Een giftige mix van juridisering en digitalisering heeft Nederlandse overheid in problemen gebracht. En burgers zijn daarvan de dupe, stelt Willem Drok, oud-beleidsmedewerker bij de Provincie Gelderland.
Zijn juristen de oorzaak van alle ellende in de uitvoering van wetten en overheidsregelgeving? Over deze vraag wordt in Trouw momenteel een pittig debat gevoerd door onder anderen Bert de Vries (19 oktober) en Arnt Mein (2 november). Na 37 jaar werken in overheidsdienst stel ik dat een giftige mix van digitalisering en juridisering de overheid in de problemen gebracht heeft.
Ooit zag een bestuurlijke beslissing er als volgt uit: Aangezien wij bevoegd zijn op grond van wet x, hebben wij onze ambtenaren alle argumenten in kaart laten brengen, en alles afwegende besluiten wij: y.
In de tijd van de paarse kabinetten verandert dat. De productiviteit van de ambtelijke organisatie moet omhoog. De overheid ziet zichzelf als een bedrijf met de burger als klant. Die burger is zelfredzaam en heeft een pc. Dus kunnen we de besluitvorming digitaliseren en stroomlijnen als een bedrijfsproces. In een regeling leggen we vast wie wanneer ergens recht op heeft. Dat vinden juristen ook veel rechtvaardiger: geen ambtelijke of bestuurlijke willekeur.
Snel en objectief
Dan kun je het besluit automatiseren: je neemt de criteria uit de regeling, maakt op basis daarvan een digitaal formulier, laat de burger dat invullen, en de computer bepaalt de uitkomst. Snel en objectief.
Managers zorgen dat de prioriteiten van het bestuur vertaald worden in de regeling, juristen zorgen dat de regeling zo geformuleerd is dat deze bij de rechter overeind blijft. Mijn toenmalige manager zei: ik wil naar bol.com-besluiten, oftewel: de burger winkelt online bij de overheid. Hij bedoelde: ik wil af van die deskundige ambtenaren die me lastig vallen met hun tijdrovende en ingewikkelde afwegingen. Ondertussen is de aanvrager (burger) wel een halve dag bezig met het uploaden van verklaringen en bewijsstukken
Deze ontwikkeling van afgewogen besluit naar besluitenfabriek is de oorzaak van veel ellende. Het is onmogelijk alle relevante omstandigheden mee te nemen, de burger kan niets nuanceren of toelichten, maatwerk is niet mogelijk. Als er iets fout gaat is het altijd de schuld van de aanvrager: hij heeft een verkeerd vinkje gezet of een bewijsstuk niet geleverd. De burger die zich onrechtvaardig behandeld voelt kan bezwaar maken, maar verliest dat altijd.
De bestuurder, verantwoordelijk voor het besluit, kan er niets aan doen: je kunt de regeling aanpassen, maar dat is een traag proces en leidt alleen maar tot meer detaillering, meer bewijsstukken, nog ingewikkelder computerwerk en dus nog meer ongelukken. De inhoudelijk betrokken ambtenaar kan geen afwegingen meer maken (‘computer says no’) en ervaart dit als de schuld van de juristen; die hebben de zaak zo dichtgetimmerd dat hij geen ruimte meer heeft.
Nog meer managers en juristen
De juristen twijfelen niet aan het adagium ‘geen besluit zonder regeling’ en leggen de verantwoordelijkheid bij het bestuur. Managers worden afgerekend op het stroomlijnen van de organisatie en beperking van de schade voor het bestuur. Bij problemen nemen ze meer managers en juristen aan. De bestuursrechter kan alleen maar constateren dat het besluit volgens de democratisch vastgestelde regels genomen is. Ondertussen verdampt de winst van de stroomlijning in de procedures achteraf, waarvoor nog meer managers en juristen nodig zijn. De deskundige ambtenaren waarmee dit verhaal begon, zijn inmiddels wegbezuinigd; zij worden indien nodig ingevlogen als externe adviseurs.
De oplossing? Luisteren! Ga in gesprek met de burger en belangenorganisaties. Zo is in mijn vroegere werkveld, het natuurbeheer, een regeling tot stand gekomen die meer verantwoordelijkheid legt bij collectieven van eigenaren.
En luister naar de ambtenaren op de werkvloer, die afwegingsruimte moeten houden, om in gesprek met de burger de meest rechtvaardige oplossing aan het bestuur voor te leggen. Ja, dat kost tijd en geld. Maar het bespaart ook veel tijd, geld en ellende.
Lees ook:
Overheidsjuristen kunnen niet assertief genoeg zijn
Het zijn economen, sociologen, bestuurskundigen en politicologen die nu de dienst uitmaken bij de overheid. Juristen zijn verdrongen naar de periferie van de macht. En dat is zonde, want juist zij kunnen bijdragen aan de bestuurbaarheid van het land, stelt Arnt Mein, lector legal management aan de hogeschool van Amsterdam.
Het leger juristen in overheidsdienst maakt Nederland onbestuurbaar
Juristen zien de burger als tegenpartij en ruimhartigheid is niet hun stiel, stelt Bert de Vries, nu gepensioneerd maar 22 jaar werkzaam bij de rijksoverheid. Maar juist die juristen hebben de broek aan binnen de overheid.