Column

Gooi die hele geboortebeperking maar op economisch gewin

Luchtfoto van badgasten op het strand van Scheveningen. Beeld anp
Luchtfoto van badgasten op het strand van Scheveningen.Beeld anp

TINKEBELL   Ik zeg het maar meteen: met wat ik hier ga opschrijven, ga ik geen vrienden maken. Ik vind namelijk dat we voorlopig even moeten minderen met het reproduceren van onszelf.

Tinkebell

Afgelopen week (19 juli) stond er een interessant opiniestuk van Sanne van Oosten op de website van deze krant: 'Kinderen krijgen loont niet'. Het artikel trok mijn aandacht omdat omdat ik zelf met enige regelmaat dit soort uitspraken doe, en daar is over het algemeen niet iedereen van gecharmeerd. Ik moet zeggen dat ik daarin dan ook vrij ver ga.

Ik roep dan dingen als: "Eigenlijk zouden we een wereldheerser moeten hebben. Een soort dictator, gekozen door een commissie van hele wijze mevrouwen en meneren, die vetorecht heeft over al het reilen en zeilen in de wereld. Ikzelf stel Midas Dekkers voor (op dit punt denken mensen meestal nog dat ik een grapje maak). Die alleenheerser zou dan kunnen beginnen met het instellen van een wereldwijde éénkindswet, zodat we in een paar generaties teruggaan naar een kwart van de huidige wereldbevolking. Dat is belangrijk, want we zijn met te veel mensen" (dit is zo'n punt in mijn betoog waarop mensen boos beginnen te reageren).

Ik vervolg dan: "Heeft u weleens van het fosfaatprobleem gehoord?" Hierop verschijnt meestal een groot vraagteken op de voorhoofden.

Negen miljard
We zijn met ongeveer zeven miljard mensen en om al die mensen te kunnen voeden, hebben we kunstmest nodig. Om kunstmest te maken hebben we fosfaat nodig en dat halen we uit de grond. Helaas raakt het fosfaat snel op, waardoor we over ongeveer honderd jaar zonder zitten en geen kunstmest meer kunnen maken. Zonder kunstmest kunnen we nog voedsel produceren voor ongeveer anderhalf miljard mensen, maar we zijn dan met ongeveer negen miljard mensen en dat is een probleem. Waarschijnlijk gaan onze kleinkinderen elkaar dan doodmaken omdat ze honger hebben, en omdat ik denk dat dat geen fijne situatie is, stel ik nu dus een wereldwijde éénkindswet voor.

"Ja maar, daar bedenken we tegen die tijd wel wat op, toch?", is dan een logische reactie als ik dit verhaal vertel. "Nou", zeg ik dan, "er zijn wel wat mogelijkheden".

'Nare doemscenario's'
Om te beginnen zouden we van alle mensen op de wereld alle poep en plas op moeten gaan vangen, zodat we het fosfaat wat daar in zit kunnen gebruiken. Stoppen met vlees eten zou ook helpen. Om een kilo rundvlees te produceren, is zeven kilo graan nodig. Verder zijn er nog wat ontwikkelingetjes met kunstlicht en zeewier enzovoort die we kunnen inzetten, maar dan komen we nog niet verder dan het produceren van voedsel voor ongeveer drie miljard mensen: een derde van de wereldbevolking over honderd jaar.

"Wat een nare doemscenario's schets jij", wordt me dan meestal verweten. En: "Honderd jaar duurt nog zó lang, daar vinden we echt nog wel iets op wat we vandaag nog niet kunnen bedenken".

Misschien, denk ik dan. Maar misschien ook niet.

Tot die tijd ben ik blij met artikeltjes zoals die van Sanne van Oosten. Gooi die hele geboortebeperking maar op economisch gewin. Vandaag duidelijk veel belangrijker dan de toekomst van onze wereld.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden