermeldt het bericht dat ik erover las. Dat zal waar zijn – hoewel Poetin zelf in 2015 al niet meer welkom was, vanwege de Krim-invasie –, maar sinds wanneer vond deze herdenking überhaupt plaats? Voor 1989, het jaar van de val van de Muur, moet het in elk geval heel anders zijn geweest.
Ik was in het late najaar van 1989 voor het eerst in Auschwitz, het was koud, het sneeuwde, er was nagenoeg niemand, en de oude, communistische tentoonstelling was nog niet vervangen. Wat betekende dat de vernietiging van de Joden geen centrale plaats innam, ze werden slechts genoemd in een lange reeks van nationaliteiten.
Dit zou in de jaren die volgden veranderen, en het voormalige kamp is inmiddels de plek geworden waar mensen uit de hele wereld naartoe trekken om stil te staan bij het kwaad dat hier geschiedde. Voor dat ‘stilstaan’ vond ik het bijna te druk, toen ik er een half jaar geleden met mijn dochter was.
Deze gang van zaken, tot en met de huidige uitsluiting van Rusland, laat zien hoezeer herdenken het verloop van de tijd weerspiegelt; het gaat minstens zoveel over nu als over toen. Frank van Vree noemde dit vorige week in De Groene Amsterdammer ‘de politiek van de herinnering’, en hij wees erop hoe de herdenkingscultuur van de Holocaust ‘een betrekkelijk recent verschijnsel’ is.
Ook bij ons zegt het herdenken veel over onszelf, getuige de reacties op het veronderstelde gebrek aan kennis over de Holocaust onder 40-minners. De één begint over het onderwijs, de ander over de islam, een derde over Israël-kritiek, een vierde over extreemrechts.
Het kan, maar doet het recht aan de herinnering van wie vermoord werd? Aan wat er gebeurde? Wat zegt de Shoah over het verschijnsel ‘mens’? Onlangs stuitte ik op een gedicht van Holocaust-overlevende Dan Pagis. Het is een onaf gedicht, de lezer moet het afmaken. Ik heb dat in gedachten gedaan, nu is de beurt aan u. De titel luidt: Potloodkrabbel in een afgesloten goederenwagon.
Hier in dit transport
Ben ik Eva
Met mijn zoon Abel
Als je mijn oudste zoon ziet
Kaïn, zoon van Adam,
Zeg hem dan dat ik
Drie keer per week schrijft Stevo Akkerman een column waarin hij de ‘keiharde nuance’ en het ‘onverbiddelijke enerzijds-anderzijds’ preekt. Lees ze hier terug.