Column

Een vorst moet geen olie op het vuur gooien, zoals Felipe deed

Columnist Ger Groot.  Beeld Trouw
Columnist Ger Groot.Beeld Trouw

De Spaanse koning heeft gesproken – en dat had hij beter niet kunnen doen. Sinds het tumultueus verlopen referendum over de Catalaanse onafhankelijkheid, afgelopen zondag, werd er geroepen om een wijs woord vanaf de troon.

Ger Groot

Sommigen zagen in Felipe VI zelfs een mogelijke bemiddelaar: een nogal luchtfietsende gedachte bij een ambt dat ook in Spanje louter symbolisch is. En bij een persoon die in Catalonië bij openbare optredens steevast ritueel werd uitgefloten.

Misschien heeft Felipe VI gisteravond zo’n symbool willen zijn, maar dan wel een van de verkeerde zaak op het verkeerde moment. Niet dat er op zijn toespraak inhoudelijk iets aan te merken was, juridisch en staatsrechtelijk zat het allemaal vlekkeloos in elkaar. De Catalaanse politieke leiders hebben gehandeld in strijd met de constitutie van de staat en daarmee de harmonie van de eigen Catalaanse samenleving ondermijnd. Ze hebben de solidariteitsgevoelens miskend die het geheel van alle Spanjaarden verenigen en zichzelf daarmee in de marge van het recht en de democratie geplaatst.

Daar is geen woord van gelogen – maar dát is niet wat van de koning mocht worden verwacht. Terwijl de nationale en de Catalaanse regering met verhitte koppen tegenover elkaar staan, doet een vorst er niet erg verstandig aan olie op het vuur te gooien. En dat is wat Felipe VI met zijn louter juridische benadering van de zaak gedaan heeft.

Wie het wilde weten had al lang kunnen weten wat er aan de Catalaanse pretenties allemaal niet deugde. Speciaal voor het buitenland heeft het dagblad El País dat nog eens op een rijtje gezet. Nee, in 1714 werd Catalonië niet plotseling vuig beroofd van de onafhankelijkheid die ze tot dan toe had. Nee, de grondwet is niet vijandig jegens de Catalanen en Spanje is geen autoritaire staat. Nee, er bestaat niet zoiets als een internationaal recht op afscheiding, en nee, Catalonië zal niet probleemloos de EU binnenschuiven.

Nuttig is dat wel, want nogal wat Catalaanse retoriek wordt elders voor zoete koek geslikt. Misschien vanwege het Calimero-complex waarbij iedere underdog vanzelf tedere gevoelens oproept. Misschien zit Asterix er ergens voor tussen. Misschien zijn woorden als ‘volk’ en ‘democratie’ verleidelijk, nog voordat iemand zich afvraagt wat ze in deze context eigenlijk betekenen. Misschien verlangt het romantisch hart heimelijk naar een nationale gemeenschap en wordt het waarschuwende stemmetje dat bij de omstreden toespraak van Sybrand Buma nog onmiddellijk alarm riep snel gesmoord.

Ik weet het niet. Wel weet ik dat er nogal wat obscurantisme in het debat meerommelt. In deze krant mocht een ‘separatistenfluisteraar’ uitleggen hoe haar organisatie juridische bijstand verleent aan – daar heb je ze weer – ‘de underdogs in de wereld’ en hoe een collega van haar voor de Catalaanse regering een omvangrijk rapport heeft samengesteld. ‘Ik vind dat fijner dan een rijk bedrijf op de Zuidas nog rijker maken,’ zo licht de juridische fluisteraar toe – kennelijk zonder zich te realiseren dat dát nu juist een van de hoofdpunten van het Catalaanse onafhankelijkheidsstreven is.

Catalonië is een van de rijkste regio’s van Spanje en draagt daarom veel af aan de staatskas. Niet alles daarvan vloeit naar de regio terug. Belastingheffing is nu eenmaal een belangrijk instrument voor herverdeling van de rijkdom, en je moet wel een érg neo-liberale Trump-aanhanger zijn om dat erg te vinden. Catalonië vindt dat erg en wil als rijke regio liefst nóg rijker zijn: daar windt ze – voor één keer eerlijk – geen doekjes om. En ze doet dat onder applaus van een flink deel van de buitenlandse (en regionale) progressiviteit, die haar solidariteitsideaal even in de ijskast lijkt te hebben gezet. Ook onze separatistenfluisteraar vindt zichzelf vast heel vooruitstrevend.

Terecht liet de Spaanse koning daarom in zijn toespraak het woord ‘solidariteit’ vallen, als een van de kerndeugden van de democratie. Maar daarmee was zijn gelijk wel op. Geen woord over het geweld van afgelopen zondag, dat – zelfs wanneer je het gelegitimeerd acht – op zijn minst betreurd had kunnen worden. Geen woord ook over de noodzaak van een heropend gesprek en van afkoeling van de opgezweepte emoties. Daarmee was dit erger dan een gemiste kans. Het was een nodeloze verharding van de situatie.

Had de man zijn mond maar gehouden, verzucht je onwillekeurig. Wijsheid is kennelijk nog altijd moeilijk te vinden. Of misschien toch nog even, op de valreep: helemaal aan het eind van de koninklijke toespraak. Het ‘Leve Spanje’ waarmee dignitarissen hun woorden plegen te besluiten bleef dit keer achterwege. Misschien uit een té laat doorgebroken besef van gevoeligheid hield de koning het deze keer bij ‘Goedenavond’.

Lees hier al onze berichtgeving over het referendum in Catalonië en lees hier meer columns van Ger Groot.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden