Opinie
Excellente scholen? Een duur en overbodig circus
Met de scholenverkiezing wordt weer een mechanisme uit het bedrijfsleven toegepast op de publieke sector. Maar leidt het tot verbetering van het onderwijs?
In de 19de eeuw werd een leerling voor een goede schoolprestatie beloond met een tien met een griffel en een zoen van de juf. Als ik op de lagere school in de jaren vijftig iets heel mooi had geschreven, tekende de juf er een vlaggetje bij. Ik vond het eigenlijk maar onzin, dat vlaggetje van de juf: ik vond school leuk, en deed gewoon mijn best. Het ene werkje viel soms beter uit dan het andere, maar om daar nou een vlaggetje bij te zetten.
Circus
Scholen die extra goed presteren krijgen tegenwoordig ook een soort vlaggetje: het predicaat 'excellente school'. Medio 2012 zijn alle 8000 Nederlandse scholen door de minister uitgenodigd om zich aan te melden voor de uitverkiezing tot excellente school. 142 scholen hebben dat gedaan, en daarmee is het startsein gegeven tot een indrukwekkend circus.
Die scholen moesten een zelfevaluatie schrijven, tevredenheidsonderzoeken opsturen en een mondelinge presentatie houden. Juryleden en externe experts werden geselecteerd en getraind in het beoordelen. Inspectierapporten en tal van andere gegevensbronnen werden door de jury nagevlooid.
Tijdens een schoolbezoek van drie uur checkte de jury of de pretenties van de zelfevaluatie overeenkwamen met de realiteit. Dat alles resulteerde in een conceptrapport, waar de school weer commentaar op mocht geven. Uiteindelijk schreef de jury 142 eindrapporten, en zijn 52 scholen uitverkoren.
Er zijn dus door juryleden en scholen vele uren besteed aan dit traject. Maar wordt het onderwijs hier wijzer van?
Prikkel
De onderliggende gedachte is ongetwijfeld dat zo'n extrinsieke beloning - een vlaggetje, een bordje 'excellente school' op de gevel - een prikkel gaat geven tot onderwijsverbetering. Vanuit de liberale overtuiging dat concurrentie en competitie de mens aanzetten tot prestatieverhoging, worden steeds vaker mechanismen uit het bedrijfsleven toegepast op de publieke sector: ranking, benchmarking, balance score cards. Er wordt gesproken van een klantrelatie, van opbrengstgericht werken en leerwinst.
Maar fungeren die bedrijfsmatige methodieken en bijbehorende taal als hefboom voor onderwijsverbetering? En hoe meet de minister (Hare Excellentie) het resultaat van deze investering? Een minister die scholen voortdurend maant tot evidence based en resultaatgericht werken, zal toch in zo'n kostbaar traject wel aan kwaliteitscontrole doen?
Je kunt vraagtekens stellen bij het realiteitsgehalte van benoeming tot excellente school. Meten is weten stelt de jury, maar zij haast zich daaraan toe te voegen dat naast 'kernprestatieresultaten' ook bredere doelstellingen als burgerschap, sociaal-emotionele vorming en redzaamheid zijn meegewogen.
Onder niveau gezakt
Ik betwijfel of dit alles te meten valt, maar zelfs als dat zou kunnen, vraag ik me af welk heil wij mogen verwachten van het feit dat 52 scholen zich nu 'excellent' mogen noemen. In voorbeeldland Engeland bleek dat twintig procent van de excellente scholen een jaar na de feestelijke uitverkiezing alweer onder dat niveau was gezakt.
De jury motiveert haar werkzaamheden door te stellen dat het goed is om "meer aandacht te geven aan de bovenkant van de onderwijskwaliteit". Zij "hoopt bij te dragen aan een bredere bekendheid van excellente scholen. Van belang is dat van tijd tot tijd een publiekelijke waardering wordt uitgesproken voor scholen die dat verdienen." En de jury hoopt dat deze excellente scholen andere scholen zullen inspireren.
Maar zou de jury zich realiseren hoeveel kennis en ervaring er de laatste jaren al gedeeld wordt door scholen? Bijvoorbeeld in de denktank Leerkracht van McKinsey, in de MacScholengroep over ICT, bij het Europees Platform over tweetalig onderwijs en internationalisering etc.
Staatssecretaris Dekker benadrukte dat het goed is om successen te vieren. Maar daar hebben scholen dit predicaat excellente school niet voor nodig. Wij vieren onze successen op tal van manieren, intern en extern: tijdens onze open dagen, bij diploma-uitreikingen, op het moment dat een pestprobleem in een klas is opgelost. Wij hunkeren niet naar publieke erkenning, wel naar betere bekostiging. Onderwijsmensen genieten van het cognitieve en sociaal-emotionele succes van hun leerlingen: daar ligt onze beloning. Een zoen van de staatssecretaris voegt daar niks aan toe.
Een zoen van de staatssecretaris, wat heb je eraan?