De Tweede Kamer grijpt terug naar oude reflexen en definieert de gewenste nieuwe bestuurscultuur geheel in termen van Haagse macht en tegenmacht. Herstel van vertrouwen in de politiek vraagt echter om meer dan dat. De burger zou werkelijk eens iets te zeggen moeten hebben, stelt burgemeester en auteur Bert Blase.
De open bestuurscultuur, veelbesproken sinds Omtzigtgate, komt niet vanzelf. De cultuur in gevestigde machtspartijen en oude instituties staat in de weg en ingesloten gewoonten zitten diep. Toch zien we, als we naar Nederlandse gemeenten kijken, dat de hang naar meer transparantie en burgerinvloed onafwendbaar is.
Van verkiezing op verkiezing zien we het politieke landschap veranderen. Traditionele partijen kalven af, vaste achterbannen bestaan nauwelijks meer en nieuwe partijen zien het licht. De ontwikkelingen in gemeenten lopen op dit punt vooruit op nationale ontwikkelingen. Een op de drie gemeentelijke stemmers kiest inmiddels voor een lokale partij. Talloze gemeenten zijn het parlement voorgegaan in pogingen om hun gesloten bestuurscultuur te doorbreken. Met raadsakkoorden, burgertoppen en Doe-mee-apps innoveert de lokale democratie volop. De invloed van de kiezer beperkt zich niet langer tot het onbevredigende eens in de vier jaar stemmen.
Bevolking hunkert naar andere verhoudingen tussen overheid en inwoners
Na het ‘functie elders’-debacle en met de instelling van informateur Herman Tjeenk Willink komt ons nationale parlement nu noodgedwongen in beweging. De Tweede Kamer blijft echter voorzichtig en grijpt terug naar oude reflexen. Zo definiëren onze parlementariërs de nieuwe bestuurscultuur zeer eenzijdig, geheel gericht op de positie van macht en tegenmacht in de Haagse politieke arena. Zij redeneren daarbij – gewoontegetrouw – toe naar hun eigen gelijk.
Macht en tegenmacht in Den Haag zijn broodnodig. Maar voor het herstellen van het vertrouwen is de tweede pijler noodzakelijk: het versterken van de positie van onze inwoners. Niet voor niets pleitte de staatscommissie-Remkes voor de invoering van het bindend correctief referendum. Maar er zijn meer wegen die naar Rome leiden. Burgertoppen, internetpeilingen en het instellen van burgerjury’s.
Alleen een combinatie van openheid en het versterken van burgerinvloed bouwt aan vertrouwen. Dit vraagt van kabinet én Kamer de bereidheid macht af te staan. Een verschuiving in zeggenschap ten gunste van onze bevolking, die na een eeuw lang emancipatie hunkert naar andere verhoudingen tussen overheid en inwoners. Het is het nieuwe sociale contract waarover Pieter Omtzigt spreekt. Voor Haagse begrippen een revolutie. Maar het is harde noodzaak. ‘Niet over de hoofden van onze inwoners heen, maar mét de inwoners’, is het motto van een werkelijk nieuwe bestuurscultuur.
Lees ook:
Tegenmacht begint niet in Den Haag, maar bij de burgers
Politieke spelletjes rond leiderschapswisselingen verhullen de noodzaak tot echte verandering. Dat schrijven consultant Barbara van Paassen en Sandra Ball, mede-oprichter van veranderinstituut Lowlander Project.