OmbudsmanEdwin Kreulen
Een waarachtig in memoriam begint bij een neutrale blik
Kunnen journalisten het levensverhaal optekenen van iemand die henzelf persoonlijk inspireerde? Hou in ieder geval ook hier afstand en onafhankelijkheid.
De kwestie
In de wekelijkse rubriek Naschrift wordt op 14 februari het leven beschreven van Ismaël Lotz. ‘Maak moois’ stond er volgens dit verhaal op de rouwkaart van deze filmmaker, bekend in het creatieve wereldje van Groningen. Een oproep die hem tekent, vervolgt de tekst.
De correspondente van de krant in Groningen die dit levensverhaal schreef, vestigt er dezelfde dag de aandacht op via Twitter. Daarin schrijft ze: ‘Blijf mooie dingen maken, maande je. Och laiverd, dat beloof ik.’
De standpunten
Deze aanprijzing roept de vraag op: hoe goed kende de correspondente eigenlijk de hoofdpersoon? Het is niet gebruikelijk om over vrienden of familie te schrijven, de lezer moet zeker zijn van onafhankelijkheid.
Ismaël Lotz was vooral een goede vriend van een vriend van de correspondente, legt zij uit. Dat vertelde zij de redactie ook toen ze dit verhaal aanbood. Deze vriend komt in het verhaal aan het woord. Zelf heeft zij ooit een tekst in opdracht voor de filmmaker gemaakt, verder bleef het bij de paar keer dat hun paden elkaar kruisten – het wereldje is klein. Hij was al langer ziek, en bij een van die gelegenheden maande hij haar persoonlijk mooie dingen te blijven maken. Haar tweet ‘och laiverd’ is een verwijzing naar de inspiratie die hij gaf. Een andere tekst die hij haar ooit appte, namelijk dat hij het vervelend vond als mensen zijn werk een ‘filmpje’ noemden, heeft ook het verhaal gehaald. Maar dit zeiden ook de mensen die ze voor het verhaal interviewde.
De correspondente denkt niet dat die paar persoonlijke contacten het voor haar lastig maakten om ook kritische punten aan de orde te stellen. Zo worden naast de kwaliteiten van de filmmaker ook zijn chagrijnige buien genoemd, net als het feit dat hij toch wel een workaholic was. De correspondente vindt dat juist haar netwerk als correspondente hier nuttig kan zijn. Ze aarzelt bij de vraag of zij over een goede vriend zo’n verhaal zou maken. “Dat hangt af van de persoon.”
De vaste medewerker die deze rubriek coördineert en er ook zelf aan mee schrijft, is daarover stelliger. “Uitgangspunt is dat de schrijver van een Naschrift de overleden persoon niet goed heeft gekend. Zo ga je er neutraal in, word je niet geleid door je eigen emoties. Dat levert de mooiste verhalen op. Je moet een waarachtig verhaal schrijven, niet de familie dienen. Neutraliteit kan ervoor zorgen dat een levensverhaal meerdere lagen krijgt.” Een overleden goede vriend als kandidaat voor een verhaal zou deze coördinator doorspelen aan een collega. “Als er een interessant levensverhaal in zit, dat is het belangrijkste criterium.”
Dat een goede vriend van de correspondente weer een vriend was van de overleden filmmaker, was bij de coördinator bekend en voor haar geen bezwaar. Ze wist dat zij hem zijdelings kende. Ze tekent aan dat de redactie er een paar keer voor koos om een Naschrift over een overleden collega te laten schrijven door een redacteur die de hoofdpersoon kende. Het is de vraag of dat een meerwaarde heeft voor lezers.
Het Naschrift in januari over Monica Wesseling, jarenlang natuurjournaliste voor Trouw, is daarvan het meest recente voorbeeld. Het werd gemaakt door een redacteur duurzaamheid. Hij was niet bevriend met haar, maar maakte haar wel langere tijd mee. “Ik wilde behalve haar leven schetsen haar ook recht doen. De familie was er positief over. Maar ik heb ook moeite gedaan om vragen te stellen over mogelijke pijnpunten, bijvoorbeeld over het feit dat ze geen partner had.”
Het oordeel
Iemand al kennen kan nuttige voorinformatie opleveren, zeker in het netwerk dat correspondenten opbouwen. De correspondente heeft informatie bevestigd gekregen voor dit artikel, dat een mooi levensverhaal is geworden. Ook omdat ze inderdaad een compleet beeld schetst, inclusief iets minder mooie trekjes van de overledene.
In het algemeen kan het uitgangspunt van de coördinator nog wel iets sterker worden aangezet: het verhaal moet vooropstaan en niet om de wens om de overledene te eren. Zeker is bij deze speciale verhaalvorm medeleven met de geïnterviewden – die immers net een dierbare verloren – belangrijker dan bij andere journalistieke verhalen. Maar toch, de lezer is gebaat bij een enigszins neutrale kijk. Hier speelde deze zaak de correspondente geen parten. Maar laat de redactie zich afvragen of overledenen uit eigen gelederen wel door naaste collega’s moeten worden beschreven.
Edwin Kreulen schrijft wekelijks een column als ombudsman van Trouw. Eerdere afleveringen vindt u hier. Wilt u hem een kwestie voorleggen? Mail dan naar ombudsman@trouw.nl.