ColumnSylvain Ephimenco
Een ongemakkelijke vraag aan Sigrid Kaag is kennelijk anders dan één aan Geert Wilders
Er is nog steeds veel te doen over het fakkelincident van tien dagen geleden in Diepenheim, met minister Sigrid Kaag in de hoofdrol. Bij de confraters van de Volkskrant telde ik zelfs zes columns die het incident aanhaalden of centraal stelden. Dat de minister de aangestoken fakkels die haar opwachtten intimiderend vond, is begrijpelijk na een eerder voorval voor haar deur een jaar geleden. Maar of we nu moeten spreken van een verharding van het politieke klimaat en zelfs van politiek geweld, lijkt me twijfelachtig. We zijn gelukkig heel ver van de kogels die het lichaam van Pim Fortuyn troffen, het mes dat Theo van Gogh bijna onthoofdde of de bom bij Aad Kosto thuis. Dit neemt niet weg dat het geval van een politica die wegens bedreigingen moet worden beveiligd er een te veel is.
Maar is hier misschien wel, zoals vaak werd geanalyseerd, sprake van ‘vrouwenhaat’? Toch, als ik de beelden zie van de boze fakkeldragers met wie Sigrid Kaag trachtte te discussiëren, ontwaar ik voornamelijk vrouwen. Kunnen dan vrouwen ook ‘misogyn’ zijn jegens een andere vrouw? Het incident was intimiderend en misschien ook misplaatst maar gewelddadig zeker niet: de politie hoefde niet op te treden en er werden geen arrestaties verricht. Is het dan niet zo dat net als bij blokkades en lijmacties van klimaatactivisten, de protesten van boze boer(innen) ook mogen ‘schuren en schokken’?
Een afwijkend geluid, bij de zes columns hierboven aangehaald, was dat van Martin Sommer: ‘Ik zou niet durven beweren dat Sigrid Kaag die fakkels in Diepenheim zelf had besteld. Vast staat dat het vervolg voor haar briljant uitpakte.’ De columnist suggereert dat het optreden van de minister als slachtoffer van het incident, de volgende dag in een talkshow op tv, haar geen windeieren kon leggen. Een sub-incident was in deze talkshow de veelbesproken vraag van journalist Jeroen Pauw aan Sigrid Kaag: “Denkt u ook weleens: misschien ligt het ook aan mij? Misschien maak ik deel uit van een overheid die deze mensen zo teleurstelt?’”
In alweer een Volkskrant-column, maandag van Sander Schimmelpenninck, werd Pauw tot cryptofascist gebombardeerd die op de ziel van het slachtoffer trapte: ‘Het zoveelste cadeautje voor extreem-rechts (…) Heeft Pauw met het veelvuldig uitnodigen van extreem-rechtse idioten in zijn talkshows wellicht bijgedragen aan de normalisering van extreem-rechts?’
Nu weten we allang dat die Schimmelpenninck, als hij niet tot vervelens toe in tv-reclames optreedt, een beetje de Gideon van Meijeren (FvD) van links is, maar dan tragischer. Een schuimbekkende twitteraar en krabbelaar die foetert en beschimpt wie hem durft tegen te spreken. Maar geldt niet voor ieder journalist, zoals Pauw deed, de plicht om ongemakkelijke vragen te stellen die soms kunnen ‘schuren en schokken’?
Voor de boze boerinnen in Diepenheim vertegenwoordigde de D66-leidster wellicht het randstedelijke dedain van een overheid die hen benadeelt. Of dit sentiment wel of niet gefundeerd is, laat ik nu in het midden. En is een soortgelijke vraag niet regelmatig opgeworpen of aan de betrokkene zelf gesteld, om zijn benarde positie te helpen begrijpen: ‘Heb je dit niet aan jezelf te wijten met je snoeiharde islamkritiek, Geert Wilders?’ Volgens mij is er in dit geval zelden commotie ontstaan.
Drie keer per week werpt columnist Sylvain Ephimenco zijn blik op de actualiteit. Lees zijn columns hier terug.