OpinieTon Wilthagen
Geef iedereen werkgarantie, dat is pas echt flexibel
Een arbeidscontract zou een sociaal contract moeten zijn, met de werkgever als tussenpersoon, stelt Ton Wilthagen voor.
De arbeidsmarkt staat onder hoogspanning en dat zal de komende drie decennia zo blijven. Ontgroening en vergrijzing van de bevolking leiden tot personeelstekorten over de volle breedte van de economie. Arbeid is schaars. De ontwrichtende gevolgen daarvan merken we nu reeds, in de zorg, het onderwijs, de kinderopvang, het vervoer en in de inspanningen voor de energie- en klimaattransitie.
De effecten van de huidige pandemie versterken de roep om en het beroep op mensen alleen maar. Waarschijnlijk zullen de komende weken door de omikronpiek veel mensen noodgedwongen thuiszitten. Dat kan in de toekomst vaker gebeuren. Om die reden is er veel flexibiliteit en zekerheid nodig op de arbeidsmarkt, zowel voor arbeidsorganisaties als voor mensen.
Niemand uitsluiten
Arbeid is een zeer waardevol goed. Het is van enorm belang, zowel voor individuele mensen als voor organisaties en onze brede welvaart. Daarom moeten we veel duurzamer en innovatiever met arbeid omgaan en het gaan zien als een collectief en publiek goed dat de individuele, private arbeidsverhouding overstijgt. Een goed dus waarvan je niemand kunt uitsluiten.
Het huidige arbeidsbestel vertrekt nog steeds van een arbeidsovereenkomst tussen een werkgever en een werknemer en een opdrachtgever en opdrachtnemer. In plaats daarvan moeten we mensen een arbeidsmarktovereenkomst gaan bieden, dus een overeenkomst met de arbeidsmarkt. Die kan namens de arbeidsmarkt worden afgesloten door een individuele werkgever of opdrachtgever. Die vertegenwoordigt op dat moment de collectieve institutie en het collectieve belang van de arbeidsmarkt als instrument voor brede welvaart.
De cao is al een vorm van collectiviteit. Als je bij een werkgever gaat werken die onder een cao valt, teken je een arbeidsovereenkomst en gelden meteen ook de bepalingen uit de cao. Maar de cao is sectoraal bepaald en daardoor te beperkt qua bereik. En bovendien vallen veel groepen werkenden, zoals zzp’ers en flexwerkers buiten een cao.
Dat moet anders. Het is als met de aankoop van bijvoorbeeld een smartphone: je sluit een overeenkomst met de winkel, maar de garantie dat de telefoon blijft werken, komt van de achterliggende maatschappij. De werkgever wordt een tussenpersoon.
Toegang tot scholing
Met een arbeidsmarktovereenkomst hoeven werkenden nooit werkloos te worden, omdat er garantie is van werk. De overeenkomst geeft je ook toegang tot relevante, op de toekomst gerichte scholing, ondersteuning naar ander werk, als het huidige werk niet meer bij je past, of andersom, kinderopvang, een arbeidsongeschiktheidsregeling en goede oudedagsvoorziening.
Werkende mensen zijn daarbij niet meer afhankelijk van de individuele werkgever of opdrachtgever. Daarmee ontstaat een NAP: een Nieuw Arbeidsmarkt Peil, waar niemand meer beneden hoeft te vallen. De werkgever draait niet meer voor alles op. MKB-bedrijven hebben dan evenveel te bieden als grote bedrijven. Op basis van een arbeidsmarktovereenkomst kunnen mensen, als dat nodig is, ook tijdelijk elders werken, bijvoorbeeld in een essentiële sector of functie. Bij Achmea krijgen mensen met een zorgachtergrond vrijstelling van hun werkzaamheden als zij in de zorg hard nodig zijn. Op die manier is arbeid een collectief en gedeeld goed. Uiteraard blijft het recht op vrije arbeidskeuze bestaan. De werknemer is in the lead.
Het nieuwe kabinet heeft een stapel goedbedoelde adviezen liggen over de arbeidsmarkt, die tot zo’n sociaal contract kunnen leiden. Maar tegelijkertijd zijn ze behoudend. Zo wordt gedacht dat werknemers er zijn met eenmaal een vast contract bij een werkgever. Zo creëer je zowel te weinig flexibiliteit als zekerheid. Noch de arbeidsmarkt, noch mensen zijn daarmee gediend. Wel met een nieuw sociaal contract.
Lees ook:
Waarom de Nederlandse werkgever zo bang is voor het vaste contract
Zelfs met nijpende personeelstekorten delen werkgevers nog geen vaste contracten uit, zoals in het voortgezet onderwijs. Hoe komt dat? Hoogleraar arbeidsmarkt Ton Wilthagen geeft antwoord.