Mijn ouders en grootouders zijn niet de ‘Duitsers’ van 4 en 5 mei, schrijft Sonja Ehlers, die sinds haar achttiende in Nederland woont.
De verhalen van 4 en 5 mei gingen dit jaar over Nederlandse slachtoffers en helden, geallieerde redders, Duitse onmenselijkheden.
Ik ben geworden wie ik nu ben in Nederland en geef om Nederland. Maar gaat het om de oorlog, dan ben ik weer ineens Duitse. Met school ging ik op mijn tiende naar concentratiekamp Bergen-Belsen. Ik kan me niet onttrekken aan de schuld die mijn volk op zich heeft geladen, al weet ik dat ik er niet persoonlijk verantwoordelijk voor ben.
Als het om de oorlog gaat, denk ik aan mijn grootouders en ouders. Mijn opa, socialist, die weigerde de Hitlergroet te brengen en eiste dat zijn dochter het bruine uniform voor de voordeur uitdeed. Mijn moeder vertelt over de Hitlerjugend als verleidelijk: kampvuren in het bos, fakkeloptochten. Pas later zag ze de gevolgen van de ideologie die achter die fakkels schuilging.
Zij werkte op haar zestiende als huishoudelijke hulp bij een huisarts in Bremen en was verplicht om daar in de oorlog te blijven. Drie keer werd het huis waarin ze woonde gebombardeerd. Op haar tachtigste vertelde zij over haar nachtmerries. Dat de deuren van de schuilkelders na een bombardement bijna niet open gingen. Daar lagen de mensen die te laat waren: “Ze legden er een plank overheen en zo liepen we over de lijken”. Een keer raakte zij begraven onder het puin in de kelder. Na lang kloppen op buizen is ze gered. Ze was toen achttien en verliefd op een Nederlander, die karikaturen tekende voor de krant en voor het Duitse leger naar Rusland ging. Na de oorlog kwam hij in Nederlandse gevangenschap en liet hij weten dat hij niet met een Duitse verder kon.
Ik herken mijn ouders en grootouders niet in de ‘Duitsers’ van 4 en 5 mei. Ik was dan ook blij dat koning Willem Alexander ter sprake bracht dat Jules Schelvis zich afvroeg waarom de Nederlanders de deportatie van al die Joden hebben toegelaten.
Volgens mij sprak hij niet alleen over zijn overgrootmoeder, maar ook over de gewone Nederlander. Niet allemaal helden, niet alleen maar slachtoffer. Maar net als veel gewone Duitsers verstrikt in morele dilemma’s. Hij sprak erover hoe je went aan uitsluiting en hoe het steeds enger wordt om ertegen in opstand te komen. Dat we alert moeten zijn, wat ik ook heb geleerd van mijn ouders en grootouders. Dat is waar volgens mij 4 en 5 mei over zou moeten gaan: wantrouw populisme en wees alert op onwaarheden.
Lees ook:
De tijd is rijp voor de onbevangenheid van koning Willem-Alexander
Met zijn excuses voor de geweldontsporingen in Indonesië en de opmerking over de rol van zijn overgrootmoeder in de Tweede Wereldoorlog, etaleert koning Willem-Alexander een zekere onbevangenheid over die periode. Het is ook de tijd voor zo’n blik, zeggen historici.