column
Experimenteer met het referendum én accepteer dat iets niet werkt
Het bindend correctief referendum, dat afgelopen week in de tweede lezing na de Kamerverkiezingen geen meerderheid kreeg in de Kamer, werd al bij de verkiezingscongressen van GroenLinks en de PvdA eind vorig jaar en begin dit jaar definitief ten grave gedragen.
Het referendum is door de populisten gekaapt van weldenkend links Nederland. Dat heeft na het Oekraïne-referendum ernstige twijfel gekregen over nut en noodzaak van dit, volgens de populisten, democratische instrument bij uitstek. Politieke dandy Thierry Baudet is nu de vaandeldrager.
Het bekt ook lekker. Een ieder die zijn twijfels heeft over het referendum is uiteraard geen echte democraat. En wie wil er nu beschuldigd worden van niet-democratische gevoelens? De bewijslast ligt niet langer bij de pleitbezorgers van het referendum, maar bij degenen die er zo hun bedenkingen bij hebben.
Toch is het – ondanks het geschreeuw van populistisch rechts en links – goed dat de grondwetswijziging, die een dwingend correctief referendum betekend had, niet doorgaat. Een pas op de plaats is na het Oekraïne-echec hard nodig.
Referendum als vlucht naar voren
Het mogelijk volgende referendum over de sleepwet is een nieuw bewijs dat we met de vlucht naar voren bezig zijn. De sleepwet zou de inlichtingendiensten nieuwe mogelijkheden geven data relatief ongericht binnen te halen. Zelfs volgens de initiatiefnemers van het referendum zitten er aan de wet goede kanten. Zoals referenda nu zijn vormgegeven, wordt wellicht het kind met het badwater weggegooid, maar dat is niet anders.
Stoppen met referenda betekent echter nog niet dat we daarna weer door kunnen gaan alsof er niets gebeurd is. De maatschappelijke druk om te komen tot meer mogelijkheden voor politieke participatie van niet-politici is daarvoor te groot en laat zich ook niet snel wegnemen. Westerse samenlevingen evolueren naar nieuwe vormen van politieke participatie.
Donderdag wordt in Den Haag een boek gepresenteerd van drie Tilburgse bestuurskundigen, alle drie bezig met veranderingen in het democratische bestuur, waarin nagegaan wordt of er voor de huidige vorm van een volksraadpleging zinnige alternatieven zijn, die het instrument veel hanteerbaarder maken.
Schrappen referendum geen goed idee
Het referendum definitief schrappen is geen optie voor professor Frank Hendriks en zijn twee collega’s. Alleen al de dreiging van een referendum houdt politici scherp.
In de huidige discussie is een referendum echter veel te absoluut. Alsof het een soort onwrikbaar godsoordeel is. De gedachte van de auteurs dat de uitslag van een referendum in een volgend referendum weer onderuit gehaald moet kunnen worden, is intrigerend. Degenen die, zoals bij de Brexit, geen tweede referendum willen, zijn juist ondemocratisch. Alles is omkeerbaar, behalve de democratie zelf, aldus de schrijvers.
Werkelijk? Worden op die manier referenda niet meer een doel op zich in plaats van een instrument voor meer politieke participatie?
De drie bestuurskundigen hebben ook zinnige suggesties om referenda en vooral de uitslag van een referendum relevanter te maken voor het te voeren beleid. Eisen aan het aantal handtekeningen dat nodig is om een referendum mogelijk te maken en eisen aan de minimale opkomst, die voor meer representativiteit van de uitslag zorgen.
Maar, wellicht de belangrijkste aanbeveling: experimenteer en accepteer dat sommige dingen niet blijken te werken. In plaats van onmiddellijk te roepen dat het kartel de democratie weer eens frustreert.
Lees ook: Alleen de populistische partijen roepen 'ach en wee' nu het bindend referendum van de baan is
Lees ook: Onderzoek: stop niet met referendum, maar maak het niet groter dan het is